Installation Instructions

Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem 0020076265_0028
6.5 Controleren van de toestelfuncties
Voer na afsluiting van de installatie en de gasinstelling
een functiecontrole van het toestel uit voordat het toe-
stel in werking wordt gesteld en aan de gebruiker wordt
opgeleverd.
Afb. 6.6 Visuele en dichtheidscontrole van het toestel en het
systeem
Stel het toestel volgens de bijbehorende gebruiksaan-
wijzing in werking.
Controleer met name de branderafdichting met behulp
van een CO
2
-meter op gasdichtheid. Eventueel moet u
de branderafdichting met 12 Nm vaster draaien.
Controleer de gastoevoerleiding, het rookgasafvoer-
systeem, de ketel, de CV-installatie en warmwaterlei-
dingen op lekkages.
Controleer de correcte installatie van de rookgasaf-
voer.
Controleer of het vlambeeld van de brander regelma-
tig is.
Controleer de werking van de CV en van de warmwa-
terbereiding.
Lever het toestel aan de gebruiker op.
6.6 Gebruiker instrueren
a
Attentie!
Het toestel mag
- voor inbedrijfstelling
- voor testdoeleinden
- voor continuwerking
alleen met volledig gemonteerd en gesloten ver-
brandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersysteem
gebruikt worden.
De gebruiker van het toestel moet over het gebruik en
de werking van zijn ketel geïnstrueerd worden.
Na het voltooien van de installatie moet de installateur:
De werking van het toestel en de veiligheidsvoorzie-
ningen uitleggen aan de gebruiker, en indien nodig een
demonstratie geven en vragen beantwoorden.
De gebruiker alle nodige documentatie bezorgen.
De documenten waar nodig invullen.
De gebruiker inlichten over de voorzorgsmaatregelen
die noodzakelijk zijn om beschadiging van het systeem,
het toestel en het gebouw te voorkomen.
De gebruiker eraan herinneren het toestel jaarlijks een
onderhoudsbeurt te geven.
Wijs de gebruiker erop, dat de handleidingen in de
buurt van het CV-toestel moeten worden bewaard.
Informeer de gebruiker over de getroffen maatregelen
bij de verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer. Wijs
hem/haar er met name op dat deze niet mogen wor-
den veranderd.
Informeer de gebruiker over het controleren van de
vereiste waterdruk van de CV-installatie en over de
maatregelen die hij indien nodig moet nemen bij het
bijvullen en ontluchten van de CV-installatie.
Wijs de gebruiker op de juiste (efficiënte) instelling van
temperaturen, thermostaten en thermostaatkranen.
h
Aanwijzing
Na de installatie plakt u de bij dit toestel mee-
geleverde sticker 835593 in de taal van de ge-
bruiker op voorkant van het toestel.
6 Inbedrijfstelling