Operation Manual

ATAG cascaderegelaar pagina 6
MONTAGEHANDLEIDING
3.1 Aansluiten bedrading
- Steek de twee 13-polige connectoren op de cascaderegelaar (rood en blauw).
- Steek de 4-polige connector (zwart) op het aansluitblok in de Control Tower op de
posities 18, 19, 20 en 21 (Brain en buitenvoeler).
- Steek de 3-polige connector (oranje) op het aansluitblok in de Control Tower op de
posities 7, 8 en 9 (230 V)
- Steek de 2-polige connector (paars) op het aansluitblok in de Control Tower op de
posities 26 en 27 (24 V).
Zie elektrisch schema pagina 7.
3.2 Interface-adresinstelling bij de ATAG Blauwe Engel
met MCBA vanaf versie 3.0
Een toestel voorzien van de nieuwe stuurautomaat MCBA V3.0 is standaard voorzien
van een geïntegreerde interface voor communicatie met de ATAG Brain en MAD30.
Bij toestellen in cascade moet elk toestel een eigen interfaceadres toegekend krijgen
(toestel 1= adres 0, toestel 2= adres1, etc.).
De adresinstellingen voor de interface moeten bij deze automaat in het parameter-
hoofdstuk op installateurs-niveau (code 123) worden gedaan.
Instellen van het interface-adres gaat als volgt:
- druk de Mode-toets 5 seconden in;
Op het display verschijnt
, gevolgd door een willekeurig getal .
- druk op de + of - toets totdat
verschijnt;
- druk op de Store-toets;
Hiermee wordt de code bevestigd en heeft u toegang tot het installateursniveau.
- druk op de Mode-toets totdat
verschijnt;
U bevindt zich nu in het parameterhoofdstuk.
- druk op de Step-toets totdat parameter 89
verschijnt;
- druk op de + toets totdat het opvolgende toesteladresnummer op het display
verschijnt;
- druk op de Store-toets;
Hiermee wordt de nieuwe instelling bevestigd.
- druk op de Mode-toets om terug te keren naar de
of de technische uitlezing
;
- voer deze instelling bij elk volgend toestel uit.