Specifications
105
NE
Frequency – Receiver (Frequentie – Ontvanger)
Voor handmatige selectie van een frequentie. (Zie Een frequentie
selecteren op pagina 107.)
Group – Receiver (Groep – Ontvanger)
Voor selectie van frequentiegroepen met vooraf gecoördineerde
kanalen. (Zie Een frequentie selecteren op pagina 107.)
User – Receiver (Gebruiker – Ontvanger)
Voor (optionele) selectie uit drie persoonlijke frequentiegroepen. (Zie
Een frequentie selecteren op pagina 107.)
Scan – Receiver (Scan – Ontvanger)
Om automatisch een beschikbare frequentie te zoeken. (Zie Een
frequentie selecteren op pagina 107.)
Limiter – Receiver (Begrenzer – Ontvanger)
Begrenst het uitgangsniveau naar de oortelefoon. Beschikbare keuzen:
3,2,1, OFF (3,2,1, Uit). De fabrieksinstelling is 3 (maximum begrenzing).
Druk op de Pijl-omhoog/Pijl-omlaag toetsen om de instelling te wijzigen.
Houd de Set-toets ingedrukt wanneer de gewenste instelling wordt
weergegeven. BELANGRIJK: Laat de begrenzer op de instelling 3.
Bij deze instelling is uw gehoor beschermd tegen onvoorziene
pieksignalen – Opgelet: uw gehoor is hiermee niet beschermd
tegen aanhoudend hoge geluiddrukniveaus.
Squelch Control – Receiver (Ruisonderdrukkingsregeling)
Hier kunt u de ruisonderdrukking voor de ontvanger regelen om RF-
achtergrondruis te onderdrukken. De maximum regeling voor de ruison-
derdrukking (minimum bereik) is 2; OFF komt overeen met geen
ruisonderdrukking (maximum bereik). Druk op de Pijl-omhoog/Pijl-
omlaag toetsen om de instelling te wijzigen. Houd de Set-toets
ingedrukt wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven.
Mode – Receiver (Modus – Ontvanger)
Om de ontvangstmodus over te schakelen tussen Mono en Stereo.
Druk op de Pijl-omhoog/Pijl-omlaag toetsen om de instelling te wijzigen.
Houd de Set-toets ingedrukt wanneer de gewenste instelling wordt
weergegeven. (Zie Uitgang hierna.)
Output – Receiver (Uitgang – Ontvanger)
Om de oortelefoon over te schakelen tussen Mix en Stereo. In de
Stereo-instelling wordt het L/1-signaal naar de linkerkant van de
oortelefoon en het R/2-signaal naar de rechterkant van de oortelefoon
gestuurd. In de Mix-instelling wordt een gecombineerd signaal L/1 +
R/2 naar beide kanten van de oortelefoon gestuurd. Houd de Set-toets
ingedrukt wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven.
De menu’s Mode en Output worden samen gebruikt, als volgt:
Stereo modus en Stereo uitgang
De Stereo/Stereo configuratie werkt als volgt: het L/1-ingangssignaal
wordt naar de linkerkant van de oortelefoon gestuurd; het R/1-
ingangssignaal wordt naar de rechterkant van de oortelefoon gestuurd.
Gebruik de balansregeling van de ontvanger om het stereobeeld bij
te stellen. Zie afbeelding A op pagina 110.
Stereo modus en Mix uitgang
De Stereo/Mix configuratie werkt als volgt: de signalen van de L/1-
en de R/2-uitgang worden beide naar de linker- en de rechterkant van
de oortelefoon gestuurd. Gebruik de balansregeling van de ontvanger
als volgt: draai de regeling rechtsom voor een sterker R/2-signaal en
een zwakker L/1-signaal; draai de regeling linksom voor een sterker
L/1-signaal en een zwakker R/2-signaal. (Bij elke instelling van de
balansregeling blijft het totale volume linkerkant + rechterkant van de
oortelefoon gelijk). Zie afbeelding B op pagina 110.
Mono modus (instelling van de uitgang niet van belang; Mix of
Stereo geven hetzelfde resultaat)
De Mono/Mix configuratie werkt als volgt: er is slechts één uitgang
vanuit uw mixer (aangesloten op de L/1-of de R/2-ingang van uw
zender). Dit signaal wordt zowel naar de linker- als naar de rechterkant
van de oortelefoon gestuurd. Als een tweesignaals transmissie niet
nodig is kan de Mono modus worden gebruikt om een betere
signaal-ruisverhouding te verkrijgen. Zie afbeelding C op pagina 111.
Aux Level – Receiver (Aux niveau – Ontvanger)
Om de Aux ingang tussen mic-level en line-level over te schakelen.
Houd de Set-toets ingedrukt wanneer de gewenste instelling wordt
weergegeven. Regel de Aux ingang op mic-level als u een |omgev-
ingsmicrofoon (optionele Audio-Technica reversmicrofoon) op de Aux
ingang van de M3R stereo-ontvanger aansluit. Regel de Aux ingang op
line-level als u een click-track of een andere line-level bron op de Aux
ingang aansluit.
Opmerking: Als een stereobron (bijv. een MP3-speler) op de Aux
ingang van de M3R stereo-ontvanger moet worden aangesloten,
wees dan zeker dat u een mono-adapter gebruikt om het materiaal
te beschermen tegen de DC-spanning die op de ring van de stereo-
connector wordt aangelegd.
Mic Vol – Receiver (Mic volume – Ontvanger)
Als u Mic level hebt geselecteerd (in het menu Aux Level hierboven),
kunt u met het menu Mic Vol het volume van de omgevingsmicrofoon
(optionele Audio-Technica reversmicrofoon of gelijkwaardige microfoon)
regelen. De laagste volume regeling is 1; de hoogste volume regeling is
16. Houd de Set-toets ingedrukt wanneer de gewenste instelling wordt
weergegeven. (Opmerking: het menu MicVol wordt niet weergegeven
als u Line Level in het menu Aux Level hebt geselecteerd.)
Program – Receiver (Programma – Ontvanger)
Als de voorgeprogrammeerde frequentiegroepen (beschikbaar in het
menu Group) niet aan uw behoeften beantwoorden, kunt u met uw
Audio-Technica unit persoonlijke frequentiegroepen programmeren. (Zie
Een frequentie selecteren op pagina 107.)
Reset – Receiver (Reset – Ontvanger)
Hiermee kunt u voor alle ontvangerfuncties de fabrieksinstellingen
(standaardinstellingen) weer actief maken. Houd de Set-toets ingedrukt
als de melding “RESET” op het LCD-display wordt weergegeven. Houd
de Mode/Set-toets nogmaals ingedrukt als de vraag “OK?” wordt
weergegeven. De fabrieksinstellingen (standaardinstellingen) worden
weer actief gemaakt.
Instellingen wijzigen op de M3R stereo-ontvanger (vervolg)