Operation Manual

NL 34
GEBRUIK
Functie Beschrijving
Grill
Het gerecht wordt verwarmd door het grillelement.
Deze functie kan gebruikt worden voor het
gratineren van boterhammen, het roosteren van
brood en saucijsjes.
Plaats het ovenrooster op niveau 4 of 5 en de
bakplaat op niveau 2.
Maximaal toegestane temperatuur is 230 °C.
Controleer regelmatig de bereiding. Door de hoge
temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
Verwarm 5 minuten voor.
2
4
Grote Grill
Het gerecht wordt verwarmd door het
grillelement in combinatie met het bovenste
verwarmingselement.
Deze functie wordt gebruikt voor schotels en
gebakken gerechten die bruining nodig hebben.
Plaats het ovenrooster op niveau 4 of 5 en de
bakplaat op niveau 2.
Maximaal toegestane temperatuur is 230 °C.
Controleer regelmatig de bereiding. Door de hoge
temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
Verwarm 5 minuten voor.
2
4
Grote grill + Ventilator
Het gerecht wordt verwarmd door het
grillelement in combinatie met het bovenste
verwarmingselement en verspreid door de
ventilator.
Deze functie wordt gebruikt voor het grillen van
vis, vlees en groenten.
Plaats het ovenrooster op niveau 4 of 5 en de
bakplaat op niveau 2.
Aanbevolen temperatuur: 170 °C
Controleer regelmatig de bereiding. Door de hoge
temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
Verwarm 5 minuten voor.
2
4
Midden (2)