Operating Instructions and Installation Instructions

38
4 Afdekking aansluitpunten.
5 Muurpluggen.
6 Voorgeboorde gaten.
7 Kamerthermostaatbehuizing.
• Boor gaten in de muur (6) voor de bevesti-
ging van de kamerthermostaatbehuizing
conform de voorgestanste montageopenin-
gen (1) in de kamerthermostaatbehuizing.
• Steek de muurpluggen in de voorgeboorde
gaten (6).
• Sluit de kamerthermostaat aan volgens het
hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
• Schroef de kamerthermostaatbehuizing aan
de muur met de bevestigingsschroeven (2)
volgens de tekening op de vorige pagina.
• Installeer het frontpaneel op de kamer-
thermostaatbehuizing.
6.1 Aansluiting op de ketel
BELANGRIJK!
Een installateur, onder-
houdsbedrijf of gekwali-
ceerde elektromonteur
dient de elektrische
aansluiting van de kamerthermostaat
tot stand te brengen.
• Gebruik een aansluitkabel die voldoet aan de
speci caties zoals aangegeven aan het einde
van deze handleiding (zie hoofdstuk
Technische gegevens”).
6 ELEKTRISCHE AANSLUITING
39
Legenda
1 Aansluitkabel naar ketel (*).
2 Aansluitpunten kamerthermostaat.
3 Kamerthermostaat.
(*) Niet meegeleverd met de kamerthermostaat.
BELANGRIJK!
De draden die gebruikt
worden om de kamer-
thermostaat en de externe
sensor aan te sluiten,
mogen niet parallel aan
voedingskabels getrokken
worden.
• Sluit kabel (1) op de kamerthermostaat (2)
aan zoals afgebeeld. De polariteit is niet
belangrijk.
• Sluit kabel (1) aan op het aansluitpunt
“Kamerthermostaat” op de ketel zoals afge-
beeld. De polariteit is niet belangrijk.
2
3
1
BUS
BUS