Operating Instructions and Installation Instructions

36
Plaats de kamerthermostaat niet:
- bij warmtebron zoals radiatoren, TV’s,
in het zonlicht etc.
- op koude muren.
- tussen meubels, achter gordijnen of
andere objecten die de meting van de
omgevingstemperatuur in de kamer
kunnen belemmeren.
- dicht bij plekken waar tocht van ramen of
deuren aanwezig is.
Geef de huiseigenaar uitleg over deze eisen.
Installeer de kamerthermostaat niet boven
een fornuis dat het zou kunnen beschadigen
(bijv. boven een fornuis waar stoom of hitte
vanaf komt) of in een ruimte waar aggres-
sieve stoffen kunnen voorkomen.
De kamerthermostaat moet geïnstalleerd
worden in een ruimte waar geen vorst kan
optreden. Neem de noodzakelijke voorzorgs-
maatregelen.
Installeer de kamerthermostaat op zodanige
wijze dat een optimale meting van de om-
gevingstemperatuur gegarandeerd is.
Plaats het:
- op de binnenwand van de woonkamer van
het huis.
- ongeveer 1,5 meter boven de grond.
3 LOCATIE VAN DE
KAMERTHERMOSTAAT