Operation Manual

13
5 Bediening
5.1.4 Alle functies
Functie Modus
Magnetron Magnetron Magnetron (zie 5.2)
Gebruik de
magnetronfunctie om
groenten, aardappelen,
rijst, vis en vlees te koken
en op te warmen.
Oven Hetelucht Hetelucht (zie 5.3)
Met de hetelucht oven
kunt u gerechten bereiden
op dezelfde manier als in
een traditionele oven. De
magnetron wordt hierbij
niet gebruikt. U wordt
geadviseerd de oven voor
te verwarmen tot de juiste
temperatuur voordat u
het gerecht in de oven
plaatst.
Grill met
ventilator
Grill met ventilator
(zie 5.3)
Gebruik deze functie om
gerechten gelijkmatig te
braden en tegelijkertijd
een bruin korstje te
geven.
Grill Grill (zie 5.3)
De grill is uitermate
geschikt voor het
bereiden van dunne
stukken vlees en vis.