Operation Manual
Bewerken van automix markeerpunt
Zelfs al zijn de markeerpunten tijdens het mixen te verplaatsen, de markeerpunten kunnen
ook vooraf ingesteld worden en als deel van de afspeellijst onthouden worden. De aangepaste
markeerpunten worden alleen gebruikt bij de optie SMART automix.
Om een markeerpunt te bewerken laad je een liedje in een deck, selecteer dan de BPM knop
op dat deck. In het “edit BPM” venster selecteer “edit automix” tab.
Selecteer vervolgens wat voor een soort markeerpunt je wilt creëren,
Mix fade,Mix
cut of Mix tempo.
Verplaats het nummer naar de positie waar het markeerpunt gemaakt
moet worden en klik op “set entry point”
Herhaal dit voor en eind markeerpunt en klik op “set exit Point”.
Voor alle mix vormen kan nu een markeerpunt worden ingesteld.
Voor Mix cut en Mix tem
po, zal eerst de optie “allow” moeten worden
aangevinkt.
Als “allow” bij Mix tempo is aangevinkt bij beide liedjes zal SMART
automix deze punten gebruiken als de twee liedjes tempo mixbaar zijn.
Een liedjes waarbij Mix tempo “allow”,is aangevinkt zal een (*) te zien
zijn, naast de BPM in het navigatiescherm.
Als “allow” bij Mix tempo is uitgevinkt zal SMART automix dit
Controleren. Bij ja zal SMART een plak mix uitvoeren en gebruikt daar-
bij het entry en exit punt van een liedje, bij nee zal SMART een
standaard crossfade mix maken.
20