Operation Manual
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD
94
7.13 Storingen
Op het moment dat zich een defect voordoet schakelt het apparaat over naar een storingsstatus. Het display begint te
knipperen en toont een storingscode. De boiler zal warm water blijven produceren mits de storing slechts één van de
twee verwarmingsgroepen betreft, en zal de warmtepomp of de weerstand laten werken.
Als de storing de warmtepomp betreft verschijnt op het scherm het knipperende symbool “HP”. Als de storing de
weerstand betreft zal het symbool van de weerstand gaan knipperen. Als de storing beide betreft zullen ze beide gaan
knipperen.
Storings
code
Oorzaak
Werking
weerstand
Werk
ing
warmtepomp
Wat te doen
E1
Verwarming zonder water in het
reservoir
OFF OFF
Het product uitschakelen
Controleer de oorzaken van de
afwezigheid van het water (lekkages, hydraulische
aansluitingen, enz.)
E2
Te hoge temperatuur van het water in
het reservoir
OFF OFF
Het product uitschakelen, wachten tot de temperatuur van het
water in het reservoir onder het veiligheidsniveau daalt; als de
fout blijft de technische dienst bellen
E4
Storing sonde weerstand zone
OFF OFF
De sonde weerstand zone controleren
of eventueel laten
vervangen
E5
Waarneming van een te groot
temperatuursverschil tussen de
sondes weerstand zone
OFF OFF
Schakel het apparaat uit en daarna weer in. De sondes
controleren of eventueel laten vervangen
H2
Lage druk circuit warmtepomp of
ventilatorfout
ON OFF
Het product uitschakelen
Controleren of de verdamper perfect
schoon is. De werking van de hot-gas klep laten controleren en
eventueel vervangen. Controleren of de ventilator goed werkt.
Controleer probe van 'verdamper
H3
Fout compressor of gaslek o Storing
luchtsonde
ON OFF
Het product uitschakelen
Controleren of de verdamper perfect
schoon is. De werking van de compressor en/of laten
controleren en/of laten controleren of er geen lekkages van het
koelgas zijn. de plaatsing van de sonde laten controleren en
eventueel de sonde laten vervangen
H4
Verdamper verstopt
ON ON
Het product uitschakelen
Controleren of de verdamper en de
roosters van de externe eenheid perfect schoon zijn.
H5
Storing ventilator
ON OFF
Het product uitschakelen
Cont
roleren of er geen fysieke
belemmeringen voor de beweging van de ventilatorbladen zijn,
de aansluitkabels met de printplaten laten controleren.
Controleer probe van 'verdamper
H6
Storing luchtsonde
ON OFF
Controleren of de verbinding van de sondekabels t
ussen de
interne en de externe eenheden correct is, de plaatsing van de
sonde laten controleren en eventueel de sonde laten vervangen
H7
Storing sonde verdamper
ON OFF
Controleren of de verbinding van de sondekabels tussen de
interne en de externe eenheden correct is, de plaatsing van de
sonde laten controleren en eventueel de sonde laten vervangen
H8
Storing warmwatersonde
ON OFF
De correcte aansluiting en plaatsing van de sonde controleren
en de sonde eventueel laten vervangen
H9
Fout bij ontdooien
ON
OFF
(if air
temperature il
below 5°C)
De werking van de hot
-
gas klep laten controleren en eventueel
vervangen. Controleren of de ventilator niet kapot is (in dit geval
vervangen) Het product uitschakelen Controleren of de
verdamper en de roosters van de externe eenheid perfect
schoon zijn
F1
Storing elektronische kaart
OFF OFF
Probeer het apparaat eerst uit en daarna weer in te schakelen.
Eventueel de werking van de kaarten laten controleren
F2
Te hoog aantal ON/OFF
(Deblokkering)
OFF OFF Schakel tijdelijk het product en de batterijen uit.
F3
Geen communicatie tussen
elektronische kaart en interface
OFF OFF
Probeer het apparaat eerst uit en daarna weer in te schakelen.
Eventueel de werking van de kaarten laten controleren of deze
vervangen
F4
Reservoir leeg (EMPTY) circuit anode
met stroompodruksysteem open
OFF OFF
Controleer de aanwezigheid van water in het reservoir, de
anode met stroomopdruksysteem laten controleren of eventueel
laten vervangen
F5
Circuit anode met
stroomopdruksysteem in
kortsluiting
ON ON
Controleer of vervang eventueel de anode met
stroomopdruksysteem










