Operating Instructions and Installation Instructions

40
6.2 Plaatsing van de batterijen
7 INBEDRIJFSTELLING
• Stel de ketel inbedrijf.
• Open in de kamer waar de kamerthermo-
staat geplaatst is de thermostaatkleppen
helemaal.
+
-
-
+
+
-
-
+
2
1
Legenda
1 Batterijhouder.
2 Batterijen.
• Plaats de met de kamerthermostaat meege-
leverde batterijen in de batterijhouder (1).
Let daarbij op de juiste ligging van de “+” en
de “-“ polen zoals deze aangegeven zijn op
de batterijhouder.
41
8 AFSTELLINGEN
Modifi catie van bepaalde kamerthermostaat-
parameters kan de betrouwbaarheid verhogen
en toekomstige storingen voorkomen.
8.1 Aanbevolen instellingen tijdens
de installatie
Om zeker te stellen dat de kamerthermostaat
optimaal functioneert, moeten diverse
waarden ingesteld worden.
• Druk 10 seconden op de
toets om het
instellingenmenu te openen.
• Wanneer
en “CODE 00” weergegeven
wordt, gebruikt u de
en toetsen om
“CODE 96” in het display in te stellen.
• Bevestig door op
toets te drukken.
• Wanneer het eerste menu “COMF” begint te
knipperen, gebruikt u de
en toetsen om
de gewenste “Comfort” temperatuur in te
stellen.
• Druk op
toets om op de slaan en een
andere parameter in te stellen (zie tabel op
pagina 42).
• Om alle ingestelde waarden op te slaan
houdt u de [mode] toets 10 seconden
ingedrukt.
Het display keert terug naar het algemene
scherm, nadat er 1 minuut lang niets gebeurd
is of nadat de
toets 10 seconden lang
ingedrukt gehouden is.