Installation Instructions

14
De temperatuur in het boilervat kan oplopen tot 95°C, de plaatsing van een
mengventiel is daarom essentieel!
Bij de EcoNorm
II
en CBSolar
II
120/2,5 en 200/5,0 kan het meegeleverde mengventiel
(met vaste instelling van 60°C) direct op het boilervat gemonteerd worden. De vier
aansluitingen zijn 15mm knel. Zie onderstaande afbeeldingen.
Bij de CBSolar
II
300/7,5 en 400/10 wordt een 22mm instelbaar mengventiel meegeleverd.
5.5 Elektrische aansluiting
Steek de stekker van het SolarStation niet in de wandcontactdoos voordat het
systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp.
Voor de werking van het systeem is de juiste plaatsing van de sensoren essentieel!
Plaatsing van de sensor in het boilervat
Bij het 120 en 200 liter boilervat zijn de sensoren reeds geplaatst en behoort de sensor
alleen nog in de regelunit te worden aangesloten op de positie S2.
Bij het 300 en 400 liter boilervat behoort de boilersensor met behulp van een sensorbuis
geplaatst te worden in de onderste 1/2” aansluiting in het boilervat. Zie hiervoor ook
bladzijde 11. De boilersensor moet in de regelunit op positie S2 worden aangesloten.
Plaatsing van de sensor in de collector
De temperatuursensor dient te worden gemonteerd in de laatste (warmste) collector aan
de uitstroomzijde. Voor uitgebreidere instructies zie installatievoorschrift SolarCollector
II
.
Voor het plaatsen van de sensoren moet de kruiskopschroef in het regelunit losgedraaid
worden waarna de witte kap eruit gekanteld kan worden.
Zorg dat de regelunit spanningsloos is bij het monteren van de sensoren.
Pas na het vullen van het systeem, zie hoofdstuk 9, kan de stekker van het SolarStation
in de wandcontactdoos gestoken worden.
5.7 Instellingen regelunit
Aan de instellingen van de regelunit hoeft niets te gebeuren. Deze staan af fabriek zo
ingesteld zodat het systeem optimaal functioneert. Zie hoofdstuk 8.3 voor een beknopte
uitleg van de regelunit en de standaard instellingen.