User Guide

3-10
Hoofdstuk 3: Algemene gebruiksaanwijzing
3.3 Probleemoplossing (Veelgestelde vragen)
Probleem Mogelijke oplossing
Stroom-LED brandt niet
Druk op de knop
om te controleren of
de monitor aan staat.
Controleer of de stroomkabel goed
is aangesloten op de monitor en de
netvoeding.
Controleer de functie Voedingsindicator
in het OSD-hoofdmenu. Selecteer
"Aan" om de voedings-LED in te
schakelen.
De stroom-LED brandt amberkleurig
en er is geen schermbeeld
Controleer of de monitor en de
computer aan staan.
Controleer of de signaalkabel goed
is aangesloten op de monitor en de
computer.
Controleer de signaalkabel op gebogen
pennen.
Sluit de computer aan op een andere
beschikbare monitor en controleer of de
computer goed werkt.
Het schermbeeld is te licht of te
donker
Stem de instellingen van het Contrast
en de Helderheid af via OSD.
Schermbeeld is niet gecentreerd of
heeft niet de juiste afmeting
Stem de instellingen van de H-Positie
of de V-Positie af via OSD.
Het beeld beweegt of een
golfpatroon is aanwezig in het beeld
Controleer of de signaalkabel goed
is aangesloten op de monitor en de
computer.
Verwijder elektrische apparatuur die
de elektrische interferentie kunnen
veroorzaken.
Het schermbeeld heeft verkeerde
kleuren (wit ziet er niet uit als wit)
Controleer de signaalkabel op gebogen
pennen.
Opnieuw instellen via OSD.
Stem de R/G/B-kleurinstellingen af of
selecteer de kleur via OSD.
Schermbeeld is wazig of troebel Stem de instellingen van de Fase en de
Clock af via OSD.