Operation Manual

91
51
Veiligheidssticker 386159
52
Zaagketting 386158
53
Kettingbescherming 386151
54
Afdekking 386163
55
Bevestigingsmoer 386164
56
Kettingwiel
57
Kettingspanschroef
58
Kettingspantap
59
Sluiting olietank 386160
60
Beschermkap 386184
61
Smeernippel 386174
62
Toebehorenzak
montagewerktuig
386183
S
S
a
a
m
m
e
e
n
n
b
b
o
o
u
u
w
w
M
M
o
o
n
n
t
t
a
a
g
g
e
e
/
/
d
d
e
e
m
m
o
o
n
n
t
t
a
a
g
g
e
e
 Verwijder de beschermkap (60) en schuif het
opsteekwerktuig vrijsnijder (28), heggeschaar (44) of
hoogtaster (49) zoals afgebeeld in de opname (a) van de
aandrijfeenheid (1).
Â
Let erop, dat het hoorbaar vastklikt.
 Trek de borgschroef (2) weer vast.
 Ter demontage van het opsteekwerktuig maak de
borgschroef los. Druk op de toets (b) en trek het
opsteekwerktuig uit de opname.
 Steek de beschermkap (60) weer op.
H
H
a
a
n
n
d
d
g
g
r
r
e
e
p
p
e
e
n
n
m
m
o
o
n
n
t
t
e
e
r
r
e
e
n
n
 Zet de aandrijfeenheid (1) op een egaal oppervlak.
Â
Verwijder de schroeven (c) met de veerringen en
schijven.
Â
Zet het handgreeponderdeel (5) aan het rubbermanchet
(6) aan de steelpijp van de aandrijfeenheid (1).
 Zet de handgreep (4) op het handgreeponderdeel en zeker
beide delen met de schroeven, schijven en veerringen.
D
D
r
r
a
a
a
a
g
g
g
g
o
o
r
r
d
d
e
e
l
l
a
a
a
a
n
n
b
b
r
r
e
e
n
n
g
g
e
e
n
n
 Hang de draaggordel (7) in de draaggordelophaning (D)
in.
S
S
a
a
m
m
e
e
n
n
b
b
o
o
u
u
w
w
v
v
r
r
i
i
j
j
s
s
n
n
i
i
j
j
d
d
e
e
r
r
/
/
g
g
a
a
z
z
o
o
n
n
t
t
r
r
i
i
m
m
m
m
e
e
r
r
B
B
e
e
s
s
c
c
h
h
e
e
r
r
m
m
k
k
a
a
p
p
m
m
o
o
n
n
t
t
e
e
r
r
e
e
n
n
 Verwijder de 4 schroeven (e) met de veerringen,
schijven en moeren aan de beschermkaphouder (31). Maak
de inbusbouten (f) los en klap de houder (32) weg.
 Schuif de beschermkap (30) op de houder van de
beschermkap (31).
Â
Klap de houder (32) naar benden en zeker de
beschermkap met de schroeven, schijven en moeren. Trek
de inbusschroef (f) weer vast.
S
S
n
n
i
i
j
j
m
m
e
e
s
s
m
m
o
o
n
n
t
t
e
e
r
r
e
e
n
n
 Draai de boring van de beschermafdekking (33) boven
de boring aan de haakse overbrenging (34) en vergrendel
de aandrijfas met de inbussleutel (23).
Â
/ Schroef de inbusmoer (35) met de
montagesleutel (22) los.
Linkse schroefdraad!
Â
Neem de afdekkap (36) en de afstandsschijf (37) weg.
Â
Leg het snijmes (38) op.
 De verdere samenbouw geschiedt in omgekeerde volgorde.
Draadspoel monteren
 Draai de boring van de beschermafdekking (33) boven
de boring aan de haakse overbrenging (34) en vergrendel
de aandrijfas met de inbussleutel (23).
 / Schroef de inbusmoer (35) met de
montagesleutel (22) los.
Linkse schroefdraad!
Â
Neem de afdekkap (36) en de afstandsschijf (37) weg.
 Schroef de draadspoel (39) op de aandrijfas.
 Linkse schroefdraad!
S
S
a
a
m
m
e
e
n
n
b
b
o
o
u
u
w
w
h
h
o
o
o
o
g
g
t
t
a
a
s
s
t
t
e
e
r
r
M
M
o
o
n
n
t
t
a
a
g
g
e
e
v
v
a
a
n
n
g
g
e
e
l
l
e
e
i
i
d
d
i
i
n
n
g
g
r
r
a
a
i
i
l
l
e
e
n
n
z
z
a
a
a
a
g
g
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
Gevaar voor letsel!
Draag bij werkzaamheden aan het geleidingrail en
de zaagketting veiligheidshandschoenen.
 Leg de hoogtaster neer.
 Schroef de bevestigingsmoere (55) los en verwijder de
afdekking (54).
Â
Draai de kettingspanschroef (57) naar links tot de
kettingspantap (58) aan het achterste einde van de
schroefdraad staat.
Â
Leg de zaagketting (52) in de circulerende
geleidingsgleuf van het geleidingsrail (50).
Let op de correcte looprichting van de schakels.
Â
Leg het geleidingsrail op (50). De kettingspanschroef
(58) moet in de desbetreffende boring (g) van het
geleidingsrail grijpen.
Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (56) liggen.
Â
Breng de afdekking (54) weer aan en draai de
bevestigingsmoeren (55) handvast aan.
Span de zaagketting zoals is beschreven in de paragraaf
„Zaagketting spannen“.