Installation Instructions

81
BE
max 10 m
VACUUMPOMP
AANSLUITSTUK
GASKLEP
AANSLUIT-
STUK
VLOEISTOF-
KLEP
KRAAN
BESCHER-
MINGSDOP
3 m
AANDRAAIMOMENTEN VOOR FLENSVERBINDINGEN
Leiding Torsiekoppel
[kgf x cm]
Overeenkomende kracht
(indien men een sleutel van 20
cm gebruikt)
6,35 mm (1/4”) 160 - 200 polskracht
9,52 mm (3/8”) 300 - 350 armkracht
12,70 mm (1/2”) 500 - 550 armkracht
15.88 mm (5/8”) 630 - 770 armkracht
AANDRAAIMOMENTEN VOOR DE BESCHERMINGSDOPPEN
Aandraaimoment [Kg x cm]
Aansluitstuk voor servicedoeleinden 70-90
Beschermingsdoppen 250-300
BELANGRIJK: CONTROLE LEKKEN KOELMIDDEL
Nadat men de aansluitingen in orde heeft gemaakt moet men de kranen
openen zodat het gas de leidingen vult; controleer de leidingen daarna al-
tijd met een lekkenzoeker (risico op persoonlijk letsel door brandwonden
door koudvuur).
LENGTE VAN DE LEIDINGEN
De maximale lengte voor verbindingsleidingen varieert al naar gelang de
modellen. Indien men meer dan 5 m leiding heeft, moet men voor elke
meter leiding een bepaalde hoeveelheid koelmiddel toevoegen. In het geval
dat men de externe eenheid hoger dan de interne eenheid moet installeren
en het verticale hoogteverschil meer is dan 3 m, moet men zwanehalzen in
de retourleiding monteren, zodat de olie, die langs de leidingwanden naar
beneden druipt, hierin kan worden opgezameld, tot deze zwanehals vol is.
De olie zal de zwanehals afsluiten en vervolgens door het gas naar boven
worden geschoten.
2.9 Creëer een vacuum en controleer dat er geen lekken zijn
De lucht wordt uit het circuit verwijderd met behulp van een vacuüm pomp
die geschikt is voor R410A.
Controleer of de vacuümpomp tot het door het controlelampje aangegeven
niveau met olie gevuld is met olie en of de twee kranen op de externe een-
heid dicht zijn:
1. schroef de doppen op de kranen van de twee- of driewegkleppen eraf en
draai ze dan op het aansluitstuk voor onderhoudsdoeleinden;
2. sluit de vacuümpomp aan op het onderhoudsklepje op de driewegklep
van de externe eenheid;
3. nadat u de betreffende kleppen van de pomp heeft geopend moet u deze
starten en een tijdje laten lopen. Vacuüm zuigen gedurende ongeveer
20/25 minuten;
4. controleer of de manometer -0,101 MPa (-760 mmHg) aangeeft;
5. sluit de kranen van de pomp en schakel hem uit. Controleer of de wijzer
van de manometer voor ongeveer 5 minuten niet beweegt. Als de wijzer
van waarde verandert betekent het dat er ergens lucht naar binnen komt,
men moet dan alle aansluitingen en de uitvoering van de procedures
controleren, daarna weer opnieuw beginnen vanaf punt 3;
6. maak de vacuümpomp los;
7. draai de kranen van de twee- en driewegkleppen wijd open;
8. schroef de dop op de service-toegang stevig vast;
9. nadat u alle doppen heeft aangeschroefd moet u controleren of er geen
gas onder de doppen uit lekt.
OPGELET:
Bescherm altijd de verbindingskabels en leidingen, omdat beschadi-
gingen een oorzaak kunnen zijn van gaslekken (persoonlijk letsel door
brandwonden door koudvuur)