P527 Gebruikershandleiding
DU3361 Eerste editie Oktober 2007 Copyright © 2007 ASUSTeK COMPUTER INC. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze handleiding, inclusief de beschreven producten en software, mag worden gekopieerd, overgedragen, bewerkt, opgeslagen in een retrievalsysteem, of vertaald in elke willekeurige taal in eender welke vorm of door eender welk middel, behalve documentatie die door de aankoper wordt bewaard voor back-updoeleinden, zonder de expliciete schriftelijke toestemming van ASUSTeK COMPUTER INC.
Inhoudsopgave Specificaties van de P527...................................................................... 9 Inhoud verpakking................................................................................ 10 Hoofdstuk 1 Aan de slag Kennismaken met uw P527.................................................................. 12 Schema ...................................................................................................... 12 Beschrijving apparaatonderdelen..................................
Hoofdstuk 2 Gegevens invoeren Het invoerpaneel gebruiken................................................................. 30 Het toetsenbord op het scherm gebruiken..................................................... 30 T9-invoer gebruiken....................................................................................... 31 Schrijven en tekenen op het scherm.................................................. 32 Spraak opnemen...........................................................................
ASUS CallFilter gebruiken............................................................................. 53 Hoofdstuk 4 Draadloze functies Draadloos beheer gebruiken............................................................... 58 Bluetooth® gebruiken .......................................................................... 59 Overzicht ...................................................................................................... 59 Bluetooth activeren op uw apparaat.............................
Locatiegids............................................................................................ 91 Locatiegids gebruiken.................................................................................... 91 Externe GPS.......................................................................................... 94 Een extern GPS-apparaat instellen............................................................... 94 Hoofdstuk 6 Multimediafuncties De camera gebruiken...................................
RSS-nieuws lezen . ..................................................................................... 129 Een nieuwe categorie maken....................................................................... 129 Een nieuw kanaal toevoegen....................................................................... 130 NewStation-menu’s...................................................................................... 133 FM-radio..................................................................................
Geheugen -................................................................................................... 153 Opslagkaartgeheugen.................................................................................. 153 Programma's die in het geheugen worden uitgevoerd................................. 154 Instellingen................................................................................................... 154 Bijlage Mededelingen....................................................................
Specificaties van de P527 Processor TI OMAP 850 Besturingssysteem Microsoft® Windows Mobile™ 6 Professional Geheugen 128 MB NAND Flash ROM Beeldscherm 2,6”, 320 x 240 TFT LCD (Liquid Crystal Display) Touchscreen met 65.536 kleuren en LED-achtergrondverlichting Frequentieband Quad-band GSM (850/900/1800/1900 MHz) Geïntegreerde GSM/GPRS/EDGE en GPS met interne antenne GPS Ingebouwde SiRF star III-chipset GPRS Klasse B, multisleuf klasse 10 Camera 2.
Inhoud verpakking Controleer of de volgende items aanwezig zijn in de verpakking van de P527: P ASUS P527 P Beschermhoes P Batterij P CD Aan de slag P Adapter P Gebruikershandleiding P Mini-USB kabel P Snelstartgids P Headset P Garantiekaart P Stylus Pen P microSD* P Autolader mobiele telefoon* P Bonus-cd* P Carkit (PDA-houder en stand met zuignap voor voorruit)* P Navigatie-cd & handleiding* *Niet altijd nodig, afhankelijk van uw woonplaats OPMERKING: • Het beschermingstasje is alle
Hoofdstuk Aan de slag 1 • Kennismaken met uw P527 • Uw apparaat voorbereiden • Opstarten • Het scherm Vandaag 11
Kennismaken met uw P527 Onderdelen: Schema 1 Power knop 2 Instelschakelaar 1 3 Ok knop I 4 Meldings-LED Bovenkant 5 Ontvanger oortje 5 4 6 LCD Touchscreen 7 Kiesknop 8 Linkersoftwareknop 2 3 9 Startknop 10 Navigatietoets 11 OK knop 6 12 Rechtersoftwareknop 13 Einde knop 14 Locatiekoeriertoets 7 Zijkant links 12 8 9 10 11 12 13 14 16 19 15 18 20 21 22 17 Voorkant 15 Wissen Toets 16 Travelog-knop 17 Alphanumeric keypad 18 Bluetooth-k
Onderdelen: 23 24 23 Cameralens 24 Stereo luidspreker 25 Batterijvak 26 26 Knop Vergrendelen 27 Resetknop 27 Reset 25 28 Cameraknop 29 MicroSD-sleuf 30 Stylus pen 31 Hoofdtelefoon aansluiting 32 Mini-USB-aansluiting MicroSD 28 29 30 Zijkant rechts Achterkant 32 31 Onderkant 13
Beschrijving apparaatonderdelen Nr. 14 Item Beschrijving 1 Power knop Druk eenmaal om de slaapstand in te stellen of om het apparaat uit de slaapstand te activeren. Houd de knop ingedrukt om de voeding in of uit te schakelen. 2 Instelschakelaar Met deze drierichtings instelschakelaar kunt u gemakkelijk navigeren door de menu’s zonder dat u hiervoor een pen nodig hebt. 3 Ok knop Druk op deze knop om een opdracht te bevestigen of om een geopende toepassing te sluiten/af te sluiten.
Nr. Item Beschrijving 15 Wissen Toets Indrukken om het ingevoerde teken links te verwijderen. 16 Travelog-knop Indrukken op de Travelog-toepassing te starten. 17 Alfanumeriek toetsenblok Hiermee kunt u tekst en cijfers invoeren. 18 Bluetooth-knop Hiermee kunt u de Bluetooth-toepassing in- en uitschakelen. 19 FM-toetsenbord Indrukken om de FM-radio te starten. 20 Berichtknop Indrukken om de berichttoepassing te starten. 21 Modus Knop schakelaar Hiermee schakelt u tussen toepassingen.
Uw apparaat voorbereiden De SIM-kaart en batterij installeren Voordat u een telefoongesprek kunt voeren met uw P527, moet u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module) installeren. Een SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, abonnementgegevens, telefoonboek en extra telefoongeheugen. Uw P527 wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Nieuwe batterijen zijn bij de levering gedeeltelijk ontladen. Daarom moet u ze volledig opladen voordat u ze gebruikt.
2. Verwijder de batterij. 3. Plaats de SIM-kaart met de gouden contacten omlaag gericht en de schuine kant in de richting van de linkerbovenhoek van de sleuf, zoals weergegeven. 4. Plaats de batterij terug in het vak en zorg ervoor dat de koperen contacten zijn uitgelijnd op de koperen geleider op het apparaat. 5. Sluit het deksel van het batterijvak.
De batterij opladen De bijgeleverde Batterij is bij de levering slechts gedeeltelijk opgeladen. Laat de batterij volledig opladen gedurende vier (4) uren voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt. De batterij opladen: 1. Sluit de AC-adapter aan op de mini-USB-aansluiting op de onderkant van het apparaat. 2. Sluit de adapter aan op een geaarde wandcontactdoos of multistekker.
Opstarten Uw apparaat inschakelen Zorg ervoor dat uw P527 volledig is opgeladen voordat u het apparaat voor de eerste keer opstart. De voeding inschakelen: 1. Houd de Power knop ingedrukt. Power knop 2. Volg de instructies op het scherm om het scherm uit te lijnen en de lokale tijdzone in te stellen. De Stylus pen gebruiken De Stylus pen bevindt zich achter de rechterbovenhoek van uw P527. • Gebruik de Stylus pen om een item te schrijven, te tekenen, te selecteren of te slepen op het scherm.
De P527 kalibreren Door de kalibratie van uw apparaat bent u zeker dat het item waarop u tikt op het scherm, ook wordt geactiveerd. Hiervoor moet u op het scherm tikken in het midden van de doelschijven die verschijnen op verschillende coördinaten op het scherm. Uw scherm kalibreren: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem en tik vervolgens op het pictogram Scherm. 2. Tik op het tabblad Algemeen op Scherm uitlijnen en volg de opeenvolgende kalibratie-instructies op het scherm.
Het scherm Vandaag Het scherm Vandaag toont nuttige informatie. U kunt het scherm Vandaag configureren zodat u over alle benodigde belangrijke informatie beschikt. • Tik op Start > Vandaag om het scherm Today te openen. • Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag om het scherm Vandaag persoonlijk aan te passen.
Statusindicators Raadpleeg de onderstaande tabel voor de pictogramstatusindicators op het scherm Vandaag. Pictogram Beschrijving GPRS beschikbaar. Verbinden via GPRS. Verbonden via GPRS. Verbinden via ActiveSync. ActiveSync-verbinding niet actief. Bezig met synchronisatie via ActiveSync. Synchronisatiefout. Oproep doorgestuurd. Gesprek bezig. Gesprek in wacht. Gemiste oproep. Nieuw SMS-bericht.
