Installation Instructions

31
Fig. 4.10.13 Hydraulische aansluiting
• Sluitopdeonderstecollectorderetour(inlaat)aan.
• Sluitopdebovenstecollectordeaanvoer(uitlaat)aan.
• Verbinddecollectoraanvoerenretourmetdeaansluit-
buizen naar het systeem.
• Controleerevt.dedichtheidvandeaansluitingen.
Fig. 4.10.14 Veldrangschikking boven bij 2 collectors
4.11 Montage opdak
Bij de montage opdak worden de vlakke collectors snel
en betrouwbaar met bevestigingsklemmen vastgezet op
horizontale montagerails. Om een goede aanpassing aan
de verschillende dakbedekkingen te verkrijgen, staan er
drie verschillende dakankers ter beschikking:
• typePvoorstandaardpannen(b.v.dakpan)
• typeSvoorvlakkeshinglesenpannen(b.v.beverstaart-
pan, lei) alsmede extreem hoog vooruitstekende
pannen (b.v. mediterrane kleipannen)
• bevestigingssetstokschroefvooruniversele
bevestigingen (b.v. golfplaten, trapeziumplaten,
shingles).
4.12 Collectorligging en veldrangschikking
De vlakke collectors SAD 2.3 worden horizontaal
gemonteerd.
4.13 Montage van de dakankers
• Bepaaleerstaandehandvantabel4.11hetbenodigde
aantal dakankers.
•Monteerdeankersvoordemontagerailsmetde
volgende afstanden: