8A.51.73.00/10.12 Wijzigingen voorbehouden.
Inhoud Inhoud ............................................................................................................................................................................... 2 1 Inleiding..................................................................................................................................................................... 3 2 Regelgeving ............................................................................................................................
1 Inleiding Dit installatievoorschrift beschrijft de werking, installatie, bediening en het primaire onderhoud van de ATAG zonneboilers. Dit installatievoorschrift is bedoeld voor erkende installateurs die de ATAG zonneboilers installeren en in gebruik stellen. Lees ruim voor aanvang van installatie van de zonneboiler dit installatievoorschrift goed door.
2 Regelgeving Voor installatie van de ATAG Zonlichtboiler gelden de volgende regels: Voor Nederland: - Het Bouwbesluit; - AVWI - NEN 1006; - Plaatselijk geldende voorschriften. Voor België: - Belgische norm NBN D30.003, NBN D51-003 en NBN B61-002; - Voorschriften van het Algemene Reglement voor de Elektrische Installaties (A.R.E.I.); - Plaatselijk geldende voorschriften.
3 Plaatsing collectoren II Voor het plaatsen van de collectoren, zie installatievoorschrift SolarCollector . Er mogen maximaal vier collectoren in serie worden geschakeld. Onderstaande afbeelding bevat mogelijke varianten van het schakelen van collectoren. = Sensorkabel 2x2,5m2 verticaal en horizontaal 3x2,5m2 verticaal en horizontaal 4x2,5m2 verticaal en horizontaal Bepaal van tevoren hoe de collectoren geplaatst gaan worden en zorg dat de juiste materialen aanwezig zijn.
4 Plaatsing zonneboiler Het verdient de voorkeur om de zonlichtboiler zo te plaatsen zodat het leidingwerk tussen het boilervat en collector, maar ook tussen het boilervat en naverwarmer, zo kort mogelijk is. Dit is om warmteverliezen te minimaliseren. De opstelruimte van het boilervat en SolarStation (regelunit) dient vorstvrij te zijn. Plaats het boilervat op een stevige en vlakke ondergrond. Houd rekening met het totale gewicht bij een gevuld boilervat.
II II Montage aan de muur met expansievat apart (EcoNorm , CBSolar , CBHotTop) 1. Monteer de muurbeugel met de bijgeleverde schroeven aan de wand. 2. Schuif het achterdeel van de isolatie plus het SolarStation over de beugel. 3. Sluit de onderzijde van het SolarStation aan op het koude zonnecircuit van het boilervat. 4. Hang het expansievat aan de muur met bijgeleverde beugel. 5. Sluit de bovenzijde van het SolarStation aan op de aanvoer van het collectorcircuit, via het T-stuk van het expansievat. 6.
5 II EcoNormII en CBSolar II II De EcoNorm en CBSolar is de zonlichtboiler die zorgt voor voorverwarming van het tapwater. Naverwarming vindt, indien nodig, plaats door middel van een combiketel. 5.1 Werking Het boilervat is verbonden met een collector. Het collectorcircuit is een volledig gescheiden en gesloten circuit, dat onder druk is gevuld met een glycol/water-mengsel.
5.2 Leveringsomvang II II De EcoNorm en CBSolar zonlichtboiler leveringspakket is als volgt samengesteld: wordt gebruiksklaar geleverd. Het Boiler: • RVS boilervat met interne RVS warmtewisselaar; • Hardschuimisolatieschaal en PVC mantel; • Voorgemonteerde temperatuursensor (S2) (alleen bij 120 en 200 liter boiler).
400 liter Expansievaten Volume [liter] 8 18 X Afmetingen (dxh) [mm] 205 x 300 270 x 410 Aansluiting 3/4” 3/4” Voordruk [bar] 1,8 1,8 5.3.1 EcoNormII en CBSolarII boilervaten Inhoud Gewicht Max. werkdruk boilervat Max. werkdruk spiraal Max. temp.
CBSolarII boilers Inhoud Gewicht Max. werkdruk boilervat Max. werkdruk spiraal Max. temp. boiler Isolatie 120 200 120 200 22 35 10 10 40 40 95 95 EPS EPS 50 50 mm kWh/24h 1,31 1,75 l kg bar bar °C Stilstandsverlies DIN 44532 Spiraal Spiraaloppervlakte Vermogen volgens DIN 4708 Debiet spiraal Drukverlies m² kW m³/h mbar 0,6 27 2 148 CBSolarII 120 1,0 44 2 276 300 400 300 400 47 63 10 10 40 40 95 95 EPS EPS 50 50 2,29 2,86 1,3 55 2,5 238 1,6 65 3 133 CBSolarII 200 1. 2. 3. 4. 5.
CBSolarII 300 CBSolarII 400 1. 2. 3. 4. 5.
5.4 Aansluiten van de collectorleidingen Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de collector gelden de volgende regels: Alle leidingen tussen boiler en collector dienen uitgevoerd te worden in 15-22 mm KIWA-gekeurd roodkoper of RVS flexibel geïsoleerd leidingmateriaal (optie). Tijdens normaal bedrijf kunnen de collectorleidingen kortstondig zeer heet worden (>120°C).