Statusindicators Pictogram Beschrijving Nieuwe voicemail. Nieuw MMS-bericht (Multimedia Messaging Service). Geen mobiele telefoonservice. Geen signaal. Bezig met zoeken van mobiele telefoonservice. Geeft de signaalsterkte aan. Geluid UIT. Geluid AAN. Batterijvermogen laag. Batterij extreem laag. Batterij gedeeltelijk opgeladen. De batterij is bezig met opladen.
Statusindicators Pictogram Beschrijving De batterij is volledig opgeladen. Roaming. Dit pictogram verschijnt alleen als u over een internationale roamingfunctie beschikt. Tril- of stille modus aan. Bluetooth-hoofdtelefoon aangesloten. Bluetooth-hoofdtelefoon aangesloten met geluid. Verschijnt wanneer u het alarm instelt. Geen SIM geïnstalleerd. Notice indicator. Tap to view notice.
Schermstand U kunt het scherm in drie verschillende standen instellen: 1. Staand 2. Liggend Stel de modus Staand in voor een betere weergave of een beter gebruik van bepaalde toepassingen op uw apparaat. Stel de modus Liggend in om foto's, video's of langere tekstbestanden weer te geven. Om de schermstand te wijzigen, tikt u op Start > Instelling > tabblad Systeem > Screen en selecteert u vervolgens de gewenste stand. U kunt de stand ook wijzigen door op het pictogram te tikken.
Startmenu Het Startmenu bevat verschillende programma's en toepassingen die u vaak gebruikt. Tik op Start om het items van het startmenu weer te geven: Staand Liggend U kunt de items die in het menu Start verschijnen ook aanpassen. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Menu's. 2. Schakel de selectievakjes in naast de items die u wilt weergeven in het menu Start. U kunt maximaal zeven (7) items selecteren.
ASUS-starter ASUS-starter is een alternatief programma waarmee u toepassingen eenvoudig en snel kunt starten, taken kunt uitvoeren en apparaatinstellingen kunt wijzigen. Standaard verschijnt het menu ASUS-starter nadat u het apparaat hebt opgestart. U kunt het programma uitvoeren via Start > Programma’s > ASUS-starter of door in de hoek linksonder op het scherm Vandaag op ASUS-starter te tikken.
Hoofdstuk Gegevens invoeren 2 • Het invoerpaneel gebruiken • Schrijven en tekenen op het scherm • Spraak opnemen • ActiveSync™ gebruiken • Synchroniseren met Exchange Server • Informatie zoeken • Help-informatie weergeven 29
Het invoerpaneel gebruiken Wanneer u een toepassing start of een veld selecteert dat tekst, symbolen of cijfers bevat, verschijnt het pictogram van het invoerpaneel op de menubalk. Via het invoerpaneel kunt u verschillende invoermethodes selecteren, met inbegrip van, XT9 (afhankelijk van taalondersteuning): Toetsenbord. Het toetsenbord op het scherm gebruiken Via het toetsenbord op het scherm kunt u tekst, symbolen, cijfers of andere speciale tekens invoeren wanneer invoer mogelijk is.
XT9-invoer gebruiken Met XT9 kunt u tekst in alfanumeriek formaat invoeren. Wanneer u alfanumerieke teksten op het toetsenblok intoetst, vult XT9 uw invoer automatisch aan met het meest waarschijnlijke volledige woord. Om te schakelen naar de XT9-invoer, tikt u op de pijl op invoerpaneel en tikt u op XT9.arrow, then tap XT9. Sneltoetsen XT9-invoer • Om een woord of nummer in te toetsen, tikt u op de toetsen op het toetsenblok. • Om een woord of getal van de woordenlijst in te voeren: a.
Schrijven en tekenen op het scherm U kunt rechtstreeks op het scherm schrijven of tekenen en notities in uw eigen handschrift opslaan. Als u er de voorkeur aan geeft uw eigen handschrift of tekeningen te gebruiken in uw notities, stelt u de standaard invoermodus in op Schrijven. Als u de voorkeur geeft aan tekst, stel dan de standaardmodus in op Invoeren. De standaard invoermodus instellen voor Notities: 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst Notities op Menu > Opties. 3.
Spraak opnemen U kunt op elk ogenblik, ongeacht of uw telefoon in stand-by of in actieve modus is, geluid of spraak opnemen of een opname toevoegen aan een notitie via uw apparaat. Een spraakopname maken: Houd de knop Voice Spraakbesturing ingedrukt om de opname te starten. Ingedrukt houden om de spraakopname te starten U kunt ook de onderstaande stappen volgen: 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst Notities op Nieuw. 3.
Een opname toevoegen aan een opgeslagen notitie: 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst Notities om een opgeslagen notitie te openen. 3. Als u geen opnamewerkbalk ziet, tik dan op Menu > Opnamewerkbalk weergeven. 4. Tik op het opnamepictogram om de opname te starten. 5. Plaats de ontvanger dicht bij uw mond of geluidsbron. 6. Tik op het pictogram Stop wanneer u klaar bent met opnemen. Een opnamepictogram verschijnt op de notitie. 7. Tik op 34 .
ActiveSync™ gebruiken Met ActiveSync™ kunt u de gegevens in uw apparaat synchroniseren met de gegevens in uw computer. ActiveSync kan ook synchroniseren via een draadloos of mobiel netwerk met Microsoft Exchange Server, op voorwaarde dat uw mobiele telefoonservice of het mobiele telefoonbedrijf Microsoft Exchange Server uitvoert met Exchange ActiveSync. Wanneer u rechtstreeks synchroniseert met Exchange Server kunt u up-to-date blijven, zelfs als uw pc is uitgeschakeld.
Als u uw apparaat wilt synchroniseren met Exchange Server via uw bedrijf of serviceprovider, moet u uw netwerkbeheerder vragen u de naam van de Exchange Server, de gebruikersnaam, het wachtwoord en de domeinnaam te bezorgen voordat u de Wizard Instelling synchronisatie start. ActiveSync installeren en configureren op uw computer: 1. Installeer ActiveSync vanaf de Microsoft-cd Aan de slag die bij de verpakking van uw apparaat is geleverd. 2. Volg de opeenvolgende scherminstructies. 3.
Synchroniseren via mini-USB U kunt uw apparaat via de bijgeleverde mini-USB-kabel aansluiten om uw computer te synchroniseren. Uw apparaat synchroniseren via mini-USB: 1. Sluit de USB-stekker aan op de mini-USB-aansluiting op de onderkant van het apparaat nadat u ActiveSync op uw computer hebt geïnstalleerd. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op uw computer. Wanneer de verbinding is gemaakt, synchroniseert ActiveSync uw apparaat automatisch.
Synchroniseren met Exchange Server Uw apparaat synchroniseren met Exchange Server: 1. Tik in het ActiveSync-menu op Menu > Serverbron toevoegen. 2. Voer in het veld Serveradres de naam in van de server die Exchange Server uitvoert en tik op Volgende. Tik, indien nodig, in het selectievakje Deze server vereist een beveiligde (SSL) verbinding.
3. Voer uw naam, wachtwoord en domein in en tik daarna op Volgende. 4. Tik in de selectievakjes om de gegevensitems te selecteren die u wilt synchroniseren met Exchange Server. Om de beschikbare synchronisatieinstellingen te wijzigen, selecteert u een gegevensitem en tikt u vervolgens op Instellingen. Tik op Voltooien wanneer u klaar bent. 5. Start het synchronisatieproces.
De synchronisatieplanning instellen De synchronisatie instellen met Exchange Server: 1. Tik in het scherm ActiveSync op Menu > Schema. 2. Raadpleeg de tabel voor invoerdetails. Volume 40 Aanbevolen instelling Hoog Selecteer een korter interval in de lijst Piektijden. Laag Selecteer de optie Bij binnenkomst van items of kies een langer interval in de lijst Buiten piektijden times. Tijdens roaming Schakel het selectievakje Bovenstaande instellingen gebruiken tijdens roamen in.
Informatie zoeken Met het zoekhulpprogramma kunt u bestanden en andere items zoeken die op uw apparaat of op de externe MicroSD-kaart zijn opgeslagen. U kunt zoeken op bestandsnaam of op woorden die zich in de diverse toepassingen bevinden, waaronder Kalender, Contacts, Excel Mobile, Word Mobile, Outlook Mobile, Help, Berichten, Notities, alle gegevens en Tasks. U kunt uw zoekopdracht ook filteren om bestanden die groter zijn dan 64 KB te zoeken. Een bestand of item zoeken: 1.
Help-informatie weergeven Voor alle programma's op het apparaat is een Help-functie beschikbaar. Help-informatie voor een programma weergeven: • 42 Tik in het scherm Vandaag of in het programma op Start > Help. Een pagina wordt geopend met koppelingen naar onderwerpen die u uitleg geven over de manier waarop u het programma kunt gebruiken.
