Operation Manual
Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 110
•
Het eerste of laatste onderdeel op het scherm selecteren: Tik met vier vingers vlak bij de boven-
of onderzijde van het scherm.
•
Een onderdeel op naam selecteren: Tik driemaal met twee vingers ergens op het scherm om
de onderdeelkiezer te openen. Typ vervolgens een naam in het zoekveld of veeg naar links
of rechts om op alfabetische volgorde door de lijst te gaan. U kunt ook op de tabelindex
rechts van de lijst tikken en omhoog of omlaag vegen om snel door de lijst met onderdelen
te scrollen.
•
De naam van een onderdeel wijzigen zodat u het gemakkelijker kunt vinden: Selecteer het
onderdeel, tik met twee vingers en houd uw vingers ergens op het scherm.
•
De tekst van het geselecteerde onderdeel uitspreken: Stel de rotor in op tekens of woorden en
veeg met één vinger omlaag of omhoog.
•
Gesproken aanwijzingen in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'.
•
Fonetische spelling gebruiken: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Spellingsalfabet'.
•
Het volledige scherm vanaf het begin laten voorlezen: Veeg met twee vingers omhoog.
•
Onderdelen laten voorlezen (vanaf het huidige onderdeel naar beneden): Veeg met twee
vingers omlaag.
•
Stoppen met voorlezen: Tik eenmaal met twee vingers. Tik nogmaals met twee vingers om de
spraakfunctie te hervatten of om een ander onderdeel te selecteren.
•
Het geluid van VoiceOver uitschakelen: Tik tweemaal met drie vingers. Doe dit nogmaals om het
geluid weer in te schakelen. Op een extern toetsenbord gebruikt u de Control-toets.
•
Geluidseecten uitschakelen: Schakel 'Gebruik geluidseecten' uit via 'Instellingen' >
'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'.
Een grotere VoiceOver-cursor gebruiken: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Grote cursor'.
De stem aanpassen: U kunt kenmerken van de VoiceOver-stem aanpassen zodat u deze beter
kunt verstaan:
•
Het spraakvolume wijzigen: Gebruik de volumeknoppen op de iPod touch of voeg volume toe
aan de rotor en veeg omhoog en omlaag om de optie aan te passen. Zie De VoiceOver-rotor
gebruiken op pagina 118 .
•
De spreeksnelheid wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'
en sleep de schuifknop 'Spreeksnelheid'. U kunt 'Spreeksnelheid' ook toevoegen aan de rotor
en omhoog of omlaag vegen om de instelling aan te passen.
•
De toonhoogte wijzigen: VoiceOver gebruikt een hogere toon bij het uitspreken van het eerste
onderdeel van een groep (zoals een lijst of tabel) en een lagere toon bij het uitspreken van
het laatste onderdeel van een groep. Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' en schakel 'Toonhoogtewijziging' in.
•
Interpunctie uitspreken: Stel de rotor in op 'Interpunctie' en veeg omhoog of omlaag om aan te
geven hoeveel u wilt horen.
•
De taal voor de iPod touch wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Internationaal' >
'Taal'. De uitspraak van bepaalde talen kan worden ingesteld via 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Internationaal' > 'Regionotatie'.
•
Het standaarddialect voor de huidige taal instellen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Talen en dialecten'.