Operation Manual

24
Bakken van gebak
Gebruik slechts een niveau en donkere bakplaten of bakken.
Op een lichtgekleurde bakplaat of braadslee, zal het
opbruinen van het gebak slechter gaan, omdat deze de
hitte zal weerkaatsen.
Plaats de bakvorm op het rooster, verwijder het rooster
als u gebruik maakt van de bijgeleverde bakplaat.
Het bakken zal korter zijn als de oven eerst wordt
voorverwarmd.
Soort gerecht Geleider niveau
(van onderen)
Temperatuur
(°C)
Kooktijd
(min)
GEBAK
Brood wit*
2180-19060
Brood boekweit*
2180-19050
Brood volkoren*
2180-19050
Roggebrood*
2180-19050
Brood spelt*
2180-19060
Zoete soufflé
1170-18035-45
Soufflé
1170-18035-45
Broodjes*
2200-22030-40
Walnoot gebak*
118055-60
Biscuitgebak*
2160-17020-30
Macronen (meringue gebak)
2120-14015-30
Broodjes met groente
2 190-200 15-20
Broodjes met fruit
2190-20025-30
Kwarttaart
1170-18065-75
Koekjes
2160-17020-30
Klein gebak van gistdeeg
2 190-200 20-25
Kool piroshki*
2180-19030-40
Vruchtentaart
2130120
Meringue koekjes
290120
Tip Gebruik
Is het gebak gaar? • Prik in het gebak met een houten tandenstoker of pen. Als er geen resten meer aan de pen
blijven kleven is het gebak gaar.
Is het gebak ingevallen? • Controleer het recept.
• Gebruik de volgende maal minder vloeistof.
• Controleer de mengtijd bij het gebruik van kleine mixers, blenders enz.
Is het gebak ingevallen? • Gebruik een donker gekleurde gebaksvorm of schaal.
• Plaats de gebaksvorm op een lagere geleider en doe de verwarming lager tegen het einde
van het kookproces.
Is het gebak met vochtige
vulling niet gaar?
• Verhoog de temperatuur en verleng de bakijd.
Gebruik geen diepe braadslee op de eerste geleider.