Installation Instructions
5
3 Plaatsing collectoren
Voor het plaatsen van de collectoren, zie installatievoorschrift SolarCollector
II
.
Er mogen maximaal vier collectoren in serie worden geschakeld. Onderstaande
afbeelding bevat mogelijke varianten van het schakelen van collectoren.
Bepaal van tevoren hoe de collectoren geplaatst gaan worden en zorg dat de juiste
materialen aanwezig zijn.
De temperatuursensor moet in de laatste (warmste) collector, aan de uitstroomzijde
gemonteerd worden. Voor uitgebreidere instructies zie installatievoorschrift
SolarCollector
II
.
Drukverliestabel voor 2x10m leidinglengte tussen collectorset en boilervat
Collectoren Debiet [l/h] Diameter koper Diameter flex Drukverlies koper Drukverlies flex
1 70 15 mm DN12 0,4 mwk 0,5 mwk
2 140 15 mm DN12 1,3 mwk 1,9 mwk
3 210 15 mm DN12 3,0 mwk 4,6 mwk
4 280 22 mm DN16 5,1 mwk 5,6 mwk
Drukverliestabel voor 2x20m leidinglengte tussen collectorset en boilervat
Collectoren Debiet [l/h] Diameter koper Diameter flex Drukverlies koper Drukverlies flex
1 70 15 mm DN12 0,6 mwk 0,7 mwk
2 140 15 mm DN12 1,7 mwk 2,8 mwk
3 210 15 mm DN16 3,5 mwk 3,1 mwk
4 280 22 mm DN16 5,3 mwk 6,1 mwk
Gemeten en berekend met een water/propyleen glycol mengsel (2:1) van 40
°
C
De aansluitingen aan de collector zijn 3/8” buitendraad koppelingen met O-ring
afdichting. Deze koppeling is draaibaar en schuifbaar door de O-ring verbindingen. Vanaf
deze koppeling kan verder gegaan worden met RVS flexibel leidingwerk (met
collectorkoppelingen) of met een messing knie/T-stuk met 3/8 binnendraad. Deze
koppelingen zorgen samen met de O-ringen voor een waterdichte afdichting.
= Sensorkabel
2x2,5m
2
verticaal en horizontaal
3x2,5m
2
verticaal en horizontaal
4x2,5m
2
verticaal en horizontaal