User Guide

z
Human interface-apparaten, zoals een muis of een toetsenbord
z
Computers (desktop, notebook en PDA bijvoorbeeld)
z
Beeldapparatuur (printers, scanners en camera's)
z
Printers
z
Audioapparaten
z
Netwerktoegangspunten
z
Telefoons
z
Faxapparaten
Voorbeelden van de wijze waarop het ene Bluetooth-apparaat kan worden gebruikt door het
andere Bluetooth-apparaat:
z
Een draadloze muis, een draadloos toetsenbord of een draadloze game controller
gebruiken
z
Geluid beluisteren of afspelen
z
Bestanden en visitekaartjes uitwisselen
z
PIM-databases (Personal Information Manager) synchroniseren
z
Verbinding maken met het internet
z
Afdrukken of een fax versturen
Zie Werken met Bluetooth om via uw computer met Bluetooth bepaalde taken te gaan
uitvoeren.
Zie Bepalen hoe
Bluetooth-technologie werkt op uw computer als u de standaardinstellingen
wilt wijzigen waarmee wordt bepaald hoe Bluetooth op uw computer werkt.
Zie Werken met
Bluetooth-hulpprogramma's voor de beschikbare Bluetooth-
hulpprogramma's en de wijze waarop u deze kunt gebruiken.
Zie Problemen
oplossen als u problemen ondervindt bij het gebruik van Bluetooth.
Zie Basisbewerkingen
als u meer wilt weten over Bluetooth-functies in het algemeen.
Werken met Bluetooth-hulpprogramma's
Het merendeel van de volgende Bluetooth-hulpprogramma's en -besturingselementen zijn op
uw computer te vinden:
z
Mijn Bluetooth-locaties - via Mijn Bluetooth-locaties hebt u op snelle wijze toegang
tot Bluetooth-taken en andere mogelijk belangrijke locaties. Wanneer u gebruikmaakt
van services die andere Bluetooth-apparaten bieden, worden hier automatisch
snelkoppelingen naar deze services geplaatst. Snelkoppelingen bevatten het pictogram
en de naam van de service. De status van de verbinding met de service wordt
aangegeven door zowel het pictogram als de omschrijving onder Opmerkingen (zie
Status van
apparaten en services).
z
Wizard Setup van Bluetooth - met de Wizard Setup van Bluetooth kunt u op
eenvoudige wijze het volgende doen:
{
Een ander Bluetooth-apparaat opzoeken dat u wilt gebruiken
{
Opgeven hoe u het andere apparaat wilt gebruiken
{
Opgeven hoe andere apparaten gebruik kunnen maken van deze computer