Operation Manual

AV-9000T NEDERLANDS Gebruikers Handleiding
34 van 40
RDS werking en beschrijving
Dankzij het Radio Data System (RDS) kunt u optimaal gebruik maken van uw met RDS uitgeruste apparaat.
Met RDS kunnen radiostations gegevens verzenden die het gebruik makkelijker maken. De radiostations
kunnen korte berichten via RDS verzenden en extra informatie leveren over de programma's die worden
uitgezonden zoals over het weer, algemene informatie, files, titels van platen, inbelnummers, enz. RDS-
informatie wordt verzonden door veel radiostations die via de FM-band uitzenden.
PS (Program Service Name)
Het apparaat wordt geleverd met een lettertekendisplay die de naam van het geselecteerde radiostation
aangeeft. Als u uw favoriete radiostations onder de presetnummers programmeert, wordt niet alleen de
frequentie opgeslagen, maar ook de identiteit van het station. Als u RADIO-ÉÉN onder knop één heeft
opgeslagen, dan zal het drukken op deze knop altijd RADIO-ÉÉN geven, waar u ook bent in het land.
AF (Alternative Frequency) automatische afstemming
Het apparaat ontvangt informatie over de frequenties van dichtbijzijnde zenders. Hierdoor kan het sterkste FM-
signaal voor het geselecteerde station worden gekozen. Dit is voor u als bestuurder bijzonder handig en veilig,
omdat u niet langer opnieuw hoeft af te stemmen als u in verschillende zendbereiken rijdt.
Regionale koppelingen (REG aan/uit)
Veel plaatselijke radiostations beschikken slechts over een paar verschillende frequenties en dekkingsgebied
is beperkt. Enkele plaatselijke stations zijn samengekoppeld overeenkomstig hun regio, zodat als het signaal
van een plaatselijk radiostation zwak wordt, het apparaat naar een andere plaatselijke station in dezelfde regio
kan schakelen. Als u wilt dat de radio op hetzelfde plaatselijke station afgestemd blijft, ongeacht de
signaalsterkte of -kwaliteit, dan zet u de Regionale functie op aan, zoals op de voorgaande bladzijden staat
beschreven.
TA en TP
(Travel Announcements / Travel Program Identification, (verkeersinformatie / verkeersprograma -
identificatie))
Als een plaatselijk radiostation verkeersinformatie uitzendt, wordt het apparaat geïnformeerd. Deze informatie kan
worden gebruikt om u van verkeersinformatie te voorzien zonder dat u voortdurend naar dat specifieke radiostation
hoeft te luisteren. Als de verkeersinformatie wordt uitgezonden onderbreekt het apparaat het afspelen van de
AUX/CD/USB/SD-MMC en schakelt automatisch om naar de verkeersinformatie. Aan het eind van de
verkeersinformatie keert het apparaat terug naar de voorgaande status door terug te schakelen naar CD, AUX, USB
of SD-MMC.
Hiervoor moet de verkeersinformatiefunctie (TA) aangeschakeld zijn. Het apparaat laat u alleen afstemmen op
een station dat in staat is de betreffende RDS-verkeersinformatie te verzenden.
Als het signaal van het geselecteerde radiostation zwak wordt, stemt het apparaat opnieuw af op een ander
station dat RDS-verkeersinformatie uitzendt. Het pictogram TP wordt zichtbaar in de informatiedisplay, als een
TP-station is gevonden en geselecteerd.
EON (Enhanced Other Networks, verbeterde andere netwerken)
Het apparaat is uitgerust met de functie Enhanced Other Network (EON) en kan van een nationaal
netwerkstation (bijv. RADIO ÉÉN) overschakelen naar de verkeersinformatie van een plaatselijk radiostation,
en vervolgens aan het eind van de verkeersinformatie weer terug naar het nationale station. Het apparaat is
bijvoorbeeld afgestemd op RADIO VIER, en de TA-functie is ingeschakeld. U kunt naar RADIO VIER of naar
een cd luisteren of zelfs het volume dichtgezet hebben. Als een plaatselijk radiostation in de buurt, zoals
RADIO PLAATSELIJK, verkeersinformatie uit gaat zenden, geeft een RDS-signaal dat door RADIO VIER
wordt uitgezonden aan het apparaat door om op RADIO PLAATSELIJK af te stemmen voor de
verkeersinformatie. Het apparaat kent dan de frequentie van RADIO PLAATSELIJK al in dat gebied. Het
apparaat zal eerst controleren of het RADIO PLAATSELIJKE goed kan ontvangen en zo ja, omschakelen van
RADIO VIER, het volume verhogen, of het afspelen gedurende de verkeersinformatie onderbreken. Aan het
eind van de verkeersinformatie keert het apparaat terug naar de voorgaande status tot de volgende
verkeersinformatie. Met EON wordt het apparaat op de hoogte gebracht van de frequenties van andere
radiostations in het gebied, zowel plaatselijk als nationaal. Als u van station verandert, weet het apparaat
onmiddellijk welke frequenties het eerst kunnen worden geprobeerd.