Manual
AVR300
N-26
AVR300
N-27
Nederlands
Modi voor tweekanaals geluidsbronnen
De volgende decoderings- en surround-modi zijn beschikbaar:
n 
Mono
n 
Pro Logic Emulation
n 
Stereo
n 
Neo:6 Cinema
n 
Pro Logic II/IIx Movie
n 
Neo:6 Music
n 
Pro Logic II/IIx Music
Deze modi zijn beschikbaar met tweekanaals analoge bronnen en tweekanaals digitale PCM-bronnen (hoewel 
een Dolby Digital 2.0-bron alleen gedecodeerd mag worden als Mono, Stereo of Pro Logic IIx Movie).
Mono: 
De AVR300 combineert de linker- en rechtergeluidskanalen uit een stereosignaal om een 
monosignaal te produceren. Dit kan nuttig zijn wanneer er oudere geluidsopnames of VCR-banden 
afgespeeld worden, met name mono LP-opnames.
Analoge stereo: 
In deze modus werkt de AVR300 als een conventionele hoogwaardige geluidsversterker. 
Als de subwoofer in stereomodus ingeschakeld is, wordt het signaal enigszins verwerkt. Selecteer 
daarom de functie Stereo Direct voor een optimale geluidskwaliteit met analoge bronnen.
Digitale stereo:
 Decodeert digitale tweekanaals signalen (bijvoorbeeld PCM-signalen) uit bronnen 
zoals cd’s en sommige dvd’s.
Dolby Pro Logic II/IIx: Dolby Pro Logic II-decodering is ontwikkeld om een 5-kanaals-uitvoer 
te produceren uit tweekanaals bronmateriaal. Dit wordt uitgebreid door Dolby Pro Logic IIx-
decodering die ontwikkeld is om een 5-of 7-kanaals uitvoer te produceren uit tweekanaals 
bronmateriaal en 7-kanaals uitvoer uit 5-kanaals materiaal.
  Er zijn twee verschillende modi beschikbaar in Pro Logic II/IIx: ‘Movie’ (Film) en 
‘Music’ (Muziek), waarbij hun namen hun gebruik aanduiden. Vanwege de verschillende 
opnamemethodes die voor lms en muziek worden gebruikt, is het raadzaam de juiste 
decoderingsmodus voor uw bronmateriaal te gebruiken om de beste resultaten te verkrijgen.
n
  Movie-modus: Deze modus is bedoeld voor gebruik met lmmateriaal, dat gemengd en geregeld 
wordt in een gekalibreerde meerkanaals omgeving. Movie-modus is een ‘vaste’ modus die 
ontwikkeld is om tijdens het luisteren naar uw thuisbioscoopsysteem een gelijksoortig geluid te 
verkrijgen als in de bioscoop.
n 
Music-modus: Stereomuziek is niet bedoeld voor surround-verwerking, hoewel door 
zorgvuldige productie goede surround-effecten verkregen kunnen worden. Aangezien de 
optimale decoderingsmethode per opname verschilt, kan de gebruiker met Music-modus de 
verwerkingseigenschappen aanpassen.
  Zie de sectie Main Menu Screen 2 voor meer informatie over het aanpassen van de Music-modus 
via de knoppen Dimension (Afmeting) en Centre Width (Middenbreedte).
Dolby Pro Logic: Dolby Pro Logic-decodering is een legacy-modus die ontwikkeld is om vijfkanaals 
uitvoer uit tweekanaals bronmateriaal te produceren. Deze modus dient alleen gebruikt te 
worden wanneer het bronmateriaal als Dolby Pro Logic gecodeerd is; anders is het raadzaam 
Dolby Pro Logic IIx te gebruiken. Dit is omdat Pro Logic-verwerking op conventionele 
stereobronnen gedempt en gecomprimeerd kan klinken.
DTS NEO:6: DTS Neo:6 biedt tot zes fullband-kanalen uit stereo-materiaal. De AVR300 kan tot zes 
afzonderlijke kanalen aeiden die corresponderen met de standaard-layout van thuistheaters.
n
  Cinema (Bioscoop): Een lmmodus die ontworpen is om een bioscoopomgeving te reproduceren. 
Dankzij de Neo:6-technologie kunnen verschillende geluidselementen binnen een kanaal 
of kanalen afzonderlijk gestuurd worden, op een wijze die de oorspronkelijke presentatie 
natuurgetrouw volgt.
n
  Music (Muziek): 
Een muziekmodus die ontworpen is om een levendig, waarheidsgetrouw surround-
effect te produceren uit de meeste tweekanaals muziekbronnen van alle beschikbare luidsprekers. 
De Neo:6-muziekmodus breidt stereo-opnames uit naar de vijf- of zeskanaals lay-out zonder de 
subtiliteit en integriteit van de oorspronkelijke stereo-opname aan te tasten.
Modi voor meerkanaals geluidsbronnen
De volgende modi zijn beschikbaar voor digitale meerkanaals bronnen. Speciale modi zoals ‘DTS-ES 6.1 
Matrix’ en ‘DTS-ES 6.1 Discrete’ zijn alleen beschikbaar uit het juiste bronmateriaal.
Voor Dolby Digital-bronnen: Voor DTS-bronnen:
n 
Dolby Digital 5.1
n 
DTS 5.1
n 
Dolby Digital 5.1 Stereo Downmix
n 
DTS 5.1 Stereo Downmix
n 
Dolby Digital 5.1 Mono Downmix
n 
DTS 5.1 Mono Downmix
n 
Dolby Digital Ex
n 
DTS-ES 6.1 Matrix
n 
Dolby Digital Pro Logic IIx
n 
DTS-ES 6.1 Discrete
Dolby Digital 5.1: Het meest gebruikte geluidsformaat voor dvd-video en tevens de standaard voor 
Amerikaanse digitale televisie. Dolby Digital 5.1-bronnen leveren surround sound via vijf discrete 
kanalen met volledig bereik: links, midden, rechts, surround-links en surround-rechts, plus een 
LFE-kanaal (Low Frequency Effects).
Dolby Digital Ex: Dit is een uitbreiding van Dolby Digital-decodering waarmee een 6-kanaals 
uitvoer van een 5-kanaals ingang verkregen kan worden. Het extra kanaal is het surround-
middenkanaal (waarvoor de twee surround-achterluidsprekers gebruikt worden), en wordt dit 
afgeleid van de informatie voor het surround-kanaal links en rechts. Deze decoderingsmodus 
dient alleen gebruikt te worden wanneer het bronmateriaal gecodeerd is met ‘Surround EX’ 
(wat gewoonlijk aangegeven wordt op de schijfverpakking en automatisch door de AVR300 
gedetecteerd moet worden), maar kan desgewenst ook op andere momenten gebruikt worden.
Dolby Digital Pro Logic IIx: 
Dit is een uitbreiding van Dolby Digital-decodering waarmee een 7-
kanaals uitvoer van een 5-kanaals invoer verkregen kan worden. De extra kanalen zijn de surround-
kanalen achter die afgeleid worden uit de informatie van de surround-kanalen links en rechts.
DTS 5.1: Wordt minder vaak gebruikt dan het Dolby Digital-formaat, maar wordt binnen de 
geluidsindustrie over het algemeen erkend als een formaat met superieure geluidskwaliteit. DTS 
5.1 biedt surround sound via vijf kanalen met volledig bereik plus een LFE-kanaal.










