Operation Manual

41NL
Aansluiting in de afzuigende of filterende versie
Aansluiting voor afzuiging
De wasemkap kan worden verbonden met de externe leidingen
door middel van een starre of buigzame leiding Ø 120 of 150 mm,
die door de installateur gekozen moet worden. Voor installatie met
een leiding Ø 120, moet de reductieflens
A worden aangebracht
op de uitgang van de wasemkap (afb.5).
Om de wasemkap te installeren met de luchtuitgang aan de zijkant
van het halve element I, moet het afbuigrooster D worden geplaatst
in de verbinding R om het niet gebruikte gat te sluiten (afb.6).
Snijd de verlenging P af ter hoogte van de afvoeren 1 en 2 , die in
het onderdeel zitten. Verbind de verlenging P met de ronde uitgang
van de afvoer, en duw hem omlaag en breng de verbinding R op
dezelfde manier aan (controleren of de twee filterende
verlengstukken P1 in het verbindingsstuk R zitten) op het
verlengstuk P. Controleer of de hoogte van de
samengemonteerde onderdelen R + P correspondeert met
de hoogte van de uitgang van de schouw (afb.7).
Verwijder de eventuele koolstoffilters (zie de paragraaf
Onderhoud).
Aansluiting voor filtering
De gefilterde lucht wordt teruggebracht in het vertrek door
de twee plastic zijroosters
G die op de onderste halve
buis I zitten.
Verbind het verlengstuk P met de ronde uitgang van de
afvoer, duw hem omlaag en breng het verbindingsstuk R
(controleren of de twee filterende verlengstukken P1 in
het verbindingsstuk R zitten) op dezelfde manier aan op
het verlengstuk P. Snijd het verlengstuk P af in
correspondentie met de afvoeren 1 en 2 die in het
verlengstuk zijn aangebracht. Controleer of de hoogte van
de samengemonteerde onderdelen R + P correspondeert
met de hoogte van de uitgang van de schouw (afb.7).
Plaats de koolstoffilters in de wasemkap (zie
de paragraaf Onderhoud).
Niet de richtingsroostertjes plaatsen, dat moet
pas gedaan worden nadat de schouw
geïnstalleerd is.
A
1
8
_
7
1
4
_
0
3
A
Afb. 5
D
R
P1P1
P
Afb. 6
R
P1P1
P
G
A
1
8
_
7
1
4
_
0
3
Afb. 7