Manual
AVR300
N-8
AVR300
N-9
Nederlands
Video-aansluitingen
Met AVR300 kunnen verschillende videoformaten geconverteerd worden. 
Dit betekent dat de AVR300 composiet, S-video en component indien 
nodig kan converteren.
Als u bijvoorbeeld naar composietinvoer van een VCR kijkt, kunt 
u deze via de uitgangen S-video of component/RGB-video van de 
AVR300 bekijken. U hoeft hierdoor maar één (meestal hoogwaardige 
Component/RGB) aansluiting tussen de AVR300 en uw displayapparaat 
te gebruiken.
De opnamelussen werken niet vanaf de video-omzetter.Wanneer u 
dus een S-video- of composietsignaal wilt opnemen, moet er een S-
video- of composietsignaal (respectievelijk) worden aangevoerd.
Video-aansluitingen voor composiet/S-video
dm
dn
 MONITOR OUT. 
Er worden twee connectors voor video-uitgangen meegeleverd, één voor S-video en één voor 
composietvideo. De uitgangen dragen altijd dezelfde informatie over en kunnen, indien nodig, 
tegelijk gebruikt worden. Sluit een van deze uitgangen op de video-ingang van uw displayapparaat 
aan.
dq
 VCR IN, 
ds
 PVR IN, 
dt
 AV, 
ek
 SAT, 
el
 DVD. 
Sluit de uitgangen voor composietvideo van uw bronapparatuur op deze ingangen aan. Welke 
aansluiting u gebruikt (S-video of composiet), is afhankelijk van de lokatie waar het signaal naartoe 
geleid wordt: als het signaal voor Zone 2 is, is een composietaansluiting vereist; is het signaal voor 
opname (het wordt bijv. naar een VCR geleid), dan moet het aansluitingstype met de aansluiting 
op het opnameapparaat overeenkomen (d.w.z. als het opnameapparaat een S-videosignaal vereist, 
moet er een S-video-aansluiting van de bronapparatuur gebruikt worden).
Zijn beide aansluitingen gemaakt, dan wordt het signaal van de S-video-ingang gebruikt voor de 
hoofdzone als er geen component/RGB-signaal is.
dp
 VCR OUT, 
dr
 PVR OUT. 
Sluit een van de uitgangen voor S-video of composietvideo op de video-ingang van uw VCR of 
PVR aan. De gebruikte aansluiting moet overeenkomen met het videotype van de bron die u wilt 
opnemen (zoals hierboven beschreven).
Bijvoorbeeld: Als u een S-videosignaal van uw satellietontvanger op uw VCR wilt opnemen, moet de 
aansluiting naar de VCR ook S-video gebruiken.
Hoogwaardige (component-) video-aansluitingen
Deze ingangen zijn geschikt voor aansluiting op component- (YUV/YCrCb) of RGB-uitgangen. 
Deze signalen worden meestal verkregen van een dvd-speler, settop-box of gameconsole, en 
bieden de best mogelijke beeldkwaliteit.
De hoogwaardige componentvideo-aansluitingen werken onafhankelijk van de 
aansluitingen voor composiet-/S-video.
De componentvideostandaard wordt gewoonlijk in Noord-Amerika/NTSC-regio’s gebruikt, 
terwijl RGB in Europa wordt gebruikt.
INGANGEN 
em
 AV, 
eo
 DVD, 
ep
 SAT. Sluit de video-uitgangen van uw hoogwaardige 
videobronnen op deze ingangen aan.
en
 HIGH QUALITY VIDEO OUT. Sluit deze aansluitpunten op de ingangen voor componentvideo van uw 
displayapparaat aan.
Belangrijke informatie over in- en uitgangen voor HQ-video
n 
In het set-up-menu Video Settings [Video-instellingen] kan elk van deze drie 
hoogwaardige componentvideo-ingangen afzonderlijk worden toegewezen aan een van 
de andere ingangen. Zo hoeft de ingang DVD niet altijd voor dvd gebruikt te worden. Zie 
pagina 14 voor meer informatie.
n
  U kunt component- en RGB-bronnen niet samen gebruiken. U kunt component of RGB 
selecteren op de pagina General Settings [Algemene instellingen] van het set-up-menu 
(zie pagina 10).
n
  De ingangen voor hoogwaardige componentvideo hebben voldoende bandbreedte voor 
NTSC-video (525/60) of PAL- video (625/50) met lijnverdubbeling (progressieve scan) 
en ook Amerikaanse HDTV-videosignalen. Wanneer ze echter met dergelijke signalen 
worden gebruikt, wordt het OSD niet over het beeld heen gelegd, maar uitgevoerd 
als standaard interlaced NTSC- of PAL-frequentie (525 of 625 lijnen) op een effen 
achtergrond.
n 
Wanneer u de HQ-video-ingangen gebruikt, worden de uitgangen voor composiet en S-
video gedempt. Dit komt doordat de verwerking voor het OSD ongeldige videosignalen op deze 
uitgangen zou creëren.
SCART RGB 4-DRAADSVERBINDING
(SCART verwijst naar de meerpolige A/V-connector die gewoonlijk voor Europese A/V-apparatuur 
gebruikt wordt.)
Voor sommige videoprojectors en de meeste Europese tv’s moet een vierdraads RGB-aansluiting gebruikt 
worden, waarbij het synchronisatiesignaal gescheiden is van RGB. In dit geval moet u MON OUT 
dn
van composietvideo voor de synchronisatie-informatie gebruiken. U kunt via uw leverancier een kabel 
verkrijgen om deze vierdraads RGB-aansluiting te maken (zie de tabel met SCART-aansluitingen achter in 
deze handleiding). Let erop dat deze functie (naast de RGB-aansluitingen) een composietvideo-aansluiting 
vereist tussen de bron en de AVR300 om het extra synchronisatiesignaal te kunnen aanvoeren.
Bij de meeste SCART-tv-ingangen moet de RGB-statusregel voor SCART ingesteld worden voordat 
VIDEO
OUT
IN
VCR
OUT
IN
PVR
AV
SAT
DVD
S
C
MON
OUT
ZONE2
VIDEO
OUT
  
AV
DVD
OUT
SAT
HIGH QUALITY VIDEO IN
 
De volgende videoconversies zijn mogelijk:
  Naar:
Van:
Composite S-video Component/
RGB
Composite Ja Ja Ja
S-video Ja Ja Ja
Component/
RGB
Nee Nee Nee
Conversie van RGB-video naar componentvideo (en 
vice versa) wordt niet door de AVR300 ondersteund.
 Wanneer u uw 
apparaten op deze 
connectors aansluit, 
houdt u zich dan aan 
de letter-/kleurcodering 
voor elke ingang. Er zal 
geen schade ontstaan 
bij onjuiste aansluiting, 
maar dit zal wel leiden 
tot vreemd gekleurde of 
onstabiele beelden.










