Installation Instructions
NL-5
Specifieke aandachtspunten
1
De leidingen uit de collectoren zijn breekbaar. Pak de collector nooit op aan
de koppelingen.
2
De sensor dient te worden gemonteerd in de warme uitstromende
zijde van
de collector.
3
Bij het monteren van de leiding aan de collectoraansluiting altijd een
contrasleutel gebruiken om verbuiging van de collectorleiding te voorkomen.
4
Er kunnen maximaal 4 collectoren
in serie geschakeld worden.
5
De leidingen uit de collector zijn uitgevoerd met 3/8” uitwendig schroefdraad
met zelfdichtende EPDM ringen, geschikt voor ATAG RVS ribbelslang
(DN12 / DN16) of knie 3/8”
6
Verwijder de witte beschermfolie na het installeren van de collector(en). De
collectoren moeten koud zijn voordat het systeem in bedrijfgesteld wordt,
aangezien anders te hoge temperaturen kunnen ontstaan en er eventueel
onderdelen beschadigd kunnen worden.
7
Alle werkzaamheden aan het zonzijdige circuit (collector, collectorleidingen,
regeling, pompen, enz.) mogen enkel bij een sterk overtrokken hemel, ’s
morgens vroeg, ’s avonds of met afgedekte collectoren uitgevoerd worden.
8
Het plaatsen van een collector op een plat dak is vergunningsvrij wanneer de
afstand tussen de collector en de dakranden groter of gelijk is aan de hoogte
van de collector. Voor meer informatie zie www.rijksoverheid.nl
en/of
informeer bij uw gemeente.