Hoofdstuk Telefoonfuncties 3 • De telefoon gebruiken • Een nummer kiezen • Een oproep ontvangen • ASUS CallFilter 43
De telefoon gebruiken U kunt uw P527 gebruiken om oproepen te maken en te ontvangen, net als bij een standaard mobiele telefoon. U kunt ook een geschiedenis bijhouden van de uitgaande en binnenkomende gesprekken, SMS- of MMS-berichten verzenden, notities maken tijdens het gesprek, bellen vanaf Contacten en contacten van uw SIM-kaart kopiëren naar uw apparaat. Telefoontoetsenblok Via het telefoontoetsenblok kunt u gemakkelijk bellen en de instellingen voor Contacten, Oproepen, Snelkeuze en Telefoon openen.
Een nummer kiezen U kunt een nummer kiezen via het telefoontoetsenblok. U kunt ook rechtstreeks nummers kiezen vanaf Contacten, Oproepen, Snelkeuze of Spraakbesturing. Het alfanumerieke toetsenblok gebruiken Een nummer kiezen via het alfanumerieke toetsenblok: 1. Controleer of het apparaat niet in wachtstand is. 2. Voer het nummer in van de persoon die u wilt bellen en druk vervolgens op de toets Bellen.
Functies van het telefoontoetsenblok Toont de huidige belstatus Druk hierop om het geluid te dempen/weer hoorbaar te maken Indrukken om de lijst met contacten te openen Indrukken om de luidspreker IN/UIT te schakelen Indrukken om notities te maken Indrukken om het numerieke toetsenblok te openen Intelligent kiezen gebruiken Smart Dialer gebruikt het vooraf gedefinieerde alfabet of de letters die zijn toegewezen aan de toetsen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9. Voorbeeld: heeft de letters a, b en c.
Een nummer kiezen vanaf Contacten Rechtstreeks vanaf Contacten een nummer kiezen: 1. Druk met de rechterschermtoets of tik op het scherm Vandaag op Contacten. 2. You can do any of the following to make a call: • Tap name of contact, then from the Contacts screen, tap Call. • Tap name of contact, then press the Call key. • You can also tap and hold the contact, and from the shortcut menu tap Call Work, Call Home, or Call Mobile. • Tap Enter a name...
Snelkeuze gebruiken Met Speed Dial Snelkeuze kunt u vaak gekozen nummers bellen met één tik van de pen. Als u bijvoorbeeld een contactpersoon toewijst aan knop nummer 2 in Speed Dial Snelkeuze, kunt u gewoon de pen tikken en houden op om het nummer van de contactpersoon te kiezen. Een snelkeuzegegeven maken: 1. Zorg ervoor dat het gegeven dat u wilt maken al in de Contacten is opgeslagen. 2. Tik op Start > Telefoon. 3. Tik op het telefoontoetsenblok op de knop Snelkeuze. 4. Tik op Menu > Nieuw. 5.
Spraakopdracht gebruiken Een nummer kiezen met een spraakopdracht: 1. Druk op de knop Spraakbesturing naast de rechterschermknop. 2. In het volgende scherm geeft uw apparaat de melding "Spreek uw opdracht in". 3. Zeg duidelijk hoorbaar "Kiezen", gevolgd door de naam van de persoon in de lijst contacten die u wilt bellen. 4. Zeg "Ja" of "Nee" na de vraag om bevestiging. Als u "Ja" hebt gezegd, gaat de spraakopdracht verder en wordt het nummer gekozen, anders keert u terug naar het spraakopdrachtmenu. 5.
Een oproep ontvangen Als u een oproep ontvangt, verschijnt een bericht waarin u de keuze hebt het binnenkomende gesprek te beantwoorden of te weigeren. Een binnenkomende gesprek beantwoorden of negeren: • • Om een oproep te beantwoorden, tikt u op Beantw of drukt u op Kiesknop. Om een binnenkomende oproep te weigeren, tikt u op Negeren of drukt u op Knop Einde. TIP: Houd de toets Kiezen ingedrukt om de ontvanger te schakelen naar de luidsprekertelefoonmodus.
ASUS CallFilter De Gespreksfilter van ASUS is een eenvoudig, maar efficiënt hulpprogramma waarmee u alle inkomende oproepen kunt beheren. Met dit hulpprogramma kunt u het beheer voeren van een lijst van telefoonnummers van uw Contactenlijst, een oproeplogboek, een berichtenlogboek of elk geheim telefoonnummer dat u wilt accepteren of weigeren. ASUS CallFilter starten Tik op het scherm Vandaag op om de ASUS Gespreksfilter te starten.
Wanneer u ASUS CallFilter voor de eerste keer start, moet u ASUS CallFilter installeren en de opslaglocatie selecteren. Hieronder vindt u de beschrijving van de stappen die u moet uitvoeren wanneer u ASUS CallFilter voor de eerste keer start. 1. Nadat u op het scherm Vandaag op hebt getikt, installeert het hulpprogramma de benodigde cabinet-bestanden (.cab) op uw apparaat. Volg de opeenvolgende instructies op het scherm om het proces te voltooien. 2.
ASUS CallFilter gebruiken Nadat u de benodigde bestanden hebt geïnstalleerd, tikt u op om het snelmenu van ASUS CallFilter te starten. Via het snelmenu kunt u de lijst Accepteren of Weigeren gemakkelijk activeren. Voer een van de volgende bewerkingen uit via het snelmenu: • • • • Tik op Lijst Accepteren om de lijst Accepteren te activeren en alleen inkomende oproepen te ontvangen waarvan de nummers in de lijst Accepteren zijn opgenomen.
De lijst Accepteren beheren Via de lijst Accepteren kunt u de telefoonnummers die u wilt accepteren, selecteren. Inkomende gesprekken die niet in de lijst Accepteren zijn opgenomen, worden automatisch geweigerd. Items toevoegen aan de lijst Accepteren: 1. Selecteer Bewerken in het snelmenu van ASUS CallFilter. 2. Selecteer Lijst Accepteren in het vak Lijst bewerken. 3 3. Selecteer de gegevensbron.
De lijst Verwijderen beheren Via de lijst Weigeren kunt u de telefoonnummers die u wilt weigeren, selecteren. Inkomende gesprekken die in de lijst Verwijderen zijn opgenomen, worden geweigerd. Items toevoegen aan de lijst Weigeren: 1. Selecteer Bewerken in het snelmenu van ASUS CallFilter. 2. Select Lijst Weigeren from Edit List box. 3. Selecteer de gegevensbron. U kunt gegevens ophalen van uw Contacten, het Oproeplogboek of het Berichtenlogboek of u kunt elk anoniem nummer invoeren. 3 2 4.
Hoofdstuk Draadloze functies 4 • Draadloos beheer gebruiken • Bluetooth® gebruiken • Wi-Fi® gebruiken • Een GPRS-verbinding instellen 57
Draadloos beheer gebruiken Met Draadloos beheer kunt u de voeding van uw draadloze verbindingen vanaf één locatie uit- of inschakelen. Dit is een snelle manier om batterijvermogen te sparen of om uw apparaat voor te bereiden voor een vlucht. Draadloos beheer gebruiken: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Draadloos beheer. 2. Tik op Draadloos beheer. 3.
Bluetooth® gebruiken Overzicht Bluetooth® is een draadloze communicatietechnologie op korte afstand waarmee apparaten met Bluetooth-capaciteiten in staat zijn gegevens uit te wisselen binnen een straal van ongeveer 10 meter (30 ft) zonder enige Fysieke verbinding. • • Verbinden en communiceren, zoals het verzenden van bestanden, taken of contactpersonen, met andere Bluetooth-apparaten. De Bluetooth-service gebruiken.
Bluetooth-apparaten toevoegen 1. Zorg dat Bluetooth is ingeschakeld op het apparaat dat u wilt toevoegen en dat het apparaat is ingesteld op Identificeerbaar. 2. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Bluetooth. 3. Tik op Nieuw app. toevoegen… om beschikbare Bluetooth-apparaten te zoeken. De zoekactie kan enkele minuten duren. 4. Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken en tik vervolgens op Volgende of druk op de rechterschermtoets.
5. Voer het alfanumerieke wachtwoord van het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken in en tik vervolgens op Volgende of druk op de rechterschermtoets. U kunt het wachtwoord vinden in de documentatie die bij het andere apparaat is geleverd. 6. Voer de weergavenaam in voor deze verbinding.
7. Herhaal stappen 3-6 om meer apparaten te verbinden.
Wi-Fi® gebruiken WiFi biedt de beste verbinding die beschikbaar is voor zowel computernetwerken als voor toepassingen voor thuisamusement. Dit verbindingtype biedt het bereik, de bandbreedte en de prestaties die worden vereist door moderne multimediatoepassingen en producten. Wi-Fi inschakelen Gebruik Draadloos beheer om WiFi op uw apparaat in of uit te schakelen. U kunt het Draadloos beheer op een van de volgende manieren openen: 1.
Draadloze netwerken configureren Om een draadloos netwerk te configureren, moet u de pagina met de WiFi-instellingen starten. 1. Om de pagina met de Wi-Fiinstellingen te starten, kunt u een van de volgende zaken doen: • Tik op Instellingen nadat u een draadloos netwerk hebt geselecteerd waarmee u het apparaat wilt verbinden. • Tik op Start > Instellingen > Verbindingen > Wi-Fi. 2.
