Installation Instructions
20
Het 300 en 400 liter boilervat zijn voorzien van een extra aansluiting aan de zijkant. Deze
moet lekvrij afgestopt worden.
6.7 Elektrische aansluiting
Steek de stekker van het SolarStation niet in de wandcontactdoos voordat het
systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp.
Voor de werking van het systeem is de juiste plaatsing van de sensoren essentieel!
Plaatsing van de sensor in het boilervat
Bij het boilervat behoort de boilersensor met behulp van een sensorbuis geplaatst te
worden in de onderste 1/2” aansluiting in het boilervat. Zie hiervoor ook bladzijde 16. De
boilersensor moet in de regelunit op positie S2 worden aangesloten.
In de bovenzijde van de boilervaten is een 1/2” aansluiting waarin een voelerbuis en
sensor geplaatst kan worden voor de CV-ketel.
Plaatsing van de sensor in de collector
De temperatuursensor dient te worden gemonteerd in de laatste (warmste) collector aan
de uitstroomzijde. Voor uitgebreidere instructies zie installatievoorschrift SolarCollector
II
.
Voor het plaatsen van de sensoren moet de kruiskopschroef in het regelunit losgedraaid
worden waarna de witte kap eruit gekanteld kan worden.
Zorg dat de regelunit spanningsloos is bij het monteren van de sensoren.
Pas na het vullen van het systeem, zie hoofdstuk 9, kan de stekker van het SolarStation
in de wandcontactdoos gestoken worden.
6.8 Instellingen regelunit
Aan de instellingen van de regelunit hoeft niets te gebeuren. Deze staan af fabriek zo
ingesteld zodat het systeem optimaal functioneert.