Installation Instructions

Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem 0020076265_0026
Meet het CO
2
-gehalte in het rookgas.
HRM /3 % CO
2
bij nominale
last
% CO
2
bij minimale
last
G25
25 mbar
9,3 ± 0,2 9,0 ± 0,2
Tabel 6.2 Gewenste CO
2
-waarden voor nominale en minimale
last aardgas
Als de meetwaarde met de dienovereenkomstige tabel-
waarde overeenkomst, is geen verdere instelling noodza-
kelijk. Ligt het gemeten CO
2
-gehalte buiten dit bereik,
dan is de instelling van de brander-ventilator-module
noodzakelijk.
Controle bij minimale last
Start het testprogramma "P2" voor minimale last
(zie de beschrijving in par. 6.4.2. bij de controle bij no-
minale belasting).
Meet het CO
2
-gehalte in het rookgas.
Als de meetwaarde met de dienovereenkomstige tabel-
waarde (zie tabel 6.2) overeenkomst, is geen verdere in-
stelling noodzakelijk. Ligt het gemeten CO
2
-gehalte bui-
ten dit bereik, dan is de instelling van de brander-ventila-
tor-module noodzakelijk.
Om de controle te beëindigen, gaat u als volgt te werk:
Stel de HR-gasketel buiten werking.
Sluit de meetopeningen en drukmeetnippels af.
Controleer deze op lekkages.
6.4.3 CO
2
-gehalte instellen
Instelling brander-ventilator-module
De gasinstelling moet in de vermelde volgorde worden
uitgevoerd. De brander-ventilator-module is in de fabriek
op de gassoort aardgas (G25) ingesteld.
h
Aanwijzing!
na 15 minuten wordt de test-modus automa-
tisch verlaten. Als u de meting in dit tijdsbe-
stek nog niet heeft voltooid, moet de test-mo-
dus opnieuw worden geactiveerd.
h
Aanwijzing!
De maximale trek mag niet hoger zijn dan
20 Pa, omdat anders de resultaten van de
CO
2
-meting kunnen worden vervalst. Indien
nodig kunt u tijdens de meting het deksel van
de inspectie-opening in het rookgastraject op de
standplaats verwijderen en na de meting weer
aanbrengen.
CO
2
instelling bij nominale last
De gasinstelling voor de nominale belasting geschiedt
m.b.v. een inbussleutel 3 mm via de gasdoorstromings-
schroef (1) van het gasblok.
1
Afb. 6.3 Gasdoorstromingsschroef
Breng de meetsonde van het rookgas-meettoestel in
de meetopening naar binnen.
Verwijder de afdekkap van het gasblok.
Om het testprogramma "P1" voor nominaal vermogen te
starten, gaat u als volgt te werk:
Druk de toets "+" in en houd deze ingedrukt.
Druk op de resettoets.
Houd de toets "+" ingedrukt tot "P0" verschijnt.
Schakel met de toets "+" naar "P1".
Start het testprogramma door op de toets "i" te druk-
ken.
Na de stabilisatietijd van 1 minuut wordt de HR-gasketel
naar nominaal vermogen geregeld.
Bepaal bij vollast het CO
2
-gehalte en vergelijk deze
waarde met de waarden uit de tabel 6.2.
Corrigeer indien nodig het CO
2
-gehalte m.b.v. een in-
bussleutel 3 mm bij de gasdoorstromingsschroef (1)
conform tabel 6.2.
Om het CO
2
-gehalte te reduceren, draait u de inbus-
sleutel met de klok mee (rechts).
Om het CO
2
-gehalte te verhogen, draait u de inbus-
sleutel tegen de klok in (links).
6 Inbedrijfstelling