Een draadloos netwerk toevoegen Als het apparaat het draadloos netwerk waarmee u een verbinding wilt maken niet automatisch kan detecteren, kunt u het netwerk toevoegen. Vraag de instellingen voor het draadloos netwerk aan uw netwerkbeheerder. Een draadloos netwerk toevoegen: 1. Om de pagina met de Wi-Fi-instellingen te starten, kunt u een van de volgende zaken doen: • Tik op Instellingen nadat u een draadloos netwerk hebt geselecteerd waarmee u het apparaat wilt verbinden.
4. Stel de verificatie-, gegevenscoderings- en netwerksleutel in. Vraag deze informatie aan uw netwerkbeheerder.Tik daarna op Volgende. 5. Als u het EAP-type wilt wijzigen, schakelt u het adaptervakje in en wijzig vervolgens het EAP-type. 6. Tik op Voltooien wanneer u klaar bent.
Een GPRS-verbinding instellen Met uw P527 kunt u een verbinding maken via GPRS (General Packet Radio Service). GPRS is een draadloze communicatiestandaard die werkt aan snelheden tot 115 kbps, in vergelijking met 9,6 kbps van de huidige GSM (Global System for Mobile Communications = Algemeen systeem voor mobiele communicatie). Dit ondersteunt een wijd bereik bandbreedten waarmee kleine bursts gegevens, zoals e-mails en webbrowsers, kunnen worden verzonden en ontvangen.
4. Tik op het scherm Verbindingen op Een nieuwe modemverbinding toevoegen. 5. Voer een unieke naam in voor de verbinding en selecteer vervolgens Mobiele verbinding (GPRS) in de modemlijst.
6. Voer de naam in voor het Toegangspunt. 7. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en domein in en tik daarna op Voltooien. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp. OPMERKING: • De kosten van GPRS-services en de GPRS-verbindingsinstellingen kunnen verschillen afhankelijk van de operators. Raadpleeg uw serviceprovider voor een geschikte oplossing. • De GPRS- en USB-verbindingen kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
GPRS verbinden GPRS verbinden: 1. Tik op Start > Instellingen > Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Verbindingen. 2. Tik op het scherm Verbindingen op Bestaande verbindingen beheren. 3. Tik en houd de Stylus pen op een bestaande verbinding en tik vervolgens in het pop-upmenu op Verbinden. Tik op Verwijderen als u de geselecteerde verbindingsinstelling wilt verwijderen. 4. Wanneer de verbinding is gemaakt, tikt u op om af te sluiten.
Als u een standaard GPRS-verbinding hebt ingesteld, wordt deze automatisch verbonden wanneer u een toepassing start die een verbinding maakt met het internet. 1. Start een willekeurige toepassing die een verbinding maakt met het internet (bijv. Internet Explorer). Het apparaat zal automatisch een verbinding maken met uw standaard GPRS-verbinding. Een pop-upvenster verschijnt om de verbindingsstatus aan te geven. Pop-upvenster 2. Wanneer u verbonden bent, kunt u het surfen op het internet starten.
Het GPRS-hulpprogramma gebruiken Met het GPRS-hulpprogramma kunt u uw GPRS-serviceprovider gemakkelijk selecteren en probleemloos een verbinding maken met deze provider. Een verbinding maken via GPRS-hulpprogramma: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Netwerkinstelling. U kunt ook in de statusbalk tikken op en vervolgens in het pop-upvenster tikken op Instellingen. 2. Selecteer uw GPRS-provider in de lijst op het scherm Netwerkinstelling.
Hoofdstuk GPS-functies 5 • GPS-vanger • Travelog • Locatiegids • Externe GPS 73
GPS-vanger Met GPS-vanger kunt u de GPS-gegevens op uw apparaat bijwerken. De GPS-gegevens bevatten belangrijke informatie over de status van de satelliet, de huidige datum en het tijdstip om de satellietpositie te bepalen. GPS-gegevens bijwerken GPS-gegevens bijwerken: 1. Tik op Start > Programma’s > GPSvanger. 2. Sluit uw apparaat aan op de pc met de USB-kabel. Tik vervolgens op Update. Het updateproces wordt gestart.
3. Tik op wanneer u klaar bent. OPMERKINGEN: De GPS-gegevens vervallen na drie dagen. U moet de gegevens bijwerken wanneer ze vervallen zijn. U kunt GPS Catcher ook instellen om de gegevens automatisch bij te werken. Raadpleeg de volgende sectie GPS Catcher instellen. GPS Catcher instellen GPS-vanger instellen: 1. Tik op het scherm GPS-vanger op Menu > Instelling. 2. Schakel de opties van uw voorkeur in. Tik op wanneer u klaar bent.
Travelog Met Reislogboek kunt u uw reisroute registreren en het KMZ-bestand exporteren om het op uw pc weer te geven op Google Earth. GPS inschakelen GPS inschakelen: 1. Tik op Start > Programma’s > Reislogboek > Menu. 1. Fysieke afstand 2. Schalen 2 1 3. Knop Inzoomen 4. Knop Uitzoomen 1 3 5. Huidige tijd 4 6 6. Statusbalk 5 2. Tik op de knop GPS AAN inschakelen. Het apparaat start met het zoeken van het GPSsignaal.
De reisroute registreren De reisroute registreren: 1. Tik op Start > Programma’s > Reislogboek > Nieuwe route. Voer een naam in voor de route. Als u het controlepunt wilt registreren, schakelt u het vakje Controlepunt registreren en stelt u het interval in. Raadpleeg GPS-instelling in de sectie Reislogboekinstelling voor details over het instellen van de GPS en de energiebesparing. 2. Tik op Start om het registreren van uw reisroute te starten.
Tijdens de registratie kunt u de verwante status zien in de statusbalk. • Wanneer de statusbalk de huidige GPS-positie toont in geografische lengte/breedte, tikt u op de balk om het scherm GPS Status weer te geven. • Wanneer de statusbalk de reisafstand en de verstreken tijd toont, tikt u op de balk om het scherm Snelheid weer te geven. • Wanneer de statusbalk u op de balk om het Kompas weer te geven.
3. Tik op Menu > Stop om de opname te stoppen. De routegegevens worden opgeslagen in Mijn favoriet. • New POI (Nieuwe nuttige plaats): Tik om een nieuwe Nuttige plaats te maken. Raadpleeg de volgende sectie Een nieuwe Nuttige plaats maken voor details. • Mijn favoriet: • Pause (Pauze): • Stop: beheer alle gegevens over uw route en nuttige plaatsen. Deze functie is uitgeschakeld tijdens het registreren van een route. tik op deze optie om de registratie van een route te onderbreken.
Route exporteren U kunt uw reisroute exporteren naar een KMZ-bestand en dit laden op Google Earth. Een route exporteren: 1. Tik in het scherm Route op Menu > Mijn favoriet. 3. Bewerk de routenaam en selecteer de doelmap en opslagplaats. Tik daarna op Volgende. U kunt ook de exportinstellingen opgeven. Raadpleeg het item Exportinstelling in de sectie Travelog voor details. 80 2. Selecteer een route in de routelijst en tik op de knop Exporteren.
4. Tijdens het exporteren kunt u op Annuleren tikken om het exporteren te stoppen. 5. Wanneer u klaar bent, verschijnt een meldingsbericht. Tik vervolgens op . De weergavemodi van de routes op Google Earth verschillen van de uitvoermodus en de geavanceerde presentatiemodus die u in de exportinstelling hebt ingesteld. Raadpleeg de voorbeelden op de volgende pagina.
Weergavemodus op Google Earth Normale modus Snelheidsmodus zonder 2D-voorstelling Snelheidsmodus met 3D-voorstelling 82
Een nieuwe Nuttige plaats maken Tijdens het registreren van een reisroute, kunt u een nieuwe Nuttige plaats (POI) op de huidige positie maken. Een nieuwe Nuttige plaats (POI) maken: 1. Tik in het scherm Route op Menu > Nieuw POI. 2. Op het tabblad Info kunt u de naam van de nuttige plaats (POI) bewerken, het pictogram wijzigen en tot drie foto’s voor de nuttige plaats (POI) toevoegen. 3. Op het tabblad Inhoud, kunt u een beschrijving toevoegen aan de nuttige plaats (POI).
Reislogboek GPS-instelling Met de GPS-instelling kunt u de GPS-modus en de energiebesparingsmodus instellen terwijl u de GPS gebruikt. De GPS en energiebesparing instellen: 1. Tik op het scherm Route op Menu > Instelling > GPS-instelling. 2. De huidige GPS-instelling wordt weergegeven. U kunt op GPS-hardwareinstelling tikken om de instellingen te wijzigen. OPMERKINGEN: Zie de Externe gps voor de details 3. Tik op Spaarstandinstelling. Schakel de opties in en stel de waarden in volgens uw voorkeur. 4.
