Operation Manual

Hoofdstuk 31 Voorzieningen voor mensen met een beperking 112
Een standaardbeweging gebruiken wanneer VoiceOver is ingeschakeld: Tik tweemaal en houd
uw vinger op het scherm. Er klinkt een reeks tonen om aan te geven dat de standaardbewegingen
van kracht zijn. De standaardbewegingen blijven van kracht totdat u uw vinger optilt. Dan zijn de
VoiceOver-bewegingen weer van toepassing.
Scrollen door een lijst of gebied op het scherm: Veeg met drie vingers omhoog of omlaag.
Als u door een lijst bladert, wordt het weergegeven bereik van de onderdelen door VoiceOver
uitgesproken (bijvoorbeeld 'rijen 5 tot en met 10 worden weergegeven').
Vloeiend door een lijst scrollen: Tik tweemaal en houd uw vingers op het scherm. Zodra u
een reeks tonen hoort, beweegt u uw vinger omhoog of omlaag om door de lijst te scrollen.
Wanneer u uw vinger optilt, wordt het scrollen gestopt.
Een lijstindex gebruiken: Sommige lijsten hebben een alfabetische index aan de rechterkant
van het scherm. U kunt de index niet selecteren door te vegen. U moet de index rechtstreeks
aanraken om deze te selecteren. Als de index is geselecteerd, veegt u omhoog of omlaag om
door de index te scrollen. U kunt ook tweemaal tikken en vervolgens uw vinger omhoog of
omlaag schuiven.
De volgorde van een lijst wijzigen: U kunt de volgorde van onderdelen wijzigen in bepaalde
lijsten, zoals de instellingen 'Rotor' en 'Taalrotor' in het scherm 'Toegankelijkheid'. Selecteer
rechts van een onderdeel, tik tweemaal en houd uw vinger op het onderdeel tot u een
geluid hoort. Sleep het symbool vervolgens omhoog of omlaag in de lijst. De naam van het
onderdeel dat u omhoog of omlaag hebt verplaatst, wordt uitgesproken.
De volgorde van de symbolen in het beginscherm wijzigen: Selecteer in het beginscherm het
symbool dat u wilt verplaatsen. Tik tweemaal op het symbool, houd uw vinger op het symbool
en sleep het symbool vervolgens. Terwijl u het symbool sleept, wordt de rij- en kolompositie
uitgesproken. Laat het symbool los wanneer het op de gewenste plaats staat. U kunt op dezelfde
manier nog meer symbolen slepen. Sleep een onderdeel naar de linker- of rechterrand van het
scherm om het naar een andere pagina van het beginscherm te verplaatsen. Wanneer u klaar
bent, drukt u op de thuisknop ( ).
De statusinformatie van de iPod touch uitspreken: Tik boven in het scherm om
statusinformatie te horen, zoals de tijd, de status van de batterij en de Wi-Fi-signaalsterkte.
Berichten uitspreken: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'
en schakel 'Spreek berichten uit' in. Berichten, waaronder de tekst van binnenkomende
tekstberichten, worden direct uitgesproken, zelfs als de iPod touch is vergrendeld. Niet-
bevestigde berichten worden herhaald wanneer u de iPod touch ontgrendelt.
Het schermgordijn in- of uitschakelen: Tik driemaal met drie vingers. Wanneer het
schermgordijn is ingeschakeld, is de scherminhoud actief hoewel het scherm is uitgeschakeld.
VoiceOver-bewegingen leren
Als VoiceOver is ingeschakeld, hebben de standaardtouchscreenbewegingen een ander eect.
Met behulp van deze en andere speciale bewegingen kunt u de weergave op het scherm
wijzigen en de afzonderlijke onderdelen bedienen. Tot de VoiceOver-bewegingen behoren tikken
en vegen met twee of drie vingers. Bewegingen met twee en drie vingers zijn het eenvoudigst
te maken als u uw vingers ontspant en wat ruimte tussen uw vingers laat wanneer u het
scherm aanraakt.