Installation Instructions
0020139696_00 - 03/12 - AWB
- 19 -
INSTALLATIE VAN DE COLLECTOR IN HET DAK (22° TOT 75°)
NL
14.2 Aanbevelingen vóór de installatie
a
GEVAAR:
Om de risico's op brandwonden te beperken, mag de
beschermfolie pas verwijderd worden op het ogenblik
waarop het systeem in bedrijf wordt gesteld.
i
BELANGRIJK:
De aansluitingen van de collector moeten uitgerust
worden met een thermische isolatie om energieverliezen
te vermijden. De isolatie op alle buisstukken en alle
koppelstukken moet behouden blijven.
14.3 Benodigd gereedschap
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
1
2
4
6
10
11
12
3
5
7
8
9
Legenda
1 Verfafbrander (*)
2 Krimptang (*)
3 Handzaag (*)
4 Hamer (*)
5 Schroefmachine (*)
6 Klinknageltang (**)
7 Rolmaat (*)
8 Waterpas (*)
9 Boor (*)
10 Kitpistool (*)
11 A Steeksleutel 10 (*)
11 B Steeksleutel 14 (*)
11 C Steeksleutel17 (*)
11 D Steeksleutel 27 (*)
12 Breekmes (*)
(*) Niet meegeleverd
(**) Geleverd in alle kits behalve "uitbreidingskits"
14.4 De 9 stappen van de inbouw in een dak:
1 – Verwijdering van de dakpannen
2 – Montage van de onderste steun(en)
3 – Plaatsing en vastklemmen van de collector
4 – Hydraulische en elektrische aansluiting van de
collector
5 – Montage van de zijrandafdekkingen
6 – Montage van de bovenste randafdekking
7 – Montage van de afdekplaatjes
8 – Aanpassen van de afdichtingsslab en plaatsing van de
zelfklevende schuimrubbers
9 – Opnieuw aanbrengen van de dakbedekking
14.5 Verwijdering van de dakbedekking
a
GEVAAR:
Houd een veiligheidsafstand van minstens 1 meter in
acht tussen de werkzone en de rand van het dak.
i
BELANGRIJK:
De uiteinden van de in te bouwen latten moeten in elk
geval op dakspanten rusten.
• Bepaal de positie van het montageoppervlak zodat u de
pannen maar aan één kant hoeft af te zagen.
• Neem de pannen weg en voeg zo nodig latten toe.
i
BELANGRIJK:
De latten in de kit kunnen een afwijkende doorsnede
hebben van de latten op het dak; als dit het geval is,
schaf dan latten aan met dezelfde doorsnede als die op
het dak.
i
BELANGRIJK:
Wijzig de structuur van de dragende gordingen, balken
en panlatten van het dak niet. Controleer de sterkte van
de latten en gebruik ze zo nodig om de collectoren te
monteren.