Installation Instructions

0020139700_01 - 03/12 - AWB
- 9 -
INSTALLATIE
NL
20 mm max.
2
1
Wanneer u elektrische kabels aansluit op een connector van de
print:
• bewaar dan een afstand van max. 20 mm tussen de aansluiting
en de geisoleerde mantel (2).
• Als dit niet het geval is, bevestig dan de elektrische draden (1)
aan elkaar met behulp een kunststof beugel.
• Bevestig alle kabels met de kabelklemmen in de elektronische
regeling.
i
BELANGRIJK :
Gelieve alle instructies m.b.t. uw systeem te lezen en in
acht te nemen alvorens over te gaan tot de installatie en
het eerste onderhoud.
Toegang tot de technische kenmerken van de regelaar laat toe
bepaalde instellingen uit te voeren en eventuele storingen te
analyseren.
Om de installatie optimaal aan te passen aan de situatie, is het
noodzakelijk een aantal parameters in te stellen.
• Houd de knop
3 seconden lang ingedrukt om het
installateurmenu te openen.
• Wanneer het symbool
en het eerste menu "HYD"
verschijnen, gebruik dan toets of om de gewenste
waarde te selecteren.
• Druk op toets
om het volgende menu te tonen.
• Controlleer alle instellingen door de toets
3 seconden
lang ingedrukt te houden.
i
BELANGRIJK :
Het display keert na 15 minuten terug naar zijn normale
stand als u niets doet of nadat u meer dan 3 seconden
gedrukt hebt op toets .
HYD
Keuze van de
hydraulische
conguratie
Kies een waarde:
1 = installatie met 1 collectorveld
(fabrieksinstelling)
2 = Niet van toepassing
3 = Niet van toepassing
FLOW
Regeling van het
debiet van de
zonnesysteem
vloeistof voor de
berekening van de
opgevangen zonne-
energie
Niet beschikbaar
SRES
Herinitialisatie van
de waarde van de
opgevangen zonne-
energie
Niet beschikbaar
PRES
Terugzetten van de
bedrijfsuren
0 = bedrijfsurenteller
1 = terugstellen van de
bedrijfsurenteller bij de volgende
aezing
MAXT
1
Max. temperatuur van
boiler 1
Kies een waarde tussen 20°C en
90°C.
Om de prestatie van het systeem te
verbeteren, bevelen we de volgende
waarden aan (fabrieksinstelling:
75°C):
- tegen kalksteen vorming: 60°C
- bij afwezigheid van een
thermostatisch mengventiel: 50°C
tot 60°C
- bij zacht water met een mengventiel
in de installatie: 90°C
dON 1
Temperatuurverschil
voor het starten
van de pomp in het
zonnesysteem
Als het temperatuurverschil tussen
de sensor van de collector en de
sensor van de zonneboiler groter
is dan 7°C (fabrieksinstelling), dan
start de regeling de pomp van het
zonnesysteem.
De pomp werkt zolang het
temperatuurverschil tussen de
sensor van de collector en de sensor
de zonneboiler groter is dan "dOFF",
en tot de voor de zonneboiler
ingestelde temperatuur bereikt is.
"dON" moet altijd minstens 2°C
hoger zijn dan "dOFF".
Kies een waarde tussen 2°C en 25°C
(fabrieksinstelling: 7°C)
dOFF
1
Temperatuurverschil
voor het uitschakelen
van de pomp in het
zonnesysteem
Wanneer het temperatuurverschil
tussen de sensor van de collector en
de sensor van de zonneboiler kleiner
is dan 3°C (fabrieksinstelling), dan
stopt de regeling de pomp van het
zonnesysteem.
"dOFF" moet altijd minstens 2°C
lager zijn dan "dON".
Kies een waarde tussen 1°C en 20°C
(fabrieksinstelling: 3°C)
MAXT
2
Max. temperatuur van
boiler 2
Niet beschikbaar
dON 2
Temperatuurafwijking
voor het starten
van de pomp in
zonnesysteem B
Niet beschikbaar