De temperatuur in het boilervat kan oplopen tot 95°C, de plaatsing van een mengventiel is daarom essentieel! II II Bij de EcoNorm en CBSolar 120/2,5 en 200/5,0 kan het meegeleverde mengventiel (met vaste instelling van 60°C) direct op het boilervat gemonteerd worden. De vier aansluitingen zijn 15mm knel. Zie onderstaande afbeeldingen. II Bij de CBSolar 300/7,5 en 400/10 wordt een 22mm instelbaar mengventiel meegeleverd. 5.
6 CBHotTop De CBHotTop is een CV-zonlichtboiler waarbij het bovenste gedeelte van de zonlichtboiler op temperatuur wordt gehouden door een solo-ketel. 6.1 Werking Het boilervat is verbonden met een collector. Het collectorcircuit is een volledig gescheiden gesloten circuit, dat onder druk is gevuld met een glycol/water-mengsel. De collectorpomp schakelt met minimaal vermogen in zodra de temperatuur van de collectorsensor 6°C hoger is dan de temperatuur in het boilervat (ΔT>6K:pomp aan).
6.2 Leveringsomvang De CBHotTop zonlichtboiler wordt gebruiksklaar geleverd.
Expansievaten Volume [liter] 8 18 Afmetingen (dxh) [mm] 205 x 300 270 x 410 Aansluiting 3/4” 3/4” Voordruk [bar] 1,8 1,8 6.3.1 Technische informatie CBHotTop boilervaten Inhoud Gewicht Max. werkdruk boiler Max. werkdruk spiraal Max.
CBHotTop 300 CBHotTop 400 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
6.4 Aansluiten van de collectorleidingen Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de collector gelden de volgende regels: Alle leidingen tussen boiler en collector dienen uitgevoerd te worden in 15-22 mm KIWA-gekeurd roodkoper of RVS flexibel geïsoleerd leidingmateriaal (optie). Tijdens normaal bedrijf kunnen de collectorleidingen kortstondig zeer heet worden (>120°C).
Het 300 en 400 liter boilervat zijn voorzien van een extra aansluiting aan de zijkant. Deze moet lekvrij afgestopt worden. 6.7 Elektrische aansluiting Steek de stekker van het SolarStation niet in de wandcontactdoos voordat het systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp.
7 SolarStation Het SolarStation is er voor het tot stand brengen van circulatie in het collectorcircuit en het zo maximaal mogelijk de zonnewarmte in de zonlichtboiler op te slaan. Dit SolarStation bestaat uit een modulerende solarpomp, een elektronische regelunit, een vulkraan, overstortventiel, terugslagklep en manometer. 7.1 Werking De solarpomp in het SolarStation wordt modulerend aangestuurd door het elektronische regelunit waarop de sensor van de collector en van het boilervat zijn aangesloten.
7.3 Beknopte uitleg regelunit De bediening van de regelunit op het SolarStation vindt plaats door middel van drie druktoetsen. Met behulp van de bovenste en onderste toets kan door het menu gescrold worden. Hierin zijn de volgende waarden zichtbaar: Aanduiding COL TST n% hp Betekenis Collectortemperatuur Boilertemperatuur onderin Pompsnelheid Bedrijfsurenteller Als toets 1 voor minimaal drie seconden wordt ingedrukt, dan worden de instellingen zichtbaar.
8 Vullen en ontluchten van de zonneboiler Vul de volgende onderdelen van de installatie in volgorde: 1. sanitairzijdig (boilervat) 2. collectorcircuit 8.1 Vullen en ontluchten sanitairzijdig Gebruik uitsluitend sanitairwater van het waterleidingbedrijf voor het vullen. Het vullen en ontluchten gaat als volgt: 1. open in de installatie een warmwaterkraan; 2. open de hoofdtoevoer van het koudwater; 3. open de stopkraan van de inlaatcombinatie; 4.
9 Inbedrijfname Indien het boilervat en het collectorcircuit zijn gevuld en ontlucht, is de zonneboiler klaar voor gebruik. Zorg dat de stekker van het SolarStation in de wandcontactdoos zit en loop de checklist na (hoofdstuk 15). 10 Buiten bedrijf stellen In sommige situaties kan het voorkomen dat de installatie buiten bedrijf moet worden gesteld. Trek de stekker uit de wandcontactdoos. De installatie is nu buiten bedrijf.
12 Storingen Storing Oorzaak Meer dan 50°C verschil tussen collector en voorraadvat, terwijl de temperatuur in het voorraadvat nog geen 80°C is.
14 Checklist Buitenwerk Collectorsensor juist geplaatst Juiste installatie t.b.v.
Met deze vernieuwde uitgave vervallen alle voorgaande installatievoorschriften. Postbus105 • 7130 AC Lichtenvoorde • Telefoon: 0544 - 391777 • E-mail: info@atagverwarming.com • Internet: www.atagverwarming.