Operation Manual
Hoofdstuk 31 Voorzieningen voor mensen met een beperking 114
•
Met twee vingers tweemaal tikken: Afspelen of pauzeren in Muziek, Video's, Dictafoon of Foto's.
Een foto maken in Camera. Een opname starten of pauzeren in Camera of Dictafoon. De
stopwatch starten of stopzetten.
•
Met twee vingers tweemaal tikken en de vingers op het scherm houden: Het geselecteerde
onderdeel een ander label geven.
•
Driemaal tikken met twee vingers: Open de onderdeelkiezer.
•
Met drie vingers tweemaal tikken: Het geluid van VoiceOver in- of uitschakelen.
•
Driemaal met drie vingers tikken: Het schermgordijn in- of uitschakelen.
De rotorbediening van VoiceOver gebruiken
Gebruik de rotor om te bepalen wat er gebeurt wanneer u omhoog of omlaag veegt terwijl
VoiceOver is ingeschakeld.
De rotor bedienen: Draai met twee vingers op het scherm van de iPod touch rond een punt dat
precies tussen beide vingers ligt.
De opties in de rotor wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Rotor' en selecteer de opties die beschikbaar moeten zijn wanneer u de
rotor gebruikt.
Welke rotorposities beschikbaar zijn en wat het eect daarvan is, is afhankelijk van wat u op dat
moment doet. Als u bijvoorbeeld de tekst laat van een e-mail laat voorlezen, kunt u de rotor
gebruiken om te schakelen tussen het woord voor woord of teken voor teken weergeven van
gesproken tekst wanneer u met uw vinger omhoog of omlaag veegt. Als u door een webpagina
bladert, kunt u de rotor gebruiken om alle tekst (woord voor woord of teken voor teken) voor
te lezen of om achtereenvolgens naar onderdelen van een bepaald type te springen, zoals van
kopje naar kopje of van koppeling naar koppeling.
Als u VoiceOver bedient met een Apple Wireless Keyboard, kunt u met de spraakrotor
instellingen aanpassen, zoals het volume, de spreeksnelheid, de toonhoogte, het gebruik van het
spellingsalfabet, echo bij typen en het uitspreken van leestekens. Zie VoiceOver bedienen met
een Apple Wireless Keyboard op pagina 117.
Tekst typen en bewerken met VoiceOver
Wanneer u het invoegpunt in een bewerkbaar tekstveld plaatst, kunt u tekst typen met het
schermtoetsenbord of een extern toetsenbord dat u op de iPod touch hebt aangesloten.
Tekst invoeren: Selecteer een bewerkbaar tekstveld, tik tweemaal om het invoegpunt en het
schermtoetsenbord weer te geven en begin te typen.
•
Normaal typen: Om tekst te typen, selecteert u een toets op het toetsenbord door naar links
of naar rechts te vegen en tikt u vervolgens tweemaal om het teken in te voeren. U kunt ook
met uw vinger een toets selecteren op het toetsenbord. Houd vervolgens de toets met één
vinger vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt. VoiceOver spreekt de toets uit
wanneer deze wordt geselecteerd, en nogmaals wanneer het teken wordt ingevoerd.