Installation Instructions
0020094599_02 - 12/10 - AWB
- 4 -
INSTALLATIE
6 Bevestiging
6.1 Bevestigingvande
kamerthermostaat
• Vergewis u ervan dat de materialen die
u gebruikt overeenkomstig zijn met die
van het toestel.
• Bepaal de plaats van de montage.
We verwijzen hiervoor naar het
hoofdstuk "Plaatsing van het apparaat".
A
B
1
2
4
3
5
6
Legenda
1 Boorgaten
2 Bevestigingsschroeven
3 Bevestigingsopeningen
4 Houdervoordekamerthermostaat
5 Pluggen
6 Kamerthermostaat
• Plaats de steun van de
kamerthermostaat (4) op een muur.
• Boor (A) de gaten (1) voor de
bevestigingsschroeven overeenkomstig
de 2 bevestigingsopeningen (3) van de
wandbevestiging (4).
• Steek de pluggen (5) in de boorgaten
(1).
• Bevestig (B) de steun van de
kamerthermostaat (4) met de
bevestigingsschroeven (2).
• Schuif de kamerthermostaat (6) in zijn
steun (4).
7 Elektrischeaansluitingen
7.1 Koppeling(herkenning)
De koppeling moet worden uitgevoerd
tussen te kamerthermostaat en de
regelkast van het verwarmingssysteem
(raadpleeg de installatiehandleiding van
de regelkast).
8 Ingebruikname
8.1 Ketelenoverigecomponenten
Schakel de ketel en de overige
componenten die deel uitmaken van
de installatie in (raadpleeg de diverse
installatiehandleidingen).
8.2 Kamerthermostaat
• Haal het isolerende lipje dat zich in het
batterijcompartiment bevindt eruit.
De kamerthermostaat geeft aan dat er
geen verbinding is.
• Voer de koppeling van de
kamerthermostaat uit in functie van
uw installatie (zie het hoofdstuk
"Koppeling").
• Open alle kranen van de radiatoren in
de ruimte waar de kamerthermostaat is
geïnstalleerd.