Systeeminstelling Met de Systeeminstelling kunt u de weergavestijl, de achtergrondverlichting en de waarschuwing voor snelheidsbeperkingen van het apparaat instellen. De systeeminstelling opgeven: 1. Tik op het scherm Route op Menu > Instelling > Systeeminstelling. 3. Tik op 2. Stel de weergavestijl, de achtergrondverlichting en de snelheidsbeperking voor het apparaat in. wanneer u klaar bent.
Exportinstelling Exportinstelling bevat Puntinstelling en Modusinstelling. • Puntinstelling Via de Puntinstelling kunt u de naam en het pictogram van het start-/eindpunt, het controlepunt (mijlsteenpunt) en de Nuttige plaats (POI) wijzigen. U kunt ook een markeringslabel voor de punten instellen. De puntinstelling opgeven: 1. Tik op het scherm Route op Menu > Instelling > Exportinstelling > Puntinstelling. 2. Tik op de tabbladen van de punten onderaan op het scherm om elk punt in te stellen.
• Modusinstelling Met de modusinstelling kunt u de presentatiefuncties, zoals het cijferbereik, de lijnkleur en de grootte van geëxporteerde gegevens instellen. U kunt ook de grootte en de weergave-effecten van geëxporteerde gegevens instellen. De modusinstelling opgeven: 1. Tik op het scherm Route op Menu > Instelling > Exportinstelling > Modusinstelling. 2. Tik op de modusnaam om de gedetailleerde modusinstelling te starten. 3.Kies de kleur en grootte voor de lijn. 4. Tik op wanneer u klaar bent.
Sneltoetsinstelling Met deze functie kunt u gemakkelijk sneltoetsen toewijzen en functies toepassen terwijl Reislogboek actief is. Sneltoetsen toewijzen: 1. Tik op het scherm Route op Menu > Instelling > Sneltoetsinstelling. wanneer de tips worden 2. Tik op weergegeven. Als u niet wilt dat de tips worden weergegeven, schakelt u het selectievakje Geen tips weergeven in.
3. Selecteer de functies die u aan de toetsen wilt toewijzen in het vervolgkeuzemenu. Tik op Volgende om door te gaan. 4. Selecteer de functies die u aan de toetsen wilt toewijzen in het vervolgkeuzemenu. Tik op wanneer u klaar bent. U kunt ook op de knop Opnieuw instellen tikken om de standaardinstellingen te herstellen. Toetsen Beschrijving Linkertoets Duw de navigatietoets naar links. Rechtertoets Duw de navigatietoets naar rechts. Toets Omhoog Duw de navigatietoets omhoog.
Alles opnieuw instellen Met deze functie kunt u alle instellingen in Reislogboek opnieuw instellen naar de standaardinstellingen en de database repareren. De instellingen opnieuw instellen en de database herstellen: 1. Tik in het dialoogvenster Instelling op de knop Alles opnieuw instellen. 2. Tik op de knop Repareren om de database te repareren en terug te zetten. Tik op de knop Alles opnieuw instellen om alle instellingen naar hun standaardwaarden te herstellen.
Locatiegids Met Locatiegids kunt u uw positie naar vijf ontvangers tegelijk verzenden via SMS-berichten. U kunt ook een timer instellen om de SMS-berichten periodiek te verzenden. Locatiegids gebruiken Locatiegids gebruiken: 1. Tik op Start > Programma’s > Locatiegids. 2. Tik op Menu > Instelling om de berichtinhoud te bewerken en de eigenschappen voor Location Courier in te stellen.. OPMERKINGEN: De GPS wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de toepassing Location Courier start.
3. Voer het nummer in waarnaar de SMS moet worden verzonden. Tik op de knop Toevoegen om een contactpersoon uit de lijst Contactpersonen toe te voegen. 4. Tik op het tabblad Inhoud om het bericht in te voeren. 5. Tik op het tabblad Opties en selecteer de gewenste eigenschappen. 6. Tik op het tabblad Regel SMS-verzending, selecteer het tijdinterval en schakel de gewenste eigenschappen in. Tik op om de instelling te voltooien.
7. Het bericht en de ontvangers die u instelt, verschijnen op het scherm Locatiegids. Tik op Start om de locatiegegevens via SM Ste ontvangen en te verzenden. U kunt de GPS ook in- of uitschakelen of de toepassing Locatiegids afsluiten via Menu. Lijst van ontvangers Berichtinhoud Knop Stop GPS-status Status Location Courier Tik om het menu weer te geven Een bericht wordt weergegeven. Dit meldt dat uw SMS-bericht is verzonden en wanneer het volgende SMS-bericht zal worden verzonden.
Externe GPS Met P527 kunt u een extern GPS-apparaat gebruiken om GPS-gegevens te ontvangen. Om een extern apparaat te gebruiken, moet u een verbinding maken tussen de P527 en uw extern GPS-apparaat. Een extern GPS-apparaat instellen Een extern GPS-apparaat instellen: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem >Externe GPS. 2. Selecteer een programmapoort op het tabblad Programma’s. OPMERKINGEN: De andere GPS-toepassing in P527 zal dezelfde COM-poort gebruiken als de poort die u hier instelt.
3. Geef op het tabblad Hardware een hardwarepoort en baudsnelheid op voor het externe GPS-apparaat dat u wilt gebruiken. Raadpleeg de handleiding van uw extern GPS-apparaat voor details. 4. Schakel op het tabblad Toegang het selectievakje GPS automatisch beheren (aanbevolen) in. OPMERKINGEN: Als u dit selectievakje uitschakelt, zullen sommige GPS-verwante toepassingen in P527 mogelijk geen GPS-gegevens kunnen ophalen.
Hoofdstuk Multimediafuncties • De camera gebruiken • Foto's en video's weergeven 96 6
De camera gebruiken Met de ingebouwde 3 megapixels camera kunt u foto’s maken en audio/videoclips opnemen. De camera starten Om te starten met de camera, kunt u een van de volgende zaken doen: • Tik op Start > Programma's > Afbeeldingen & video's > het pictogram Camera • Druk op de Cameraknop op de rechterkant van uw apparaat.
Beschikbare opnamemodi Uw apparaatcamera kan worden ingesteld in twee opnamemodi: • • Cameramodus - Met de camera kunt u foto's maken en ze opslaan op uw apparaat of MicroSD-kaart. U kunt de camera ook aanpassen aan de omgevingsomstandigheden, de grootte van de foto's aanpassen, de vergrotingsfactor selecteren, de fotokwaliteit aanpassen, effecten toepassen en andere geavanceerde instellingen wijzigen. Videomodus - In de Videomodus kunt u audio/videoclips opnemen.
Cameramodusscherm Hieronder worden de schermpictogrammen in de Cameramodus beschreven: Pictogram Opnamemodus Pictogram fotokwaliteit opslagruimte Pictogram Scènemodus Timerpictogram Status burst-modus Pictogram effecten Beeldresolutie Tik om de camera te sluiten Aantal beschikbare foto’s Tik om een voorbeeld weer te geven van Foto’s en video’s Opnamemodi: Cameramodus. Tik om te schakelen naar de videomodus.
Pictogrammen cameramodus • Pictogram opnamemodus [ • Pictogram fotokwaliteit [ • / Pictogram standard opslagruimte [ gemaakte foto's en opgenomen videoclips. • Pictogram scènemodus [ • / ] - wanneer de cameratimer is ingeschakeld (5 of 10 Timerpictogram [ seconden), verschijnt het overeenkomende timerpictogram. Wanneer u op de ontspanknop of de navigatieknop drukt om een foto te maken, begint het aftellen en wordt de foto gemaakt na de ingestelde tijd.
Menu Camera-opties In het menu met de cameraopties kunt u verschillende camera- en opname-instellingen wijzigen. Het optiemenu openen: 1. Tik op het camerascherm op Menu. 2. Tik in het snelmenu op een pictogram om de inhoud weer te geven.
Modus wijzigen Met de optie Modus wijzigen kunt u de opnamemodus instellen op de Camera- of Videomodus. Scène Met de optie Scène kunt u voorinstellingen selecteren die geschikt zijn voor de opname van een nachtscène of van een sportevenement. Selecteer Automatisch om de beste instelling voor elke scène te gebruiken. Afbeeldingsformaat Hiermee kunt u de framegrootte van de opname instellen.
Afbeeldingskwaliteit Deze optie biedt drie vooraf ingestelde fotokwaliteiten: Normaal, Fijn en Superfijn. De fotokwaliteit is standaard ingesteld op Superfijn. Zoom Hiermee kunt u de maximale toegelaten zoomfactor wijzigen. Zelfontspanner Hiermee kunt u de vertraging van de sluiterontspanning instellen op 5 of 10 seconden nadat u op de camera/ ontspanknop hebt gedrukt.
Burst Hiermee kunt u 4 of 9 opeenvolgende foto's Kader OPMERKING: Zorg dat u de schermresolutie hebt ingesteld op 320 x 240 voordat u het kader instelt. Effect Met de optie Effect kunt u bepaalde effecten toepassen op het onderwerp. Selecteer een van de volgende configuratie-opties: Zwart-wit, Negatief, Sepia, en Solariseren. Selecteer Normaal als u geen effecten wilt toepassen.
