Installation Instructions
41
Fig. 6.4 stelpootjes instellen
6.6 Water aansluitingen
2
3
4
1
5
6
1. Aansluiting warmwateraanvoer R 3/4'' met knieverloop naar 15 mm
2. Dompelbuis voor boilersensor
3. Retourleiding warmtecircuit zonnecollector
4. Aanvoerleiding warmtecircuit zonnecollector
5. Aansluiting koud wateraanvoer R 3/4'' met knieverloop naar 15 mm
6. Sticker aansluitschema
Fig. 6.6 wateraansluitingen
6.7 Het warmtecircuit aansluiten
• Legde“zonnecollectorleiding2in1”eerstvanafde
locatie van de zonnecollector(en) naar de locatie van de
zonneboiler.
• Neemdevoorschrifteninachtvoordemaximaalteover-
bruggen afstand en het benodigde hellingspercentage
(zie hoofdstuk “maximale montage hoogte”).
• Verbinddebovenstewarmteaansluiting(en)(aanvoerpunt
zonnecollector) met behulp van de “zonnecollectorleiding
2 in 1” met het retourcircuit van de zonneboiler (3) dat
zich op het bovenste deel van de zonneboiler bevindt.
• Verbinddeonderstewarmteaansluiting(en)(retourleiding
zonnecollector) met behulp van de “zonnecollectorleiding
2 in 1” met het aanvoercircuit van de zonneboiler (4) dat
zich op het bovenste deel van de zonneboiler bevindt.
OPMERKING!
De ontblote delen van de “zonnecollector-
leidingen 2 in 1” mogen alleen met de
hand worden gebogen. De krommings-
traal mag niet kleiner zijn dan 100 mm
om vernauwing, rimpeling of plooiing te
voorkomen.
LET OP!
Dat u de elektriciteitskabel van de
zonnecollectorsensor, die zich in het
isolatiemateriaal bevindt, niet beschadigt
wanneer u de “zonnecollector leidingen
2 in 1” behandelt en in secties verdeelt.
• Zetdesteunbussen(14)inaanslagopdewarmtebuis
(13).
• Plaatseenspanmoer(15)eneenknelring(10)opde
warmtebuis (13).
• Steekdewarmtebuis(13)inaanslagindewartel
koppeling (11), draai vervolgens de spanmoeren (12)
en (15) in die positie vast.
• Controleerofdespanmoerengoedzijnvastgedraaid.
Terwijl u de moeren vastdraait, dient u de andere zijde
te ondersteunen om te voorkomen dat het warmte-
verbindingsstuk wordt beschadigd.
OPMERKING!
indien u de spanmoeren monteert zonder
gebruik te maken van de steunbussen,
loopt de leiding het risico te worden ver-
bogen, waardoor het systeem niet meer
waterdicht is en het warmteverbindings-
stuk wordt beschadigd.
10
11
12
15
14
13
Fig. 6.7 leidingen aansluiten