User Guide
voert, moet men zich nauwgezet aan het
volgende advies houden.
BEFORE DISASSEMBLING COMPO-
NENTS
•
Before disassembling compo-
nents, remove dirt, mud, dust
and foreign bodies from the ve-
hicle. Use the special tools de-
signed for this vehicle, as re-
quired.
COMPONENTS REMOVAL
•
Do not loosen and/or tighten
screws and nuts using pliers or
other tools other than the espe-
cially designed wrench.
•
Mark positions on all connection
joints (pipes, cables etc.) before
separating them, and identify
them with distinctive symbols.
•
Each component needs to be
clearly marked in order to be
identified during assembly.
•
Clean and wash the dismantled
components carefully using a
low-flammability detergent.
•
Keep coupled parts together
since they have "adjusted" to
each other due to normal wear
and tear.
•
Some components must be
used together or replaced alto-
gether.
•
Keep away from heat sources.
VÓÓR DE DEMONTAGE VAN DE ON-
DERDELEN
•
Verwijder vuil, modder, stof en
vreemde voorwerpen van het
voertuig, voordat men de de-
montage van de onderdelen uit-
voert. Gebruik, waar voorzien,
de speciale gereedschappen
die voor dit voertuig ontworpen
werden.
DEMONTAGE VAN DE ONDERDELEN
•
Los en/of sluit de bouten en de
moeren niet met tangen of an-
dere gereedschappen, maar ge-
bruik steeds de speciale sleutel.
•
Merk de posities op alle verbin-
dingskoppelingen (buizen, ka-
bels, enz.) vooraleer men ze
scheidt, en identificeer ze met
verschillende onderscheidende
tekens.
•
Elk stuk moet duidelijk gemerkt
worden, zodat het tijdens de fa-
se van de installatie geïdentifi-
ceerd kan worden.
•
Reinig en was de gedemonteer-
de onderdelen zorgvuldig met
een reinigingsmiddel met lage
ontvlambaarheidsgraad.
•
Houd de onderling gekoppelde
delen bij elkaar, omdat het ene
bij het andere "past" als gevolg
van de normale slijtage.
13
1 General rules / 1 Algemene normen










