User manual

Als het apparaat wordt aangesloten op de
stroomtoevoer of na een stroomonderbre-
king, gaat het indicatielampje voor de tijd
knipperen.
Druk op + of - om de correcte tijd in te stel-
len.
Na ongeveer vijf seconden stopt het knip-
peren en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
Druk om de tijd te wijzigen herhaaldelijk
op
tot het indicatielampje voor de
tijd knippert. U mag de functie Duur
of Eindtijd niet op dezelfde tijd in-
stellen.
Voorverwarmen
Warm het lege apparaat voor om het reste-
rende vet weg te branden.
1.
Selecteer de functie
en de maxi-
mum temperatuur.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3.
Selecteer de functie
en de maxi-
mum temperatuur.
4. Laat het apparaat 10 minuten werken.
5.
Selecteer de functie
en de maxi-
mum temperatuur.
6. Laat het apparaat 10 minuten werken.
Accessoires kunnen heter worden dan nor-
maal. Het apparaat kan een vreemde geur
en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er
voldoende luchtcirculatie is.
DAGELIJKS GEBRUIK
Waarschuwing! Zie de
veiligheidshoofdstukken .
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
Het stroomindicatielampje gaat aan als
het apparaat in werking is.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang
de temperatuur in het apparaat stijgt.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur in de uit-
stand.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Binnenverlich-
ting
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Boven + onder-
warmte
Bakken en braden op 1 ovenniveau. De bovenste en onderste
verwarmingselementen worden tezelfdertijd ingeschakeld.
Bovenverwar-
ming
Voor het afbakken van gare gerechten. Alleen het bovenste ver-
warmingselement brandt.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Alleen
het onderste verwarmingselement is in werking.
Grill
Voor het grillen van platte gerechten in kleine hoeveelheden in het
midden van het rooster. Voor het maken van toast.
6