Installation Instructions
33Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem 0020076265_00
8.5 Controlelijst onderhoud
Controleer in het kader van de inspectie de hier vermel-
de punten en voer, indien nodig, de dienovereenkomstige
onderhoudswerkzaamheden conform het volgende
hoofdstuk uit.
Voor het onderhoud moet u de mantel van het toestel
wegnemen.
• Schroef hiervoor de schroef boven het multifunctione-
le schakelveld eruit.
• Trek de frontmantel af.
• Neem indien nodig het deksel en de zijdelen weg.
Nr. Handeling Opmerking Gereedschap
1 Waterdruk CV-installatie controleren (toets "-") Indien nodig bijvullen (ca. 2,5 bar)
2 Optische controle op lekkages CV-circuit Werking van de snelontluchter controleren
3 Optische controle veiligheidsklep
juiste veiligheidsklep aanwezig
(drukbereik, installatie), geen stop,
uitloop zichtbaar, afvoertrechter en leiding
aanwezig, geen afsluitmogelijkheid tussen
ketel en veiligheidsklep
4
Condenswatercollector, sifon, verbrandingslucht- en
rookgastraject op vervuiling controleren en dichtheid
controleren. Afdichtingen van de condensbak, de in-
spectieopening en tussen rookgasstomp en warmtewis-
selaar op beschadiging controleren en evt. vervangen.
Controleer de elektrodes optische op de vorming van
afzettingen, vervang deze evt.
Zie: 8.5 en 8.6
5 Toestel inschakelen - testprogramma oproepen P1 = nominale last, P2 = minimale last
6
CO
2
-meting (gewenste waarde:
aardgas bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO-meting (gewenste waarde < 80 ppm)
Als de waarden niet in dit bereik liggen, moet vóór de
verdere inspectie een CO
2
-instelling worden uitgevoerd CO
2
-meter
7 Belastingsmeting
Berekening uit afgelezen gasvolume
Als de belasting met meer dan 15 % onder de nominale
waarde ligt, dan brander reinigen, evt. vervangen. Bij
elke demontage van de brander, branderafdichtingen
vervangen en branderflens met 12 Nm over kruis vast-
draaien.
Na de reiniging of de vervanging van de brander is een
verdere meting van de CO
2
-waarde en de belasting
noodzakelijk. Evt. moet de CO
2
-waarde nogmaals wor-
den ingesteld.
Controleer de gasdichtheid achter de ventilator en
langs de branderafdichting met een gasdetector.
Gasdetector
8
Controle rookgasdrukschakelaar, optische controle van
alle slangen en meetnippels, functiecontrole door volle-
dige rookgasstuwing met rookgaswaaier of vergelijkbare
middelen
Bij nominale last en volledige stuwing moet de brander
na uiterlijk twee minuten uitgaan, daarna voortdurende
automatische herinschakeling. Er mag geen rookgas via
de sifon in de plaatsingsruimte komen.
9 Sifon en condenswaterafvoer op lekkages controleren
10 Rookgasbuizen op lekkages controleren.
Verbindings- en montagebeugels optisch controleren. Er
drupt geen condenswater uit verbindingspunten, buizen
hebben afschot > 3° in richting ketel.
11 Manteldelen weer aanbrengen, toestel compleet maken
12
Toestel uit - toestel inschakelen - functie van de thermo-
staat controleren (warmwaterbereiding/CV) controleren
Tabel 8.1 Controlelijst voor inspectie
Aanpassen aan de CV-installatie 7