Operation Manual
Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 115
Feedback tijdens het typen wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Feedback bij typen'.
Spellingsalfabet gebruiken in feedback tijdens het typen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Spellingsalfabet'. Tekst wordt teken voor teken voorgelezen.
VoiceOver spreekt eerst het teken uit en daarna het fonetische equivalent, bijvoorbeeld 'f' en
daarna 'foxtrot'.
Een teken verwijderen: Selecteer en tik vervolgens tweemaal of gesplitst. U moet
dit ook doen wanneer u blind typt. Als u meerdere tekens wilt verwijderen, raakt u de
verwijdertoets aan, houdt u deze vast en tikt u vervolgens eenmaal met een andere vinger
op elk teken dat u wilt verwijderen. VoiceOver spreekt het teken uit dat wordt verwijderd.
Als u 'Toonhoogtewijziging' hebt ingeschakeld, worden de verwijderde tekens in een lagere
toon uitgesproken.
Tekst selecteren: Stel de rotor in op 'Wijzig', veeg omhoog of omlaag om 'Selecteer' of 'Selecteer
alles' te selecteren en tik vervolgens tweemaal. Als u 'Selecteer' hebt gekozen en vervolgens
tweemaal tikt, wordt het woord geselecteerd dat zich het dichtst bij het invoegpunt bevindt.
Als u 'Selecteer alles' hebt gekozen, wordt de hele tekst geselecteerd. Beweeg twee vingers uit
elkaar of naar elkaar toe om de selectie te vergroten of te verkleinen.
Knippen, kopiëren of plakken: Zorg ervoor dat de rotor is ingesteld op 'Wijzig'. Selecteer
de tekst, veeg omhoog of omlaag om 'Knip', 'Kopieer' of 'Plak' te selecteren en tik
vervolgens tweemaal.
Herstellen: Schud de iPod touch, veeg naar links of rechts om de bewerking te selecteren die u
wilt herstellen en tik vervolgens tweemaal.
Een speciaal teken invoeren: Selecteer in de modus 'Normaal typen' het normale teken, tik
vervolgens tweemaal en houd het teken vast totdat u een geluid hoort dat aangeeft dat de
speciale tekens beschikbaar zijn. Sleep naar links of rechts om tekens te selecteren. Het teken in
kwestie wordt uitgesproken. Laat de toets los om het geselecteerde teken in te voeren.
De toetsenbordtaal wijzigen: Stel de rotor in op 'Taal' en veeg omhoog of omlaag. Selecteer
'Standaardtaal' om de taal te gebruiken die in de landinstellingen is ingesteld. De taalrotor
verschijnt alleen als u meerdere talen hebt geselecteerd bij 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Talen en dialecten'.
Met uw vinger schrijven
De handschriftmodus inschakelen: Gebruik de rotor om 'Handschrift' te selecteren. Als
'Handschrift' niet wordt weergegeven in de rotor, tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Rotor' en voegt u 'Handschrift' toe.
Een tekentype kiezen: Veeg omhoog of omlaag met drie vingers om kleine letters, cijfers,
hoofdletters of interpunctie te kiezen.
Horen welk tekentype momenteel is geselecteerd: Tik met drie vingers.
Een teken invoeren: Volg het teken op het scherm met uw vinger.
Een spatie invoeren: Veeg met twee vingers naar rechts.
Naar een nieuwe regel gaan: Veeg naar rechts met drie vingers.
Het teken vóór het invoegpunt verwijderen: Veeg met twee vingers naar links.