User’s Manual
Table Of Contents
- Mededelingen
- Hoofdstuk 1
- Aan de slag
- Hoofdstuk 2
- Apparaten op uw computer aansluiten
- Hoofdstuk 3
- Uw computer gebruiken
- Juiste houding bij het gebruik van uw Desktop PC
- De geheugenkaartlezer gebruiken (Optioneel)
- Het optisch station gebruiken (Optioneel)
- De USB-poorten configureren met de BIOS
- De HDD-beveiligingsinstelling configureren via de BIOS
- Toetsenbord/muis configureren met de BIOS (alleen op geselecteerde modellen)
- Hoofdstuk 4
- Verbinden met het Internet
- Hoofdstuk 5
- ASUS Business Manager gebruiken
- Hoofdstuk 6
- Problemen oplossen
- Bijlagen
- Werken met Windows®
6. Klik op Exit (Afsluiten) en selecteer Save Changes & Reset (Wijzigingen opslaan &
resetten) om de aangebrachte wijzigingen op te slaan.
Om het gebruikerswachtwoord te wissen, volgt u dezelfde stappen als bij het wijzigen van een
gebruikerswachtwoord. Druk echter op <Enter> wanneer u wordt gevraagd om het wachtwoord
te maken/te bevestigen. Nadat u het wachtwoord hebt gewist, toont het item Set User Password
(Gebruikerswachtwoord instellen) bovenaan op het scherm de status Not Installed (Niet
geïnstalleerd).
Toetsenbord/muis congureren met de BIOS (alleen op
geselecteerde modellen)
U kunt uw computer activeren met een toetsenbord of muis. U kunt de functie inschakelen vanaf
de BIOS-instelling.
Om een toetsenbord of muis toe te staan de computer te activeren:
1. Start uw computer opnieuw op. Wanneer het ASUS-logo verschijnt, drukt u op <Delete> om
naar de BIOS Setup te gaan.
2. Klik in het scherm EZ Mode (EZ-modus) van de BIOS Setup op <F7> om naar de Advanced
Mode (Geavanceerde modus) te gaan. Klik vanaf het scherm Advanced (Geavanceerd).
3. Ga naar Advanced Power Management (Geavanceerd energiebeheer) > ErP Support /
ErP Ready (ErP-ondersteuning / ErP gereed), en selecteer dan Disable (Uitschakelen) of
Enable (Inschakelen) (S5).
4. Ga naar Advanced Power Management (Geavanceerd energiebeheer) > Power On
By USB Keyboard / Mouse (Inschakelen via USB-toetsenbord/muis), en selecteer dan
Enable (Inschakelen).
5. Klik op Exit (Afsluiten) en selecteer Save Changes & Reset (Wijzigingen opslaan &
resetten) om de aangebrachte wijzigingen op te slaan.
46 Hoofdstuk 3: Uw computer gebruiken
NEDERLANDS
NEDERLANDS