Operation Manual
Hoofdstuk 31 Voorzieningen voor mensen met een beperking 117
Video's en gesproken memo's bewerken met VoiceOver
U kunt met VoiceOver-bewegingen cameraopnamen en gesproken berichten inkorten.
Een gesproken bericht inkorten: Selecteer in het scherm 'Memo's' de knop rechts naast het
gesproken bericht dat u wilt inkorten en tik vervolgens tweemaal. Selecteer 'Kort memo in' en tik
tweemaal. Selecteer het begin of het einde van de inkortingsbalk. Veeg omhoog om naar rechts
te slepen of veeg omlaag om naar links te slepen. VoiceOver vertelt met hoeveel tijd de opname
wordt ingekort bij de huidige positie. Om het gesproken bericht in te korten, selecteert u 'Kort
memo in' en tikt u tweemaal.
Een video inkorten: Tik tijdens het bekijken van de video tweemaal op het scherm om de
videoregelaars weer te geven. Selecteer het begin of het einde van de inkortingsbalk. Veeg
vervolgens omhoog om naar rechts te slepen of veeg omlaag om naar links te slepen. VoiceOver
vertelt met hoeveel tijd de opname wordt ingekort bij de huidige positie. Om het fragment in te
korten, selecteert u 'Kort in' en tikt u tweemaal.
VoiceOver bedienen met een Apple Wireless Keyboard
U kunt VoiceOver bedienen met een Apple Wireless Keyboard dat met de iPod touch is
gekoppeld. Zie Apple Wireless Keyboard op pagina 24.
VoiceOver Help spreekt toetsen of toetsenbordcommando's uit terwijl u deze typt. Met VoiceOver
Help kunt u snel vertrouwd raken met de lay-out van het toetsenbord en de taken die met de
toetsen worden uitgevoerd.
Met de toetsenbordcommando's van VoiceOver kunt u door het scherm navigeren, onderdelen
selecteren, de scherminhoud lezen, de rotor aanpassen en andere VoiceOver-taken uitvoeren.
De meeste toetsenbordcommando's gebruiken de combinatie Control + Option, in de tabel
hieronder aangeduid met VO.
Toetsenbordcombinaties voor VoiceOver
VO = Control + Option
•
Alles vanaf de huidige positie voorlezen: VO + A
•
Lezen vanaf het begin: VO + B
•
Naar de statusbalk gaan: VO + M
•
Op de thuisknop drukken: VO + H
•
Het volgende of vorige onderdeel selecteren: VO + Pijl-rechts of VO + Pijl-links
•
Op een onderdeel tikken: VO + Spatiebalk
•
De onderdeelkiezer openen: VO + I
•
Tweemaal tikken met twee vingers: VO + "-"
•
Het volgende of vorige onderdeel in de spraakrotor selecteren: VO + Pijl-omhoog of VO +
Pijl-omlaag
•
De spraakrotor aanpassen: VO + Command + Pijl-links of VO + Command + Pijl-rechts
•
De instelling aanpassen die door de spraakrotor wordt weergegeven: VO + Command + Pijl-
omhoog of VO + Command + Pijl-omlaag
•
Het geluid van VoiceOver in- of uitschakelen: VO + S
•
Schakelen tussen apps: Command + Tab of Command + Shift + Tab
•
Het schermgordijn in- of uitschakelen: VO + Shift + S
•
VoiceOver Help inschakelen: VO + K
•
Teruggaan naar het vorige scherm of VoiceOver Help uitschakelen: Escape