Installation Instructions

20
D
A
B
E
C
F
Fig. 3.3.2 Maten voor inbouwveld en voor de positie van de
inbouwlatten (referentielijn is telkens de dakpanrand)
Aantal collectors. A B
1)
B
2)
C D E F
3)
1 1925 2877 2337 1796 1696 n.v.t.
309
3)
(min. 280)
2 3230 2877 2337 3105 2895 1455
1)
Opdekvlak breedte
2)
Ndekvlak breedte (stootrand dakbedekking tot plaatslab links naar rechts)
3)
Bij afstanden van < 309 mm moet u het verschil telkens van de maten C, D en E aftrekken. De minimummaat van 280 mm moet in elk
geval aangehouden worden.
Tabel 3.3.3 Maten van het inbouwveld in mm