Operation Manual
Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 111
•
Uitspraak wijzigen: Stel de rotor in op 'Taal' en veeg omhoog of omlaag. De taal is alleen
beschikbaar in de rotor als u meerdere rotortalen selecteert in 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Talen en dialecten'.
•
Aangeven welke uitspraken beschikbaar zijn in de rotor: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Talen en dialecten'. Om de stemkwaliteit of spreeksnelheid
aan te passen voor elke taal, tikt u op naast de taal. Als u de volgorde van de talen wilt
wijzigen, tikt u op 'Wijzig' en sleept u omhoog of omlaag. Om een taal te wijzigen, tikt u
op 'Wijzig' en tikt u op de knop met het minteken links van de naam van de taal.
•
Het standaarddialect voor de huidige iPod touch-taal instellen: Tik op 'Instellingen' >
'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Talen en dialecten'.
•
De standaardvoorleesstem wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Gebruik compacte stem'.
De iPod touch gebruiken met VoiceOver
De iPod touch ontgrendelen: Druk op de thuisknop of de sluimerknop, veeg om de
ontgrendelingsknop te selecteren en tik tweemaal op het scherm.
Toegangscode invoeren zonder geluid: Om te voorkomen dat uw toegangscode wordt
uitgesproken wanneer u deze invoert, gebruikt u handschrift. Zie Met uw vinger schrijven op
pagina 120 .
Een app openen, een schakelaar omzetten of op een onderdeel "tikken": Selecteer het
onderdeel en tik vervolgens tweemaal op het scherm.
Tweemaal tikken op het geselecteerde onderdeel: Tik driemaal op het scherm.
Een schuifknop aanpassen: Selecteer de schuifknop en veeg met één vinger omhoog of omlaag.
Een standaardbeweging gebruiken: Tik tweemaal en houd uw vinger op het scherm totdat u
drie opgaande tonen hoort. Maak vervolgens de beweging. Nadat u uw vinger hebt opgetild,
zijn de VoiceOver-bewegingen weer van toepassing.
Scrollen door een lijst of gebied op het scherm: Veeg met drie vingers omhoog of omlaag.
•
Vloeiend door een lijst scrollen: Tik tweemaal en houd uw vinger op het scherm totdat u drie
opgaande tonen hoort. Sleep vervolgens uw vinger omhoog of omlaag.
•
De lijstindex gebruiken: Sommige lijsten hebben een alfabetische index aan de rechterkant
van het scherm. U kunt de index niet selecteren door te vegen. U moet de index aanraken om
deze te selecteren. Als de index is geselecteerd, veegt u omhoog of omlaag om door de index
te scrollen. U kunt ook tweemaal tikken en vervolgens uw vinger omhoog of omlaag schuiven.
•
De volgorde van een lijst wijzigen: U kunt de volgorde van onderdelen in bepaalde lijsten
wijzigen, zoals de rotoronderdelen in het scherm 'Toegankelijkheid'. Selecteer rechts van
een onderdeel, tik tweemaal en houd uw vinger op het onderdeel tot u drie opgaande tonen
hoort. Sleep het symbool vervolgens omhoog of omlaag in de lijst.
Berichtencentrum openen: Selecteer een onderdeel in de statusbalk en veeg omlaag met drie
vingers. Om Berichtencentrum weer te sluiten, zigzagt u met twee vingers (u beweegt twee
vingers snel heen en weer in een z-vorm).
Bedieningspaneel openen: Selecteer een onderdeel in de statusbalk en veeg omhoog met drie
vingers. Zigzag met twee vingers om het bedieningspaneel weer te sluiten.
Schakelen tussen apps: Druk tweemaal op de thuisknop om te zien welke apps er actief zijn en
veeg met één vinger naar links of naar rechts om de app te selecteren, en tik erop om de app te
openen. U kunt de rotor ook instellen op 'Taken' terwijl u geopende apps bekijkt en omhoog of
omlaag vegen.