Datasheet

Aansluiting- en bedieningshandleiding
Technische wijzigingen voorbehouden
0141 0316-112 07.2014
Niveauregeling voor geleidbare vloeistoffen
– uitvoering 230V in behuizing - WLS-GEH230V
3.6
Opbouw van de voeler
De voelers kunnen op verschillende manieren gemaakt worden:
· Bij geïsoleerde kunststoftanks kunnen per paar elektroden op de tankwand aangebracht worden. Een paar bestaat steeds uit een
referentie-elektrode en de meetelektroden, die in een afstand van ca. 5-15 cm naast elkaar staan. Bij vloeistoffen met een hoge gelei-
dingswaarde is eventueel één elektrode op de tankbodem voldoende. De referentieelektroden worden gezamenlijk naar de aansluiting
COM geleid. Door vuil op de tankwand is deze montagesoort eventueel niet onderhoudsvrij. De wandoppervlakken tussen de elektroden
moeten af en toe schoongemaakt worden.
· Heel geschikt zijn staafelektroden uit r.v.s., die vanaf boven in het medium raken. De referentie-elektrode is in het midden van de
vier diagonaal lopende elektroden geplaatst, met een afstand van ca. 1-5 cm. De afstand moet zo gekozen worden dat er door de op-
pervlaktespanning geen druppels achter kunnen blijven op de staven in het geval dat het niveau daalt. Zulke elektroden zijn nagenoeg
onderhoudsvrij.
· Heel eenvoudig te maken zijn kabelsondes. Hiertoe gebruikt men een meerdradig siliconen- kabel, welke op het uiteinde gestript wordt
en met een r.v.s.- kogel, die als gewicht en contactvlakte dient, verbonden. De afzonderlijke gewichten worden tot het gewenste schakel-
punt in het tank gehangen en de kabel gexeerd. Als referentieelektrode dient bijv. een blanke r.v.s.- koord met een gewicht dat tot aan
de bodem komt. Ook kabelvoelers zijn heel betrouwbaar en nagenoeg onderhoudsvrij.
· Voor de toepassing in condensaatbakken en voor kleine vullingen kunnen de voelers als gedrukte schakeling opgebouwd worden,
die op de tankwand gemonteerd wordt. Ook zulke voelers moeten af en toe schoongemaakt worden als het medium vuil is geworden.
10 / 11