Operation Manual
− Uitleg −
20
8.7 Telefoonboek
In het telefoonboek kunt u 20 telefoonnummers inclusief naam opslaan.
In het speciale telefoonboek kunt u 10 items opslaan. Items in het
telefoonboek kunt u alleen oproepen met de handset waarmee de items
werden opgeslagen. De items in het speciale telefoonboek kunnen door
alle aangemelde handsets worden opgeroepen.
8.7.1 Naam invoeren
Voor het invoeren van de naam zijn de numerieke toetsen voorzien van
letters. Door meermaals drukken op een toets kunnen letters, cijfers en
speciale tekens worden ingevoerd.
Om een spatie in te voeren drukt u eenmaal op toets 1.
Om speciale tekens in te voeren drukt u enkele keren op toets 0, toets 1
of toets #, totdat u het gewenste speciale teken hebt bereikt.
Om tussen het invoeren van hoofdletters en kleine letters om te
schakelen drukt u eenmaal op de Ster−toets.
Om dezelfde letter tweemaal in te voeren drukt u op de betreffende
letter. Wacht totdat de cursor verderspringt. Toets de letter nu nogmaals
in.
Bij foutieve invoer kunt u de laatste positie met de toets (12) wissen.
8.7.2 Nummers in telefoonboek opnemen
Voer bij alle telefoonnummers altijd ook het netnummer in, zodat de
telefoon aan inkomende lokale gesprekken een naam uit het
telefoonboek kan toewijzen. Zodra de opslagcapaciteit van het
telefoonboek is bereikt, geeft het display de volgende keer dat u
probeert een item op te slaan een desbetreffende melding. Om een
nieuw item te kunnen opslaan moet u eerst een oud item uit het
telefoonboek wissen.
8.7.3 Telefoonnummers uit het telefoonboek kiezen
Als u zich in het telefoonboek bevindt, kunt u items direct alfabetisch
kiezen. Druk hiervoor op de toets met de beginletter van het item in het
telefoonboek.
Selecteer een item in het privé of gemeenschappelijk telefoonboek en
breng met de Gesprek−toets (9) de verbinding tot stand.










