User Manual
Table Of Contents
- iPad Gebruikershandleiding
- Inhoudsopgave
- Hoofdstuk 1: In één oogopslag
- Hoofdstuk 2: Aan de slag
- Hoofdstuk 3: Safari
- Hoofdstuk 4: Mail
- Hoofdstuk 5: Foto's
- Informatie over Foto's
- Uw apparaat synchroniseren met de foto's op uw computer
- Foto's van een iPhone of digitale camera importeren
- Foto's bekijken
- Foto's delen
- Een foto als afbeelding voor een contactpersoon instellen
- Een foto als achtergrond en voor het toegangsscherm instellen
- De iPad gebruiken als fotolijst
- Hoofdstuk 6: Video's
- Hoofdstuk 7: YouTube
- Hoofdstuk 8: Agenda
- Hoofdstuk 9: Contacten
- Hoofdstuk 10: Notities
- Hoofdstuk 11: Kaarten
- Hoofdstuk 12: iPod
- Hoofdstuk 13: iTunes Store
- Hoofdstuk 14: App Store
- Hoofdstuk 15: iBooks
- Hoofdstuk 16: Voorzieningen voor mensen met een beperking
- Hoofdstuk 17: Instellingen
- Bijlage A: De iPad in een bedrijfsomgeving
- Bijlage B: Tips en oplossingen voor problemen
- Tips en oplossingen voor problemen
- iTunes en synchronisatie
- Een reservekopie van de iPad maken
- De iPad-software bijwerken of herstellen
- Safari, Mail en Contacten
- Geluid, muziek en video
- iTunes Store en App Store
- De iPad opnieuw opstarten en instellen
- Zelfs nadat u de iPad opnieuw hebt ingesteld, reageert het apparaat niet
- Informatie over veiligheid, service en ondersteuning
- Informatie over gescheiden inzamelen en recyclen
- Apple en het milieu
Hoofdstuk 11 Kaarten 85
Inzoomen Beweeg op de kaart twee vingers uit elkaar. U
kunt ook dubbel tikken op het gedeelte waarop
u wilt inzoomen. Tik nogmaals dubbel om nog
verder in te zoomen.
Uitzoomen Beweeg op de kaart twee vingers naar elkaar toe.
U kunt ook met twee vingers op de kaart tikken.
Tik nogmaals met twee vingers om nog verder
uit te zoomen.
Pannen of scrollen Sleep omhoog, omlaag, naar links of naar
rechts om een ander gedeelte van de kaart
weer te geven.
De locatie van een van uw contactpersonen in een kaart weergeven: Tik op
boven in het scherm en tik op een contactpersoon.
Voor de contactpersoon moet ten minste één adres zijn ingevoerd. Als u meerdere
adressen voor deze persoon hebt ingevoerd, kiest u het adres dat u wilt weergeven.
U kunt ook op een adres in Contacten tikken om de bijbehorende locatie te zoeken.
Uw huidige locatie bepalen
U kunt eenvoudig uw huidige locatie bepalen. Het digitale kompas op het scherm laat
zien welke kant u opgaat.
Uw huidige locatie bepalen: Tik op in de statusbalk boven in het scherm.
Uw huidige locatie wordt aangegeven met een blauwe stip. Als uw locatie
niet nauwkeurig kan worden bepaald, wordt rondom de stip een blauwe cirkel
weergegeven. De grootte van de cirkel is afhankelijk van hoe nauwkeurig de
locatie kan worden bepaald: hoe kleiner de cirkel, hoe nauwkeuriger de locatie
kan worden bepaald.
Als u de kaart hebt gesleept, kunt u opnieuw op tikken om uw huidige locatie
opnieuw op de kaart op de iPad te centreren.
Het digitale kompas gebruiken: Tik nogmaals op . Het symbool verandert in
en op het scherm wordt een klein digitaal kompas weergegeven. Aan de hand van
dit digitale kompas kunt u bepalen welke kant u opgaat.
Opmerking: Voordat u het kompas kunt gebruiken, moet u de kompasnaalden
kalibreren. Het is verstandig de naalden af en toe opnieuw te kalibreren.
Het kompas kalibreren: Wanneer het kalibratiesymbool ( ) wordt weergegeven,
beweegt u de iPad in een achtvorm. Mogelijk wordt u gevraagd verder weg te gaan
van een storingsbron.
De richting controleren: Houd de iPad waterpas. Het kompas draait naar het noorden.
Teruggaan naar de kaartweergave: Tik op
om terug te gaan naar de
kaartweergave.