Operation Manual

Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 12 4
Begeleide toegang
Begeleide toegang zorgt ervoor dat een iPod touch-gebruiker zich beter kan richten op een
bepaalde taak. Met begeleide toegang wordt de iPod touch exclusief voor één app gebruikt,
waarbij u bepaalt welke functies van de app beschikbaar zijn. Met begeleide toegang kunt u:
De iPod touch tijdelijk beperken tot een bepaalde app
Gebieden van het scherm die niet relevant zijn voor een taak uitschakelen of gebieden
uitschakelen waar een onbedoeld gebaar de gebruiker kan aeiden
De hardwareknoppen van de iPod touch uitschakelen
Begeleide toegang inschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'Begeleide toegang'. Hier kunt u het volgende doen:
Begeleide toegang in- of uitschakelen
Een toegangscode instellen die het gebruik van begeleide toegang regelt en voorkomt dat een
gebruiker een sessie verlaat
Instellen of andere activeringsknoppen beschikbaar zijn tijdens een sessie
Een sessie met begeleide toegang starten: Open de app die u wilt uitvoeren en druk driemaal op
de thuisknop. Pas de instellingen voor de sessie aan en klik op 'Start'.
Regelaars en gebieden van het scherm van de app uitschakelen: Omcirkel de gedeelten van het
scherm die u wilt uitschakelen. Met de grepen kunt u het gebied aanpassen.
De knop voor de sluimerstand of de volumeknoppen inschakelen: Tik op 'Opties' en schakel de
knoppen in.
Alle aanrakingen van het scherm negeren: Schakel 'Aanraking' uit.
Voorkomen dat de iPod touch schakelt tussen de staande en liggende weergave of op andere
bewegingen reageert: Schakel 'Beweging' uit.
Een sessie met begeleide toegang beëindigen: Druk driemaal op de thuisknop, voer de
toegangscode voor begeleide toegang in en tik vervolgens op 'Stop'.
Schakelbediening
Met 'Schakelbediening' kunt u uw iPod touch met één schakelaar of met meerdere schakelaars
bedienen. U kunt een van de vele methoden voor het uitvoeren van acties gebruiken, zoals
selecteren, tikken, slepen, typen en zelfs tekenen uit de vrije hand. De basistechniek houdt in dat u
met een schakelaar een onderdeel of locatie op het scherm selecteert, waarna u met dezelfde (of
een andere) schakelaar een actie uitvoert op het onderdeel of de locatie. Drie basismethoden:
Onderdelen scannen (standaard): Hiermee worden onderdelen op het scherm gemarkeerd totdat
u een onderdeel selecteert.
Puntscannen: Hierbij selecteert u een onderdeel op het scherm met een kruiscursor.
Handmatig selecteren: Hierbij gaat u van onderdeel naar onderdeel wanneer u dat wilt (vereist
meerdere schakelaars).
Bij elke methode wordt een menu weergegeven wanneer u een afzonderlijk onderdeel selecteert
(in plaats van een groep). U kunt dan kiezen hoe moet worden gereageerd op het geselecteerde
onderdeel (tikken, slepen of knijpen bijvoorbeeld).
Als u meerdere schakelaars gebruikt, kunt u elke schakelaar congureren om een bepaalde actie
uit te voeren en kunt u de methode voor het selecteren van onderdelen aanpassen. In plaats van
schermonderdelen automatisch te scannen, kunt u schakelaars bijvoorbeeld zo congureren dat ze
verdergaan naar het volgende of vorige onderdeel op het moment dat u dat aangeeft.
U kunt de werking van 'Schakelbediening' op diverse manieren aan uw wensen en stijl aanpassen.