User’s Manual
Table Of Contents
- Over deze handleiding
- Hoofdstuk 1: Instellen van de hardware
- Hoofdstuk 2: Uw ASUS-tablet en het ASUS-toetsenborddock gebruiken
- Hoofdstuk 3: Werken met Windows® 10
- Hoofdstuk 4: POST (Power-On Self Test = zelftest bij inschakelen)
- Tips en veelgestelde vragen
- Bijlagen
- Naleving interne modem
- Overzicht
- Verklaring van netwerkcompatibiliteit
- Non-voice apparatuur
- FCC-verklaring (Federal Communications Commission)
- Slave-apparatuur
- Waarschuwing RF-blootstelling
- Waarschuwing van FCC voor blootstelling aan radiofrequenties (RF)
- Informatie over RF-blootstelling (SAR)
- Informatie over RF-blootstelling (SAR) - CE
- Draadloos gebruikskanaal voor verschillende domeinen
- UL-veiligheidsrichtlijnen
- Vereiste spanningsveiligheid
- Mededelingen tv-tuner
- REACH
- Productmededeling Macrovision Corporation
- Bericht deklaag
- Lithium-waarschuwingen voor Noord-Europa (voor lithium-ionbatterijen)
- CTR 21-goedkeuring (voor ASUS-tablet met geïntegreerde modem)
- Product dat voldoet aan ENERGY STAR
- Naleving en verklaring van wereldwijde milieuvoorschriften
- ASUS-recycling/Diensten voor terugname
- Preventie van gehoorverlies
- Vereenvoudigd EU-conformiteitsverklaring
- RODE RF uitvoertabel
- RODE RF uitvoertabel
- Naleving interne modem
54
E-handleiding ASUS-tablet en ASUS mobiel dock
Verbinding maken met draadloze netwerken
Wi-Fi
Via de Wi-verbinding van uw tablet kunt u e-mails openen, op internet
surfen en toepassingen delen via sociale netwerksites.
BELANGRIJK! De Airplane mode (Vliegtuigmodus) schakelt deze
functie uit. Controleer of Airplane mode (Vliegtuigmodus) is
uitgeschakeld voordat u de Wi-verbinding inschakelt.
Wi inschakelen
Verbind uw ASUS-tablet met een wi-netwerk met de volgende
stappen:
of
1. Selecteer het pictogram in de taakbalk.
2. Selecteer het pictogram om wi in te
schakelen.
3. Selecteer een toegangspunt in de lijst van
beschikbare Wi-verbindingen.
4. Selecteer Connect (Verbinden) om de
netwerkverbinding te starten.
OPMERKING: u kunt worden gevraagd een
beveiligingssleutel in te voeren om de Wi-verbinding te
activeren.