Operation Manual
Hoofdstuk 31 Voorzieningen voor mensen met een beperking 122
Begeleide toegang gebruiken: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'Begeleide
toegang'. Hier kunt u het volgende doen:
•
Begeleide toegang in- of uitschakelen
•
Een toegangscode instellen die het gebruik van begeleide toegang regelt en voorkomt dat een
gebruiker een actieve sessie verlaat
•
Instellen of de iPod touch tijdens een sessie naar de sluimerstand kan overschakelen
Een sessie met begeleide toegang starten: Open de app die u wilt uitvoeren en druk driemaal op
de thuisknop. Pas de instellingen voor de sessie aan en klik op 'Start'.
•
Regelaars en gebieden van het scherm van de app uitschakelen: Omcirkel de gedeelten van het
scherm die u wilt uitschakelen. Met de grepen kunt u het gebied aanpassen.
•
Alle aanrakingen van het scherm negeren: Schakel 'Aanraking' uit.
•
Voorkomen dat de iPod touch schakelt tussen de staande en liggende weergave of op andere
bewegingen reageert: Schakel 'Beweging' uit.
Een sessie met begeleide toegang beëindigen: Druk driemaal op de thuisknop en voer de
toegangscode voor begeleide toegang in.
AssistiveTouch
Met AssistiveTouch kunt u de iPod touch gebruiken als het scherm aanraken of het drukken op de
knoppen moeilijk gaat. U kunt de iPod touch bedienen met een compatibel aanpassingsaccessoire
(zoals een joystick) en AssistiveTouch. U kunt AssistiveTouch ook gebruiken zonder accessoire om
bewegingen te maken die lastig zijn voor u.
AssistiveTouch inschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'AssistiveTouch'. Om '3x thuisknop' zo in te stellen dat AssistiveTouch wordt in- of uitgeschakeld, tikt
u op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > '3x thuisknop'.
De aanraaksnelheid aanpassen (met aangesloten accessoire): Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'AssistiveTouch' > 'Aanraaksnelheid'.
Het AssistiveTouch-menu tonen of verbergen: Klik op de secundaire knop op het accessoire.
De menuknop verplaatsen: Sleep de knop naar een willekeurige plek op het scherm.
De menuknop verbergen (met aangesloten accessoire): Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'AssistiveTouch' > 'Toon menu altijd'.
Vegen of slepen met twee, drie, vier of vijf vingers: Tik op de menuknop, tik op 'Gebaren' en tik
vervolgens op het aantal vingers dat nodig is voor de beweging. Als de bijbehorende cirkels op het
scherm worden weergegeven, veegt of sleept u in de richting die nodig is voor de beweging. Tik op
de menuknop wanneer u klaar bent.
Een knijpbeweging maken: Tik op de menuknop, tik op 'Favorieten' en tik vervolgens op 'Knijpen'.
Wanneer de knijpcirkels worden weergegeven, verplaatst u deze cirkels door op het scherm op een
willekeurige plek te tikken en sleept u de cirkels vervolgens naar binnen of naar buiten om een
knijpbeweging te maken. Tik op de menuknop wanneer u klaar bent.
Een eigen beweging aanmaken: Tik op de menuknop, tik op 'Favorieten' en tik vervolgens op
een lege plaatsaanduiding voor bewegingen. U kunt ook tikken op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'AssistiveTouch' > 'Maak nieuw gebaar aan'.
Het scherm vergrendelen of draaien, het volume van de iPod touch aanpassen of het schudden
van de iPod touch simuleren: Tik op de menuknop en tik vervolgens op 'Apparaat'.
Drukken op de thuisknop simuleren: Tik op de menuknop en tik vervolgens op 'Thuis'.
Een menu verlaten zonder een beweging te maken: Tik op een willekeurige plek buiten het menu.