Opslaan als Hiermee kunt u de standaard opslagruimte voor de opnamen selecteren. OPMERKING: Bereid een MicroSD-kaart voor voordat u de standaardopslagruimte instelt op Opslagkaart.
Foto’s maken Nadat de camera is gestart, wordt uw apparaat automatisch ingesteld op de cameramodus. Als de videomodus is ingesteld, tikt u op Menu > Modus wijzigen > Cameramodus en vervolgens op Afsluiten. U kunt ook schakelen tussen de cameramodus en de videomodus door op het scherm te tikken op het pictogram van de camera-/videomodus. Een foto maken: 1. Richt uw apparaat op het onderwerp en druk vervolgens op de camera-/Opname knop. verschijnt, 2.
Videomodusscherm Hieronder worden de schermpictogrammen in de Videomodus beschreven: Pictogram Opnamemodus Resterende video-opnameduur Pictogram standaard opslagruimte Pictogram effecten Videoresolutie Tik om de camera te sluiten Opname-indicator Groen: Gereed Rood: Opnemen Tik om het videomenu te openen Pictogrammen Opnamemodus: Cameramodus Videomodus Tik om uit te zoomen Tik om in te zoomen Tik om Foto's en video's te starten 107
Pictogrammen videomodus • Pictogram opnamemodus [ • Pictogram standaard opslagruimte [ voor opgenomen videoclips. • Pictogram effecten [ • Videoformaat [ / • Fotoresolutie [ / • Pictogram Afsluiten [ • Inzoomen [ • Uitzoomen [ • • • 108 / / / ] - geeft de huidige opnamemodus aan. / / ] - geeft de standaard opslagruimte aan ] - geeft de effecten aan die worden gebruikt. ] - toont het videoformaat dat wordt gebruikt. / ] - toont de gebruikte resolutie.
Menu video-opties In het menu met de video-opties kunt u verschillende video- en weergave-instellingen wijzigen. Het menu met de video-opties openen: 1. Tik op het videoscherm op Menu. 2. Tik in het snelmenu op een pictogram om de inhoud weer te geven.
Modus wijzigen Met de optie Modus wijzigen kunt u uw apparaat instellen in de camera- of videoopnamemodus. Zoom Hiermee kunt u de maximale toegelaten zoomfactor wijzigen. Videoformaat Hiermee kunt u de framegrootte van de video instellen.
Opslaan als Hiermee kunt u de standaard opslaglocatie voor de opnamen selecteren. OPMERKING: Bereid een MicroSD-kaart voor voordat u de standaardopslagruimte instelt op Opslagkaart. Effect Met de optie Effect kunt u bepaalde effecten toepassen op het onderwerp. Selecteer een van de volgende configuratie-opties: Zwart-wit, Negatief, Sepia, en Solariseren. Selecteer Normaal als u geen effecten wilt toepassen.
Video's opnemen Stel het apparaat in op de video-opnamemodus om video's op te nemen. De videomodus instellen: • Tik op Menu > Modus wijzigen > Videomodus en vervolgens op Afsluiten. • U kunt de videomodus ook instellen door op het scherm te tikken op het pictogram van de videomodus zoals weergegeven. Een video opnemen: 1. Richt uw apparaat op het onderwerp en druk vervolgens op de camera-/ ontspanknop om de opname te starten.
Foto's en video's weergeven Gebruik de toepassing Afbeeldingen en video's om een voorbeeld te bekijken van opgeslagen foto's en videoclips af te spelen. Foto's en video's weergeven Foto's en video's weergeven: 1. Tik op Start > Programma's > Afbeeldingen en video's. 2. Tik op de foto of videoclip die u wilt bekijken. • Om foto's of videoclips die op de MicroSD-kaart zijn opgeslagen te bekijken, tikt u in de mappenlijst (met de naam Mijn afbeeldingen) en tikt u op MicroSD Card.
Hoofdstuk Zakelijke functies • Presentator afstandsbediening • Backup • Planner vergaderingstijdstip 114 7
Presentator afstandsbediening Met Presentator afstandsbediening kunt u op afstand PowerPoint™-presentaties besturen die op uw pc of notebook worden uitgevoerd vanaf uw P527-apparaat. Door het gebruik via een draadloze Bluetooth-verbinding, wordt uw gebruiksgemak en bewegingsvrijheid tijdens uw presentatie verbeterd. Hierdoor hebt u ook de mogelijkheid dianotities te controleren zonder dat het publiek van de diavoorstelling hierdoor wordt gehinderd.
Hieronder vindt u de beschrijving van het menu van Presentator afstandsbediening op uw computerscherm. Bestandspad PowerPoint .ppt Tik om het pad te wijzigen Tik om te starten of te stoppen Bluetooth COM-poort 3. Selecteer de naam van computer die de PowerPoint-presentatie bevat in de lijst van gevonden Bluetooth-apparaten en tik vervolgens op Volgende. Tik om af te sluiten 4. Controleer uw computerscherm wanneer uw P527 het volgende bericht toont. 5.
6. Tik op Ja om uw computer een verbinding te laten maken met uw apparaat. 7. Voer het wachtwoord in vanaf uw computer en klik op OK. Het wachtwoord wordt gebruikt om uw verbinding te beveiligen. 8. Voer hetzelfde wachtwoord in op uw P527. OPMERKINGEN: Het Bluetooth-wachtwoord is alleen vereist als er nog geen gekoppelde relatie tot stand is gebracht tussen apparaten.
9. Tik op de selectievakjes om de services voor uw apparaat te selecteren en klik vervolgens op Voltooien 11. Klik in het Remote Controller-menu op uw computer op om een verbinding tot stand te brengen. Klik op OK wanneer het bericht voor de machtiging van de Bluetooth-service wordt weergegeven. 118 10. Tik op Verbinden om uw computer te verbinden.
12.Het volgende scherm verschijnt op uw apparaat wanneer een verbinding is gelukt. Herhaal vanaf stap 1 als de verbinding is mislukt. 13.Tik op de naam van het PowerPointbestand (.ppt) dat u wilt weergeven en tik vervolgens op Selecteren.
Bij de selectie wordt Microsoft® PowerPoint automatische gestart op uw computer en wordt het geselecteerde bestanden geopend.
14. Met uw apparaat kunt u de PowerPoint-presentatie op uw computer nu op afstand beheren. Hieronder vindt u de beschrijving van het bedieningsmenu van uw apparaat.
Backup Met Backup kunt u zowel een back-up maken als een herstel uitvoeren van uw bestanden en gegevens op uw apparaat en opslagkaart. Een back-up maken van bestanden Een back-up maken van bestanden: 1. Tik op het scherm Vandaag op Start > Programma’s > Back-up > Backup. 122 2. Selecteer de items waarvan u een back-up wilt maken. Tik daarna op Volgende.
3. Wijzig de naam van het bestand en selecteer de opslaglocatie voor de backup.Tik daarna op Volgende. 4. Voer vier cijfers in als uw wachtwoord om het back-upbestand te coderen. Tik daarna op Volgende. 5. Tik op Start om de back-up te starten. Tik op Vorige om terug te keren naar het laatste scherm. 6. Tik op Reset om het apparaat opnieuw in te stellen. OPMERKINGEN: Het systeem zal alle verwerkingstoepassingen uitschakelen wanneer een back-up wordt gemaakt van bestanden.
Bestanden herstellen Bestanden herstellen: 124 1. Tik op het scherm Vandaag op Start > Programma’s > Back-up> Herstellen. 2. Selecteer een bestand dat u wilt herstellen. Tik daarna op Volgende. 3. Voer het viercijferige wachtwoord in om het back-upbestand te decoderen. Tik daarna op Volgende. 4. Selecteer de items die u wilt herstellen. Tik daarna op Volgende.
5. Tik op Start om het herstel te starten. Tik op Vorige om terug te keren naar het laatste scherm. 6. Tik op Opnieuw instellen om het apparaat opnieuw in te stellen. OPMERKINGEN: Het systeem zal alle verwerkingstoepassingen uitschakelen tijdens het herstellen van bestanden.
Back-upinstelling Back-up instellen: 1. Tik op het scherm Vandaag op Start > Programma’s > Back-up. Tik daarna op Optie. 126 2. Schakel het selectievakje in als u het apparaat opnieuw wilt instellen na de backup. Tik vervolgens op om te eindigen.
Planner vergaderingstijdstip Met de Planner vergaderingstijdstip kunt u een geschikt tijdstip zoeken voor een videoconferentie of een telefoon- of netmeeting met deelnemers in verschillende tijdzones. De Planner vergaderingstijdstip gebruiken De Planner vergaderingstijdstip gebruiken: 1. Tik op Start > Programma’s > Planner vergaderingstijdstip. 2. Selecteer de datum en de steden.
