Operation Manual

Gebruikershandleiding notebook
35
De locaties van de sneltoetsen op de functietoetsen kunnen
variëren afhankelijk van het model, maar de functies moeten
dezelfde blijven. Volg de pictogrammen in de plaats van de
functietoetsen.
Pictogram Zz” (F1): Plaatst de notebook in stand-by
(Opslaan-naar-RAM of Opslaan-naar-schijf afhankelijk
van de instelling van de slaapstandknop in de instelling
van het energiebeheer).
Radiotoren (F2): Alleen draadloze modellen: Schakelt
het interne draadloze LAN of de Bluetooth (op
geselecteerde modellen) AAN of UIT met een OSD-
scherm. Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de
overeenkomstige draadloze indicator op. De software-
instellingen van Windows zijn nodig om het draadloos
LAN of Bluetooth te gebruiken.
Pictogram zonsondergang (F5):Verlaagt de helderheid
van het beeldscherm
Pictogram zonsopgang (F6):Verhoogt de helderheid
van het beeldscherm
LCD-pictogram (F7): Schakelt het beeldschermpaneel
AAN en UIT. (Bij sommige modellen wordt het venster
uitgerekt zodat het hele scherm wordt gebruikt als er een
lage resolutie is ingesteld.)
Speciale toetsenbordfuncties
Gekleurde sneltoetsen
Hieronder vindt u de omschrijving van de
gekleurde sneltoetsen op het toetsenbord van
de notebook. De gekleurde opdrachttoetsen
zijn alleen toegankelijk door de functietoets
ingedrukt te houden terwijl u op een toets
met een gekleurde opdracht drukt.