User Guide

3-8
Hoofdstuk 3: Algemene instructies
3.3 Problemen oplossen (Veelgestelde
vragen)
 
De voedings-LED is niet AAN
Druk op de knop om te controleren of de
monitor is INGESCHAKELD.
Controleer of de voedingskabel correct
is aangesloten op de monitor en het
stopcontact.
De voedings-led brandt oranje en er is
geen beeld op het scherm
Controleer of de monitor en de computer
zijn INGESCHAKELD.
Controleer of de signaalkabel correct is
aangesloten op de monitor en de computer.
Inspecteer de signaalkabel en controleer of
er geen pins zijn verbogen.
Sluit de computer aan op een andere
beschikbare monitor om te controleren of de
computer correct werkt.
Het beeld op het scherm is te helder of
te donker
Pas de instellingen voor het Contrast en de
Helderheid aan via het OSD.
Het beeld op het scherm is niet correct
gecentreerd of heeft niet het correcte
formaat
Houd de knop twee tot vier seconden
ingedrukt om het beeld automatisch aan te
passen (alleen VGA-modus).
Pas de instellingen voor de horizontale en
verticale positie aan via het OSD.
Het beeld op het scherm stuitert of er
is een golvend patroon zichtbaar in het
beeld
Controleer of de signaalkabel correct is
aangesloten op de monitor en de computer.
Verplaats elektrische apparaten die mogelijk
elektrische storingen kunnen veroorzaken.
Het beeld op het scherm vertoont
afwijkende kleuren (het wit ziet er niet
wit uit)
Inspecteer de signaalkabel en controleer of
er geen pins zijn verbogen.
Voer een reset uit via het OSD.
Pas de R/G/B-kleurinstellingen aan of
selecteer de kleurtemperatuur via het OSD.
Het beeld op het scherm is wazig
Houd de knop twee tot vier seconden
ingedrukt om het beeld automatisch aan te
passen (alleen VGA-modus).
Pas de instellingen voor de Fase en de
Clock aan via het OSD.