Hoofdstuk Speciale functies • NewStation • FM-radio • Windows Live™ • De beltonen instellen • De activeringsinstelling • Modusschakelaar • Systeeminformatie • De standaardwaarden herstellen 128 8
NewStation Met NewStation op de P527 kunt u altijd en overal nieuws en blogs zoeken. OPMERKINGEN: Zorg dat uw apparaat verbonden is met internet wanneer u NewStation gebruikt. RSS-nieuws lezen RSS-nieuws lezen: 1. Tik op Start > Programma’s > NewStation. 2. Tik op een categorieënmap die u wilt openen. 3. Tik op de naam van een kanaal dat u wilt openen. 4. Zoek uw favoriete onderwerpen. Een nieuwe categorie maken Een nieuwe categoriemap maken: 1. Tik op Start > Programma’s > NewStation. 2.
Een nieuw kanaal toevoegen Een kanaal toevoegen: 1. Tik op Start > Programma’s > NewStation en tik vervolgens op een categoriemap die u wilt openen. 2. Tik op Menu > Nieuw kanaal. U kunt een kanaal toevoegen vanaf het internet of ene bestaand bestand. Invoer van URL Schakel het keuzerondje Input from Invoer van URL in en voer het URLadres in. Tik daarna op Volgende.
Selecteer een categorie waaraan u het kanaal wilt toevoegen. Tik vervolgens op Voltooien. Importeren vanaf een bestand Selecteer het keuzerondje Van een bestand inmporteren. Selecteer een map en kies een bestand in de lijst.
Selecteer kanalen in de lijst. Tik daarna op Volgende. Selecteer een categorie waaraan u het kanaal wilt toevoegen. Tik vervolgens op Voltooien.
NewStation-menu’s Het menu Categorie Het menu Categorie gebruiken: 1. Tik op Start > Programma’s > NewStation 2. Selecteer een categoriemap. Tik vervolgens op Menu. De menulijst wordt weergegeven. 3. Tik op een optie die u nodig hebt. Het menu Kanaal Het menu Kanaal gebruiken: 1. Tik op Start > Programma’s > NewStation 2. Tik op een categoriemap. Selecteer vervolgens een kanaal en tik op Menu. De menulijst wordt weergegeven. 3. Tik op een optie die u nodig hebt.
FM-radio Met uw P527 kunt u op elk moment en op elke laats naar FM-radio luisteren. Luisteren naar FM-radio Luisteren naar FM-radio. 1. Tik op Start > Programma’s > FM Radio. 2. Tik op Menu > in- en uitschakelen om de FM-radio te openen. 3. Tik op een kanaalnummer om het te openen. Een nieuw kanaal toevoegen Voordat u deze functie gebruikt, moet u uw favoriete kanelen toevoegen. 1. Tik op Start > Programma’s > FM Radio. 2. Tik op Menu > in- en uitschakelen om de FM-radio te openen.
De lijst van kanalen beheren Met de lijst van kanalen kunt u objecten toevoegen en verwijderen. U kunt de lijst van FM-kanalen ook vervangen of hernoemen. Objecten toevoegen aan de lijst van kanalen: 1. Selecteer in het menu FM Radio Mijn kanalenlijst. 2. Tik in de lijst op Toevoegen. Het apparaat zoekt door de kanaallijst. 3. Is het zoeken voltooid, tik dan op Toevoegen om de gezochte kanalen toe te voegen. 4. Klik om af te sluiten.
Objecten in de kanaallijst vervangen of hernoemen: 1. Selecteer een object in de kanaallijst en tik op Bewerken. 2 Tik op Vervangen of Hernoemen. 3. Klik om af te sluiten. De FM-instellingen configureren Het configureren van de FM-instelling: 1. Tik op Start > Programma’s > FM Radio. 2. Tik op Menu > Instelling om de FM-instelling te openen 3 Selecteer Luidspreker of Oortelefoon in het veld Audioapparaat. 4 Selecteer een zoekdrempel tussen 3 en 11. 5 Tik op Gereed of OK om af te sluiten.
Windows Live™ Windows Live™ biedt een reeks services inclusief e-mail, berichten en zoekacties, zodat u tegelijkertijd over alle online benodigdheden beschikt. Met Windows Live kunt u gemakkelijk het volgende doen op uw apparaat: • Uw Hotmail-, MSN- of Microsoft Exchange-account openen en e-mails verzenden of ontvangen. • Kijken of uw vrienden online zijn en een chatsessie starten. • Op het web zoeken met behulp van de eenvoudige en nauwkeurige zoekmotor van Windows Live.
Aanmelden bij Windows Live: 1. Tik op Start > Programma’s > Windows Live. U kunt Windows Live ook starten vanaf het menu van ASUS-starter. Tik hiervoor op Games & toep. en tik vervolgens op Windows Live. 2. Tik op Aanmelden bij Windows Live. Als u niet verbonden bent met het internet, maakt uw apparaat automatisch een verbinding met het internet via GPRS. BELANGRIJK: Controleer of u de GPRS-verbinding op uw apparaat hebt geconfigureerd. 3.
4. Voer uw e-mailadres en wachtwoord in en tik daarna op Volgende. 5. Tik op de selectievakjes om items van Windows Live weer te geven of te verbergen op het scherm Vandaag. Tik op Volgende wanneer u klaar bent..
6. Selecteer de items die u wilt synchroniseren op uw apparaat en tik vervolgens op Volgende. De synchronisatiestatus wordt weergegeven zoals op het volgende scherm terwijl Windows Live de items op uw apparaat synchroniseert. Dit zal even duren.
Na de synchronisatie verschijnt het volgende scherm. Tik op de pijlen om items weer te geven voor E-mail-, Messenger- of Sync-services. Tik op Menu om Windows Live en accountopties te openen.. Als u Windows Live hebt ingeschakeld om te worden weergegeven op het scherm Vandaag, worden uw gebruikersnaam en accountstatus van Windows Live weergegeven zoals in de afbeelding. Tik op de pijlen om de menu’s voor Windows Live, E-mail, Messenger of Sync te openen.
De beltonen instellen Met de P527 kunt u uw favoriete muziek toevoegen en configureren als de beltonen van uw telefoon. U kunt uw favoriete nummer of geluid gemakkelijk als uw beltonen configureren met de volgende compatibele audio-indelingen: aac, amr, .mp3, .wav, .wma, and .mid. Een beltonen toevoegen aan de selectie Een beltonen toevoegen aan de selectiecategorie onder de telefooninstelling: 1. Tik op Start > Instellingen > Persoonlijk en tik op het pictogram Beltonen. 2.
De beltoon wijzigen De beltoon wijzigen: 1. Tik op Start > Instellingen > Persoonlijk en tik op het pictogram Telefoon. 2. Selecteer een beltonen in de keuzelijst Beltoon. De nummers of geluiden die u als beltonen hebt toegevoegd, verschijnen in de lijst samen met de standaard beltonen die bij het apparaat zijn geleverd. Tik op 3. Tik op om het beltoongeluid te controleren en tik op om te stoppen. wanneer u klaar bent.
De activeringsinstelling Wanneer uw apparaat in de slaapstand is, kunt u de acties voor de activering instellen. De activeringsactie instellen: 1. Tik op Start > Instellingen > Persoonlijk en tik op het pictogram Activeringsbron. 2. Maak uw keuze uit de beschikbare activeringsacties. Tik op Alles selecteren om alle acties te selecteren of tik op Niets selecteren om de selectie van alle beschikbare acties op te heffen. 3. Tik op 144 wanneer u klaar bent.
Modusschakelaar Met de modusschakelaar kunt u gemakkelijk schakelen tussen toepassingen en taken. Om de modusschakelaar te gebruiken, drukt u op het toetsenblok van uw apparaat op de modusschakelaarknop. Druk opnieuw om te schakelen tussen toepassingen. Modusschakelaarknop Pop-upmenu modusschakelaar U kunt de modusschakelaar configureren en het schakelaartype definiëren of items selecteren die in het pop-upmenu van de modusschakelaar moeten worden weergegeven. Het schakelaartype definiëren: 1.
Automatisch opruimen Om geheugen vrij te maken kunt u deze functie gebruiken om de actieve toepassingen die u niet gebruikt, gemakkelijk te sluiten. Automatisch opruimen instellen Auto Cleaner (Automatisch opruimen) instellen: 1. Tik op Start > Instellingen > Systeem > Auto Cleaner. 2. Schakel het selectievakje in om de functie Auto Cleaner te activeren. Selecteer vervolgens Druk even / lang op X indrukken om program te sluiten. 3.
Systeeminformatie Systeeminformatie bevat belangrijke apparaatinformatie, inclusief de huidige apparaatinstellingen en de versie. Systeeminformatie starten: 1. Tik op Start > Instellingen > Systeem > pictogram Systeeminformatie. 2. Tik op het tabblad Apparaatgegevens voor informatie over de apparaathardware. 3. Tik op het tabblad Versie om de versies van de ROM, Boot, Radio, MP en batterij weer te geven.
De standaardwaarden herstellen Met deze optie kunt u de standaardinstellingen herstellen. De standaardinstellingen herstellen: 1. Tik op Start > Instellingen > Systeem > Standaardinstellingen. 2. Typ “1234” in het veld Wachtwoord om te bevestigen dat u de standaardinstellingen wilt herstellen. 3. Tik op OK. U kunt de fabrieksinstellingen ook herstellen door de instelschakelaar omhoog te duwen terwijl u tegelijkertijd de resetknop ingedrukt houdt.
Hoofdstuk 8 Status apparaatonderdelen • ASUS-statuspictogram 149
ASUS-statuspictogram Via het ASUS-statuspictogram kunt u de huidige status van de volgende apparaatonderdelen gemakkelijk controleren of zien: USB, LCD-helderheid, batterijvermogen, geheugen, MicroSDkaart en opslag. Om de status van deze onderdelen te controleren, tikt u op het ASUS-statuspictogram het scherm Vandaag. op USB: hiermee kunt u de USB-aansluitmodus instellen. Helderheid: tik om de LCD-helderheid aan het batterijvermogen of de externe voeding.
USB-instelling Hiermee kunt u de USB-aansluitmodus instellen.
LCD-helderheid Past de LCD-helderheid aan volgens het batterijvermogen of de externe voeding. Energiebeheer Toont de toestand van de batterij. 152 Via Geavanceerde instellingen kunt u een tijdstip instellen om het apparaat uit te schakelen wanneer het niet wordt gebruikt.
Geheugen Toont het totale, gebruikte en beschikbare geheugen. Opslagkaartgeheugen Toont het totale, het gebruikte en het beschikbare geheugen op de opslagkaart.
Programma's die in het geheugen worden uitgevoerd Hiermee kunt u elk programma dat in het geheugen wordt uitgevoerd, activeren of stoppen. BELANGRIJK: Wanneer u een actief programma afsluit, wordt het in werkelijkheid alleen geminimaliseerd en blijft het in het geheugen. Met deze optie kunt u het uitvoeren van deze programma's op de achtergrond stoppen. Instellingen Hiermee kunt u instellen welke items moeten worden weergegeven in het pop-upmenu van de ASUS-instellingen.
Bijlage • Mededelingen • Informatie over RF-blootstelling (SAR) • Veiligheidsinformatie • Contactgegevens 155
Mededelingen Vervangbare batterijen Als een apparaat wordt geleverd met een vervangbare batterij en deze wordt vervangen door een verkeer type, kan dit leiden tot een explosie (bijv. met sommige lithiumbatterijen).
Operatortoegang met een gereedschap Als een GEREEDSCHAP nodig is om toegang te krijgen tot een OPERATORTOEGANGSGEBIED, moeten alle overige compartimenten binnen dat gebied die gevaarlijk zijn ontoegankelijk zijn voor de OPERATOR door middel van hetzelfde GEREEDSCHAP of moeten alle dergelijke compartimenten worden gemarkeerd om te OPERATOR-toegang te vermijden. Een aanvaardbare markering voor gevaar op elektrische schokken is (ISO 3864, Nr. 5036).
WAARSCHUWING De gebruiker moet het apparaat uitschakelen wanneer het wordt blootgesteld aan gebieden met een potentieel explosieve atmosfeer, zoals benzinestations, chemische opslagplaatsen en dynamietactiviteiten.
ASUS Adres: 15 Li-Te Road, Peitou, Taipei, Taiwan Tel: 886-2-2894-3447; Fax: 886-2-2890-7698 Verklaring Wij verklaren dat de IMEI-codes voor dit product, P527, uniek zijn voor elke eenheid en alleen aan dit model zijn toegewezen. De IMEI van elke eenheid wordt in de fabriek ingesteld en kan niet door de gebruiker worden gewijzigd. De IMEI voldoet aan de relevante vereisten met betrekking tot de IMEI-integriteit zoals beschreven in de GSM-standaarden.
Informatie over RF-blootstelling (SAR) DIT MODEL VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN Uw mobiel apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is ontwikkeld om de beperkingen op de blootstelling aan radiogolven zoals aanbevolen door de internationale richtlijnen, niet te overschrijden.
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft bepaald dat de huidige wetenschappelijke informatie geen behoefte aangeeft voor speciale voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van mobiele apparaten. Als u uw blootstelling wilt verminderen, kunt u de duur van de oproepen beperken of een “handenvrij” apparaat gebruiken om de mobiele telefoon weg van het hoofd en het lichaam te houden. U kunt aanvullende informatie vinden op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie (http://www.who.int/emf).
Veiligheidsinformatie Onderhoud van de telefoon Probeer nooit de behuizing van de telefoon te openen. Het toestel bevat geen door de gebruiker repareerbare onderdelen en u kunt gevoelige elektronische circuits en onderdelen beschadigen. Niet toegelaten demontage zal de garantie ongeldig maken. Laat uw telefoon nooit liggen achter de ruit van uw auto of stel het toestel niet gedurende een lange periode op een andere manier bloot aan krachtig zonlicht of overmatige warmte. Dit kan het toestel beschadigen.
• • • • • • • • • • • • • Aan het begin van de levensduur van de batterij, moet u deze drie keer volledig opladen en ontladen (tot de batterij leeg is). Zorg dat u de li-ionbatterij niet overbelast, ander kan die leiden tot een zwakkere werking en kortere levensduur van de batterij. De aanbevolen maximale duur voor het opladen bedraagt drie uur. Vermijd herhaaldelijk kort opladen. Het is aanbevolen de batterij te gebruiken tot deze leeg is en de batterij vervolgens volledig opnieuw op te laden.
De lader • Gebruik alleen de lader die bij uw telefoon is geleverd. • Trek nooit aan de kabel van de lader om deze uit het stopcontact te trekken, maar trek aan de lader zelf. WAARSCHUWING! er is explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door het verkeerde type. Geheugenkaart • Verwijder of plaats geen geheugenkaart of schakel de handset niet uit terwijl de gegevens op de kaart worden bewerkt. • Raak de metalen contacten niet aan met uw handen of metalen objecten.
• Stel uw telefoon nooit bloot aan warmte of sterk zonlicht. • Stel uw telefoon nooit bloot aan vocht of vloeistoffen. • Teken niet op uw telefoon of blokkeer het toetsenblok, de microfoon of de aansluiting voor het oortje niet, bijvoorbeeld door stickers. WAARSCHUWING! Als u deze instructies niet naleeft, kan dit leiden tot ernstige lichamelijke letsels en mogelijke materiële schade. Rijveiligheid Gebruik nooit handheld-telefoons tijdens het rijden.
Elektronische apparaten De meeste moderne elektronische apparaten zijn beschermd tegen RF-energie. Het is echter mogelijk dat bepaalde elektronische apparaten niet beschermd zijn tegen de RFsignalen van uw Pocket PC-telefoon. Pacemakers De Vereniging van fabrikanten in de gezondheidssector beveelt een minimale afstand van 15 cm (6”) tussen een telefoon en een pacemaker aan om potentiële storing met de pacemaker te vermijden.
Andere medische apparatuur Als u andere persoonlijke medische apparatuur draagt, raadpleeg dan de fabrikant van uw apparaat om vast te stellen of het voldoende beschermd is tegen externe RF-energie. Uw arts kan u mogelijk helpen bij het verkrijgen van deze informatie. Schakel uw telefoon uit in de gezondheidszorginstanties wanneer er op deze locaties voorschriften zijn die u deze instructies geven.
Andere veiligheidsrichtlijnen Vliegtuig Reglementeringen verbieden het gebruik van uw telefoon tijdens de vlucht. Schakel uw telefoon uit voordat u in een vliegtuig stapt of verbreek de draadloze verbindingen. Explosiegebieden Om het storen van explosiewerkzaamheden te vermijden, moet u de telefoon uitschakelen wanneer u zich in een “explosiegebied” bevindt of op plaatsen waar een mededeling van deze aard is aangeplakt: “Tweeweg-radio uitschakelen.” Leef alle aanwijzingen en instructies na.
Waarschuwingen Uw Pocket PC-telefoon is een toestel met een hoge kwaliteit. Lees voor het gebruik alle instructies en waarschuwingsmarkeringen over de (1) wisselstroomadapter, (2) de batterij en (3) het product dat de batterij gebruikt. • Gebruik dit apparaat niet in extreme omgevingsomstandigheden met een hoge temperatuur of een hoge vochtigheidsgraad. • Misbruik het apparaat niet. Zorg dat u niet slaat op of schudt met het toestel en vermijd schokken.
Contactgegevens ASUSTek COMPUTER INC. (Taiwan) Hotline: 0800-093-456 (Gratis gesprek alleen vanaf Taiwan) Fax: 886-2-2895-9254 Online service: http://vip.asus.com/eservice/techserv.aspx WWW: http://tw.asus.com ASUSTek COMPUTER INC. (Azië-Pacific) Hotline: 886-2-2894-3447 Fax: 886-2-2890-7698 Online service: http://vip.asus.com/eservice/techserv.aspx ASUS COMPUTER INTERNATIONAL (Amerika) Hotline: +1-812-282-2787 Fax: +1-812-284-0883 Online Service: http://support.asus.